Het succes van de landing der landingen, D-Day 6 juni 1944, werd deels mogelijk gemaakt door speciale technische versies van bestaand rollend materieel. De aangepaste rupsvoertuigen kregen samengevoegd met de naam van de baas achter de ontwikkelingen, generaal Percy Hobart, de bijnaam Hobart’s Funnies. Niet alleen op de stranden van Normandië bleken ze nuttig, ook nadien verdienden ze hun sporen. Zoals bij de nu ietwat vergeten landingen op de Zuid-Franse stranden tijdens Operation Dragoon (ANVIL) in augustus 1944. Tot de Rijnoversteek in Duitsland toe bleven Hobart’s Funnies en afgeleide toepassingen een bijdrage leveren aan de geallieerde inspanningen.
Na de mislukte, wat eufemistisch ‘raid’ genoemde testlanding bij Dieppe in 1942, wat een slachting onder de grotendeels uit Canadezen bestaande aanvalsmacht werd, bedachten de Britten dat er voor een doorbraak vanaf stranden speciale uitrusting nodig was. Maarschalk Sir Alan Brooke gaf in 1943 generaal-majoor Sir Percy Cleghorn Stanley ‘Hobo’ Hobart opdracht om dergelijk materieel te (laten) ontwerpen of verzamelen, en te integreren in de 79e pantserdivisie. Hobart toog voortvarend aan de slag. Voorafgaand was hij in 1940 ontslagen vanwege zijn afwijkende ideeën op het gebied van gemechaniseerde oorlogvoering. Op voordracht van de invloedrijke historicus kapitein Basil Liddell Hart werd hij echter door Winston Churchill opnieuw aangesteld.
Geen Hobart vinding, wel breed gebruikt, Fording kits op M4 Sherman (foto: wiki-US Navy, upload van US Signal Corps)
De meeste Funnies waren reeds getest of in gebruik. Concepten van amfibische tanks stamden bijvoorbeeld al uit 1918, en tanks met ploegen of rollers om mijnen onschadelijk te maken waren breed in gebruik. Het werd dus grotendeels een kwestie van verzamelen, verder uitwerken en integreren. Onderstaand een opsomming van de resultaten, met hun eventuele moderne nazaten.
DD-tank
Wellicht de bekendste Funnie. Een aangepaste Amerikaanse M4 Sherman tank, of de wat minder geschikte Britse Valentine tank, die om amfibisch te blijven de toren op ‘zes uur’ moest draaien om balans te houden. Naast algehele onbetrouwbaarheid, een reden waarom de Valentine tank op bescheiden dienst aan het Italiaanse front na, vrijwel alleen voor trainingsdoeleinden werd gebruikt.
Het amfibische pakket om de DD-Sherman te creëren werd ontwikkeld door de in Hongarije geboren Nicholas Straussler. Deze Hongaar had al koppelbare quad-bom trolleys voor 250 ponders getekend, waar de RAF er zo’n tienduizend van in gebruik nam. Strausslers amfibische ontwerp bestond uit een opvouwbaar waterdicht canvas scherm, verankerd op een stalen frame. Het scherm werd opgehouden door 36 verticale opblaasbare rubberen baleinen. Het doek stak circa 90 centimeter boven het wateroppervlak uit. De DD-voortstuwing kwam tot stand met twee driebladige schroeven achterop, aangedreven met een overbrenging vanaf de tracks. Dit werd Duplex Drive (DD) genoemd, wat tot ‘Donald Duck’ verbasterde. Topsnelheid te water op zijn funnies was maximaal ruim 7 km/u.
Hoewel lang niet alle DDs zwemmend aan land kwamen werden ze op alle vijf Normandië stranden ingezet. De zwemmende DDs met bestemming Omaha Beach kregen het het zwaarst te verduren. Naast een haast onoverbrugbare afstand voor een geïmproviseerde stalen eend van 35 ton, was ook de plaatselijke golfslag tot 1.80 meter hoog meer dan de DD-Shermans aan konden. Van de 32 op bijna 5.5 kilometer buitengaats te water gelaten tanks met bestemming Omaha Beach, wisten er toch twee op hun Duplex Drive het strand te bereiken. Van de overige onderweg verdwijnende Shermans moesten de bemanningen gebruik maken van hun Davis rebreathers om uit de zinkende M4s te ontsnappen. Wat velen niet lukten. Britse DDs wisten later tijdens de Slag om de Schelde in oktober 1944 in iets kalmer water zo’n 11 kilometer in DD-modus af te leggen. Waarbij hun Davis apparatuur droog bleef. Meer DD-Sherman bij www.strijdbewijs.nl
BARV (foto:wiki, upload van Gaius Cornelius)
AVRE
AVRE: Armoured Vehicle Royal Engineers. In ’44 veelal de verzamelnaam voor alle genie-uitvoeringen van Britse (Churchill) tanks. Met de kortlopige Petard-versie als meest indrukwekkende. De Petard was een 290 mm mortier dat 18 kilo zware explosieve ladingen verschoot. Daarnaast kon de tank met bundels hout of ander vulmiddel worden uitgerust (fascine) om greppels en antitank geulen te dichten. Na de oorlog werden er talloze soortgelijke tankversies ontwikkeld. Zoals de Amerikaanse M-728 of Britse Centurion AVRE, dat naast een dozer en fascine bundels, hetzelfde kortlopige zware 165 mm kanon kreeg als de M-728 (voor 29 kilo projectielen). Beide zagen nog actie tijdens de ’91 Golfoorlog.
