President José Mujica van Uruguay wordt alom geprezen vanwege zijn eenvoudige levensstijl en filosofische uitspraken. Maar leden van zijn eigen linkse partij betreuren dat hij weinig aandacht heeft voor mensenrechten. En hij laat zijn oren te veel hangen naar het grootkapitaal.
Legioenen buitenlandse journalisten zijn er al op het boerderijtje van Mujica langs geweest om zijn eenvoudige levensstijl te bewonderen en te praten over zijn gedurfde drugsbeleid. De teelt en verkoop, alsmede het gebruik van marihuana zijn bij wet gelegaliseerd. Het heeft de wereldpers gehaald. “Dat en onze president met zijn autootje en de hond Manuela met drie poten heeft ons op de kaart gezet”, lacht Paula Pellegrino, naaste medewerkster van de minister van onderwijs in de regering van Mujica.
Dat Mujica 90 procent van zijn salaris als president weggeeft aan goede doelen en met zijn vrouw Lucía simpel leeft oogst veel waardering bij de Uruguyanen, ook bij hen die niet zo ingenomen zijn met zijn politiek. “Het is geen show, hij meent het écht”, concluderen de meeste mensen die ik in de hoofdstad Montevideo spreek op straat.
Alleen een enkel aanhanger van de oppositie spreekt er schande van. “Het hele staatsbeveiligingsapparaat moet je overbrengen naar dat boerderijtje van hem! Dat kost alleen maar extra gemeenschapsgeld!”, fulmineert de kwaliteitsbewaakster van een slachterij in het noordelijke Melo. “Hij is een terrorist”, schampert de 74-jarige boekverkoopster Iris Curbelo in Montevideo, referend aan Mujica’s verleden als guerrillero. “Hij heeft ontvoerd en gemoord.”
“Mujica moet je respecteren”, zegt haar collega Maximiliano Rodríguez (29) op verzoenende toon. “Hij brengt partijen tot elkaar.”
Velen in Uruguay bewonderen de vergevingsgezindheid van de president die in het totaal ruim veertien jaar onder barre omstandigheden gevangen zat voor en tijdens de dictatuur (1973-1985). De pagina moet worden omgeslagen en we kijken niet om in wrok, redeneert Mujica. De oorlog was een gevecht tussen twee legers – dat van de regering en dat van de guerrilla – en daar vallen nu eenmaal klappen.
En daar zit vooral de linker vleugel van zijn partij het Frente Amplio (Breed Front) mee in zijn maag. De partij herbergt veel oude activisten, niet alleen guerrillero’s, ook vakbondsmensen en in het algemeen mensenrechtenactivisten die of zelf gruwelijke dingen hebben meegemaakt of het om zich heen zagen gebeuren. Senator Luis Puig zag als jonge activist alle kameraden om zich heen vermoord worden. “Het was geen oorlog tussen twee legers, het was terrorisme van de staat tegen mensen die een andere mening hadden.” Feministe Helena Fonseca: “Wij vrouwen werden net als de mannen in de gevangenis gemarteld. Maar bovendien werden we ook nog stelselmatig verkracht. Toen we vrijkwamen en ons normale leven weer probeerden op te pakken, ontdekten we dat we ons verhaal bij de mannen niet kwijt konden. Veel vrouwen verlieten toen de partij.”
Nog steeds gaat het niet helemaal gesmeerd tussen Mujica en de feministes. Lilian Celiberti, verbonden aan dezelfde vrouwenorganisatie als Fonseca: “Voor Mujica telt alleen de sociale strijd, de ongelijkheid in economisch opzicht. Hij is wat dat betreft in de jaren zeventig blijven hangen. Hij moet er niks van hebben als wij weer beginnen over quota in de politiek en op de werkvloer. Laatst zei hij dat hij ons feministes nooit eten heeft zien klaarmaken voor de arme vrouwen. Dat wordt hem heel kwalijk genomen. Wij zouden er ook niet voor om die vrouwen alleen maar voedselhulp te geven. Je kunt ze beter leren hoe ze zich in het leven staande moeten houden en dat ze rechten hebben.”
