Den Haag heeft meer Ien Dales nodig en minder gladheid

06-09-2016 11:30

Het politieke jaar is begonnen en de toon is meteen gezet. Voorspelbaarheid en effectbejag zijn troef. Met argusoog op het virtuele succes van ‘onze blonde vriend’ haasten diens tegenstanders zich gestolen uitspraken in de mond te nemen, waarmee ze de kiezers bij hem weg proberen te halen.

PVVD

Rutte wist in het tv-programma Zomergasten zijn uitgekiende boodschap, met medewerking van een waarschijnlijk op kijkcijfers beluste VPRO, tot in het kleinste detail aan het volk over te brengen. Slim misschien, vakkundig wellicht, maar ook doorzichtig. Aan de ene kant noemde hij Wilders en zijn verkiezingsprogramma een gevaar voor het land – alleen maar omdat het zijn politieke tegenstander is, vrees ik – en aan de andere stelde hij zich misdragende Turken voor ‘op te rotten naar hun eigen land’. Subtekst: stem op mij, ik ben ook een beetje Wilders, maar dan anders!

Uit een detail was op te maken dat Rutte daar niet zat als persoon maar als product van een uitgekiende strategie. Toen de film Heat ter sprake kwam en een stukje werd getoond van een confrontatie tussen de personages die gespeeld werden door Robert de Niro en Al Pacino, vergelijkbaar natuurlijk met Wilders versus Rutte, bleek uit het napraatje dat laatstgenoemde de film niet kent. Het was bedacht door een spindoctor dus.

Ook Schippers liet in haar lezing horen dat ze stevig wil en zal optreden tegen de boze krachten van de Islam. Nederland moet beschermd worden, Nederland moet Nederland blijven, Nederland moet…ja ja, we begrijpen het, Wilders ligt voor in de peilingen, we weten het, rustig maar.

Krentenbollen

Als het goed is, werkt het in een democratie als de onze als volgt: de politicus communiceert zijn overtuigingen en doelstellingen en de kiezers die het daar mee eens zijn stemmen op hem of haar, zodat hij of zij als representerend volksvertegenwoordiger in het parlement komt. Dat gaat nu heel anders. Politici zijn tegenwoordig bijna als marktkooplui die aanbieden wat verkoopt, die zich plooien naar wat in de mode is, die inspelen op de laatste hype. Standwerkers zijn het, die ons met vlotte praatjes en leuke grapjes een paar gadgets proberen aan te smeren.

Dat lijkt me niet de bedoeling. Een bakker die zelf niet van krentenbollen houdt, mag die nog steeds verkopen aan zijn klanten, bij een politicus dient dat toch echt anders te liggen.

Leven en dood

Iedereen begrijpt dat enig opportunisme en effectbejag er bij hoort, dat is altijd en overal, dus ook in de politiek. Op het moment echter dat commercialiteit in de plaats van een moment van overgeven aan verleiding tot standaard wordt ontheven, begint het zijn doel voorbij te schieten. Het zou niet alleen mooi zijn als in het Haagse de oprechtheid en de integriteit terug komt, het is zelfs absoluut noodzakelijk. Mensen die beslissen over leven en dood alsmede de praktijk van ons aller dagelijks leven moeten zeer te vertrouwen zijn. En in verkiezingstijd moeten zij zichzelf alsmede hun denkbeelden en voornemens niet mooier voorspiegelen dan ze zijn.

Ien Dales

Dat onze volksvertegenwoordigers steeds meer autoverkopers zijn in plaats van morele rotsen in de branding zal onze eigen schuld zijn. Wij stemmen nou eenmaal op wie de leukste grapjes maakt bij DWDD, van misdeelde dieren houdt en een mooie vrolijke lach heeft. Dat is echter niet verstandig. Gladheid moet in de publieke zaak niet sexy zijn. Het is daarom beter snel terug te keren naar een voorkeur voor bijvoorbeeld het type Ien Dales: slecht gebit, vormeloze jurk, eerder snauwend dan behagend, maar met overtuigingen en daadkracht van beton.

Zolang we dat niet doen is ‘Den Haag’ dus onze eigen schuld.

Hoe dom denken we eigenlijk zelf dat we zijn?