AVRE (foto: wiki, War Office fotograaf Sgt Dawson 1943, upload van W. Wolny)
BARV
BARV: Beach Armoured Recovery Vehicle. Zo’n 60 verbouwde M4A2 dieseluitvoeringen van de Sherman zagen sleep- en bergingsdienst in Normandië. De torenloze versies met hun sluitende, opgelaste opbouw konden tot in 2,70 meter diep water opereren. BARV uitvoeringen van tanks blijven in gebruik. In Nederland met de Leopard I BARV.
Bobin
Een AVRE Churchill uitgerust met een afrolbaar canvasscherm om over drassige grond te leggen. Dergelijke rolschermen werden soms ook vanuit landingsvaartuigen gelanceerd met behulp van een groot aantal (vuurpijl) aandrijfladingen onder een hoek aan de rolwanden gemonteerd. Een variatie hiervan rolde soms kabels uit. Moderne varianten gebruiken metaal of kunststof in plaats van canvas.
Bobin ((foto: wiki, War Office fotograaf Sgt Laing, upload van W. Wolny)
CDL
CDL: Canal Defense Light. Zelfs binnen de Funnies was de CDL een buitenbeentje. Een Britse Matilda of Amerikaanse M3 Grant (Lee) tank kreeg een toren voorzien van een krachtige (stroboscopische) koolstofbooglamp om doelen te beschijnen of te verblinden. Met het snel openen en sluiten van lamellen kon een duizeligmakend stroboscoop effect worden verkregen. De intensiteit van de lichtstraal maakte het zelfs overdag effectief. De CDL zag slechts sporadisch actie tijdens de oorlog, en staat niet meer op militaire verlanglijstjes, hoewel er wel geëxperimenteerd is met (inmiddels verboden) verblindend laserlicht.
Crab
Voor het eerst gebruikt op Matilda tanks bij El Alamein, waren het tegen juni ’44 meestal Sherman tanks met verzwaarde kettingen op een roterende drum, de flail, waarmee mijnen tot ontploffing werden gebracht of prikkeldraadversperringen geruimd. Na de oorlog raakte de flail in onbruik en worden dergelijke opzetstukken meestal met ploegen of rollers uitgerust.
M4 Crab (foto: wiki, upload van Balcer)
Crocodile
Een tank voorzien van een vlammenwerperinstallatie. Meestal verving de vlammenwerper het machinegeweer in de romp naast de chauffeur, gevoed door een leiding onder de tank vanuit een gepantserde container of trailer. Hierin zat 525-1800 liter brandmengsel onder hoge druk, waar tot 90 vuurstoten van een seconde mee konden worden gegeven, met een bereik van 100-140 meter. Hoewel na de oorlog nog lang gebruikt, zijn dergelijke versies nu nagenoeg uit de arsenalen verdwenen.
Overigen
Naast de beschreven Funnies gebruikten alle strijdende partijen brugleggende- en bergingsuitvoeringen van hun tanks. Ook (gepantserde) bulldozers zagen in en na de oorlog overvloedig dienst. Van de bekendste, en in WOII meest geproduceerde, de Caterpillar D-7 dozer, zijn nog steeds versies in productie.
Sommige specials werden in het veld ontwikkeld. Een Amerikaanse sergeant, Curtis Culin, laste geslepen stalen profielen afkomstig van Duitse versperringen voorop een Sherman. Dergelijk puntig pantser kreeg de bijnaam Rhino. Culins vinding, een combinatie van ploeg en schaar, bleek uiteindelijk de meest effectieve manier om door de overvloedige bocage van Normandië te komen. De dikke wortels van de struiken in de bocage (coulisselandschap) bleken een taai obstakel. Hier was geen Funnie voor bedacht. Gelukkig waren er genoeg schuurtjesmensen om met oplossingen te komen.
(Titelfoto: DD-Sherman -wiki, upload van W.Wolny)