In de tweede film heeft Peter Parker zich meer geschikt in zijn rol als hoeder van New York. Als Spider-Man slingert de tiener wat rond, vecht af en toe een robbertje uit met wat gajes, redt katten uit bomen en slentert liefdevol met zijn geliefde Gwen door de straten van The Big Apple. Tot Peter wordt ingehaald door zijn verleden.
Terwijl het Spider-Man pak van Tobey Maguire amper in de kast had gehangen na de trilogie van Sam Raimi, kondigde Sony Pictures amper vijf jaar na het laatste deel alweer een reboot van de franchise aan. Dat had alles te maken met de rechten, die de studio kwijt dreigde te raken, dus werd snel aan een nieuwe reeks films begonnen. Andrew Garfield werd gecast als Peter Parker en Marc Webb ((500) Days Of Summer) nam de regie over.
Het commerciële succes van The Amazing Spider-Man bevestigde de keuze van Sony Pictures, het publiek kreeg blijkbaar geen genoeg van de spinnenman en zijn vriendinnetje Gwen Stacey (Emma Stone). Met dollartekens in de ogen werd al snel besloten dit keer geen drie, maar zelfs vier films te maken over Peter Parker die na een beet van een radioactief spinnetje plots over heuse superkrachten beschikt.