De jaren van de dictatuur zijn voor de linkse makkers van de president duidelijk de open zenuw in het maatschappelijke debat. Verschillende keren probeerden ze een wet die bepaalt dat de militairen die misdaden hebben gepleegd vrijuit gaan onderuit te halen met handtekeningenacties. Uiteindelijk lukte het om de wet gedeeltelijk ongedaan te maken, maar het Hoogste Gerechtshof bepaalde naderhand dat de wijzigingen niet overeenkwamen met de Grondwet. Dat kan betekenen dat enkele processen die in 2011 tegen militairen werden geopend, zullen worden geseponeerd.
Lilian Celiberti: “Er bestaan regelingen voor schadevergoeding van de slachtoffers, maar de daders gaan vrijuit. De ontvoerder van mij en mijn kinderen van toen vijf en acht gaf tot voor kort les op het militair lyceum. De man die vond dat ik achter de tralies moest omdat ik tegenstandster was van het regime stond nog jaren voor de klas.”
“Wij willen dat de waarheid van wat er tijdens de dictatuur gebeurde boven tafel komt en dat de schuldigen worden gestraft”, vindt ook senator Luis Puig. “Maar de mensenrechten zijn niet het enige punt van kritiek. Wij vinden ook dat Mujica zijn humanistische discours niet toepast op de economische realiteit van Uruguay.”
In een op het internet veel gedeelde toespraak tot de Verenigde Naties sprak president José Mujica vorig jaar van een wereld die niet wordt gedomineerd door consumisme en verspilling, een maatschappij waar sociale klassen niet bestaan. Zijn wereld.
“Maar hij heeft niet genoeg voor de armsten gedaan”, zegt gedeputeerde Carlos Coitiño van het Frente Amplio. “Hij laat de economische politiek grotendeels over aan vice-president Danilo Astori, die een bedrijfstechnische opvatting van economie heeft. En ja, ons bruto nationaal product is met gemiddeld vijf procent mooi gegroeid de laatste jaren, maar daarmee los je de armoede niet op. Het Frente Amplio regeert nu bijna negen jaar maar er zijn nog veel problemen op het gebied van woonruimte, zorg en onderwijs.”
Het bedrijfsleven, waaronder multinationals, hebben ruim baan gekregen om te investeren, maar de regering heeft er niet genoeg voor teruggevraagd. “De belastingen zijn niet hoog genoeg en daarom is er te weinig geld om de sociale problemen op te lossen”, aldus Coitiño. “Mujica wil een soort sociaal kapitalisme in samenwerking met de bougeoisie, maar die sluit allerlei allianties met buitenlands kapitaal en zo hebben ook wij nu sojavelden, net als Argentinië en Brazilië. Ons bruto nationaal product is tussen 2004 en 2013 gegroeid van 13 miljard naar 51 milard dollar, maar wat ziet de gewone man daarvan terug?”
Eind dit jaar zijn er verkiezingen en de 78-jarige Mujica stelt zich niet herkiesbaar. Er zijn interne verkiezingen binnen het Frente Amplio om een uiteindelijke kandidaat vast te stellen. De gedoodverfde winnaar is Mujica’s voorganger Tabaré Vásquez.
Tijdens zijn vorige president schap blokkeerde Vásquez’ Uruguays – voor een Latijns Amerikaans land vooruitstrevende – abortuswet. Vrouwen hebben volgens die wet in de eerste 12 weken van hun zwangerschap toegang tot abortus. Ze moeten hun verzoek voorleggen aan een commissie van artsen en sociale raadslieden en moeten dan nog vijf dagen nadenken over hun beslissing. Het laatste woord is aan de vrouw. Mujica, die geen uitgesproken moderne opvattingen heeft over dit soort zaken – zie de feministen – liet het wél passeren en liet ook het homohuwelijk doorgaan.
Zijn laatste huzarenstukje is de marihuanawet. Hij heeft er een pragmatische opvatting over: de oorlog tegen drugs heeft niks opgeleverd, dus we moeten iets anders proberen. Laten we het gewoon proberen. Hij is dan misschien niet zo perfect als hij klinkt bij de Verenigde Naties, maar lef heeft José Mujica wel.
Ook een correspondent in Latijns Amerika kan niet van de lucht leven. Neem nu een abonnement op het kanaal van Wies Ubags.