Werknemersvereniging FNV zet komend jaar aan de onderhandelingstafel in op een loonsverhoging van 2,5 procent. Dat heeft het ledenparlement van de FNV, het hoogste orgaan binnen de vakbond, maandag besloten.
Goeie genade, je moet maar durven! Op 16 september meldde minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) dat er “absoluut ruimte” is om de lonen te laten stijgen. In april 2015 en 2016 bepleitte de president van De Nederlandsche Bank Klaas Knot dat er duidelijk ruimte is voor loonstijgingen. Dat zou goed zijn voor de koopkracht en de economie.
Uit recent onderzoek van de Rabobank blijkt dat de loonachterstand van werkenden in de laatste 15 jaar is opgelopen tot gemiddeld 5,1 procent, ondanks een economische groei van bijna 8 procent. “We zijn een rijk land, maar huishoudens hebben relatief weinig om vrij te besteden”, zei econoom Martijn Badir van de Rabobank.
De winsten van het bedrijfsleven zijn tot recordhoogte gestegen, zozeer dat het geld tegen de plinten klotst. Om van hun geldvoorraden af te komen worden er op grote schaal de eigen aandelen ingekocht, dat vergroot immers de aandeelhouderswaarde.
Geld genoeg dus om na jaren van geen tot marginale loonstijgingen eens flinke looneisen te stellen van, pak hem beet, 5-6 procent. Maar wat doet de FNV? Ze zetten in op 2,5 procent! Iedereen die ooit aan een onderhandelingstafel heeft gezeten weet dat je het dubbele moet inzetten om de helft te krijgen. Die 2,5 procent van de FNV eindigt met veel geluk in een schamele 1,75 procent maximaal.
De DNB en de minister van Financiën roepen om het hardst dat de lonen flink omhoog moeten en de belangrijkste Nederlandse vakbond komt met een mager openingsbod van 2,5 procent. Aan welke kant staat de FNV eigenlijk, aan die van de werknemers of werkgeverskant?
De Nederlandse vakbonden zijn de afgelopen decennia geïnstitutionaliseerd. Van rabiate belangenbehartiger, die voor werknemersrechten de barricaden opging, naar een tandenloze tijger die maar wat graag tegen de macht aanschuurt. Ex-vakbondsleiders vinden dan ook feilloos de weg naar het pluche.
De FNV weet schijnbaar niet meer wat het is om een échte vakbond te zijn. Als ik lid van die bond was dan zou ik subiet mijn lidmaatschap opzeggen. Met zo’n vriend heb je immers geen vijanden meer nodig. De FNV heeft geen bestaansrecht meer en kan zichzelf beter opheffen.