Tot drie keer toe stond ik op het punt om een arts te vermoorden. Allereerst bij de bevalling van mijn jongste dochter, die ternauwernood onbeschadigd op de wereld kwam. Ik wilde de gynaecoloog te lijf gaan, omdat mijn kind achteraf via een keizersnede op de wereld had moeten komen. Een grove inschattingsfout van een charlatan met een chokertje, die zich niet had verdiept in de stuitligging van mijn jongste.
De tweede keer was tijdens een gesprek met een internist, samen met mijn moeder. Mijn vader was terminaal en de arts liet zich, twee dagen voordat mijn vader overleed, olijk ontvallen: “als ik het niet vergeet, bel ik u vanavond met de laatste gegevens van uw man, mevrouw Lankreijer”. Twee maanden daarvoor waren mijn ouders zestig jaar getrouwd.
De derde keer speelde onlangs. Mijn moeder (93) belde me ’s nachts in paniek, omdat ze dacht dat ze een hartinfarct had. Het verzorgingstehuis had de doktersdienst in Amersfoort gebeld, maar die vond het onnodig om uit te rukken. Pas toen ik zelf op helaas zeer agressieve wijze druk uitoefende op de assistente van dienst werd mijn moeder in het nachtelijk uur bezocht. Kortom: mijn vertrouwen in de medische wereld is nihil, want de rest aan schrijnende voorbeelden zal ik u besparen.
Vandaar dat ik zondagavond met ultieme verbazing keek naar een aflevering van Tegenlicht, met de utopische titel “de patiënt in de hoofdrol”. Nobele titel en een mooi streven van het Radboud UMC, waar een speciale afdeling is opgericht door Lucien Engelen, zoon van een autohandelaar en tevens begrafenisondernemer. De man “van buiten” die de doktoren en het verplegend personeel moet wakker schudden. Want, het wordt nu toch echt de hoogste tijd om een normaal, menselijk gesprek te voeren met de patiënt. Zodat we eindelijk eens weten wat er zich werkelijk afspeelt in het hoofd van het slachtoffer.
Engelen is gek op hightech, hij reist heel Amerika af om de juiste “patches” en “apps”te vinden die u en ik mee krijgen voor thuis, zodat we elke minuut gemonitord kunnen worden. Zelfs een mobiele Intensive Care behoort tot de mogelijkheden, want dat scheelt én personeel én geld. Zelden zag ik zoveel mensen uitgerust met Google Glass als in deze uitzending. “De transformatie naar de nieuwe zorg met de patiënt in de hoofdrol”. Leuk bedacht, maar wars van de harde realiteit, waarin patiënten zonder hightech nog steeds én onvoldoende worden voorgelicht én zelfs aan hun lot worden overgelaten.
Driekwart van de uitzending was echter gevuld met de laatste snufjes op medisch gebied, waarbij de patiënt op afstand gevolgd kan worden, maar zelf niet of nauwelijks aan het woord kwam. De kaakchirurg die via zijn laptop verbinding heeft met zijn patiënt en op afstand instructies geeft, hoe hij zijn hechtingen kan verwijderen. Onder het mom van “de patiënt wordt steeds mondiger en weerbaarder”, vindt er een ware transformatie plaats van de onderdanige patiënt die tegen de dokter opkijkt, tot u en ik als “adviseur” van onze behandelend arts.
Jan Smit, nee, niet die uit Volendam, maar hoogleraar interne geneeskunde, legt het nog een keer uit. “De dokter als kunstenaar in een theater vol publiek, de machoman”, is passé. De patiënt komt volgens Smit met zoveel eigen informatie, met artikelen opgedaan via internet, die de artsen zelf niet “hebben kunnen bijhouden”, dus dien je die als behandelaar voortaan zeer serieus te nemen. Van bovenaf dominant gedrag van de specialist verandert nu in de patiënt als “regisseur van zijn eigen gezondheid”. Volgens Smit wordt het hoog tijd om eens aan een patiënt te vragen “Hoe is het met u?”.
Heel leuk, die technische explosie en hoogstandjes met ipads, draagbare biosensoren, Google Glass, helppatches en pillen met een camera, maar volgens mij gaan de makers van Tegenlicht aan het belangrijkste pijnpunt voorbij. Het chronische gebrek aan direct, menselijke contact tussen arts en patiënt, waarvoor én meer tijd wordt ingeruimd én meer begrip komt voor de mens met zijn klachten. Dus juist niet via de digitale snelweg, maar face to face in de behandelkamer.
Laatst wilde ik naar de huisarts, omdat ik me kapot hoestte, er was pas na zeven dagen plek. In de afgelopen decennia heb ik misschien één huisarts gehad waar ik normaal mee kon communiceren. Laat staan met een specialist. Chirurgen blijven slagers, specialisten hebben noch tijd en kunnen noch afdalen naar het niveau van een normale patiënt. Daar kan geen nieuwe, geavanceerde technologie tegenop.
Jammer dat de redactie van Tegenlicht maar één succesverhaal registreert en de primaire tekortkomingen van de medische wereld volkomen links laat liggen. Dat zou de balans van de uitzending en de geloofwaardigheid van het thema hebben bevorderd. Nu was het de Onemanshow van innovator Lucien Engelen, gehuld in een machojack, geportretteerd als de Messias van de nieuwe gezondheidszorg.