Dat er in dit land zoiets bestaat als bijstand is een teken van beschaving en een zegen voor de financieel noodlijdende. Als de overheid zich niet om je bekommert sterf je van de honger, om het maar overdreven te zeggen. Toch is het diezelfde overheid die de huishoudelijke zorg waarin ik werkaam was vrijwel geheel wegbezuinigde, waardoor ik afhankelijk van ze werd.
Ook al heeft de economische crisis van de afgelopen jaren voor een aanzienlijke groei van de werkloosheid gezorgd, toch bestaat er bij sommigen nog dat verouderde idee dat wie in de bijstand zit de kans niet grijpt weer aan het werk te komen. Kort gezegd zijn wij voor hen die deze mening delen maar uitkeringstrekkers die niet willen werken voor hun geld.
Maar ten eerste bestaan er voor velen al enige tijd hoegenaamd geen kansen. Ten tweede verloren degenen die door de ontwikkelingen van de afgelopen jaren werkloos werden hun baan meestal niet wegens een diepgewortelde luiheid, ze werden eerder te kostbaar voor het bedrijf waarin ze werkzaam waren. Velen van ons leverden steengoed werk tot de tsunami van bezuinigingen ons land overspoelde.
‘Tegenwoordig kan ik in een milliseconde zien of ik met iemand van doen heb die neerkijkt op ons bijstandsgerechtigden’
Toen ik zelf nog een baan had schrobde ik vijf keer per week en tweemaal per dag onder meer de wc´s van behoeftige cliënten tot zij weer in alle properheid hun stoelgang konden voortzetten. Niets stond mij in de weg om al die potten en brillen weer te laten blinken, behalve het niet verlengen van mijn contract door het bedrijf waar ik toen reeds drie jaar werkte, omdat het crisis was. Daar ben ik, jammer genoeg, niet bepaald uniek in.
Het afhankelijk zijn van de overheid is voor mij, ook al weet ik dat ik er zelf vrij weinig aan kan doen, een gevoelig onderwerp. Maar daardoor ontwikkel ik ook de nodige skills, tegenwoordig kan ik in een milliseconde zien of ik met iemand van doen heb die neerkijkt op ons bijstandsgerechtigden. Alsof ik een soort supermens ben geworden die meer ziet dan de gemiddelde sterveling lees ik inmiddels gezichten als streepjescodes. Door middel van een korte scan heb ik in de gaten of ik door de ander als volwaardig mens beschouwd word of niet.
Zo trof ik een persoon, aan mij geïntroduceerd door de gemeente, dat met mij en enkele andere bijstandsgerechtigden een gloednieuw bedrijf wilde opzetten. Vol enthousiasme stortte ik me op deze unieke kans, want de mogelijkheid om uit de bijstand te geraken, die grijp ik met alle graagte aan. Het bleek een prachtverhaal en jammer genoeg niet meer dan dat.
Na verloop van tijd bleek dat de werkvorm waar men voor koos het zogenaamde ‘werken met behoud van uitkering’ zou zijn. Het houdt in dat je werkt zonder daar loon voor te krijgen. Deze vorm waarbij je een baan hebt, geen salaris krijgt, maar wel de bijstand van de gemeente blijft ontvangen, wordt ingezet wanneer iemand minder productie kan leveren dan een gemiddelde werknemer. Tegenwoordig wordt dit middel echter door gemeenten ook ingezet bij bijstandsgerechtigden waar zogezegd niets aan mankeert.
Bij napluizen op internet kwam ik voorbeelden tegen van gemeenten die bijstandsgerechtigden op straffe van een korting op de bijstand dwingen tot het aannemen van werk met behoud van uitkering, wat doorgaans bestaat uit de meest onbenullige klusjes. Het FNV meldt op haar website dat er veel misstanden zijn waarbij kerngezonde, kort werkloos zijnde bijstandsgerechtigden worden geplaatst in sociale werkplaatsen.
Volgens de vakbond verdienen gemeenten hier aan, omdat werk wordt gedaan door mensen met een bijstandsuitkering, in plaats dat het honorarium betaald moet worden dat gangbaar is voor een professional. Bovenal meldt het FNV dat dit een maatregel is die, ironisch genoeg, niet werkt. Bijstandsgerechtigden komen, zo wijst de praktijk uit, geen steek verder met onbetaalde functies die niet in het verlengde van eerdere werkervaring en opleiding liggen.
‘Het lijkt er meer op dat de overheid op gebied van werkloosheid een soort wrede containmentpolitiek voert puur om aan de bezuinigingseisen te voldoen’
Nu moeten de straten toch geveegd worden en wie beter daarvoor in te zetten dan een bijstandsgerechtigde die kort daarvoor nog hetzelfde werk deed, iemand met ervaring. De ondernemer waar ik mee te maken kreeg gaat nog een stap verder: een gloednieuw bedrijf zal door ‘werknemers’ uit de grond worden gestampt zonder dat zij daar een cent voor krijgen. Onder het mom van ‘alles is beter dan thuiszitten’ en ‘wie weet wat hier uit voortvloeit’ worden zij wijs gemaakt dat dit voor hen zelf nut heeft. Terwijl alleen de ondernemer en de gemeente hier daadwerkelijk garen bij spinnen.
Zelf investeert de ondernemer natuurlijk in het bedrijf, maar gebruikt daarbij toch ook de allergoedkoopste krachten die er in Nederland te vinden zijn. Er wordt een gloednieuwe onderneming tot stand gebracht door mensen die daarvoor gewoon betaald moeten worden. Het is dan ook een treffend voorbeeld van zogenaamde arbeidsvernietiging, aangezien werk dat normaal gesproken door betaalde krachten uitgevoerd wordt in dit geval gedaan zal worden door mensen die in de bijstand blijven.
Werken met behoud van uitkering als verplichte tegenprestatie is geen oplossing voor de problemen die werklozen tegenwoordig ondervinden bij het zoeken naar een baan. Het mag dan de kosten dekken die gemeenten maken als zij professionals zouden betalen voor hetzelfde werk, maar dit gaat ten koste van werkgelegenheid. Treurig is het eigenlijk, de ondernemer die bij het opzetten van een bedrijf gratis werkkrachten toegespeeld krijgt door de overheid is een treffend voorbeeld van hoe gemeenten zich niet met structurele oplossingen bezig houden.
‘Bijstandsgerechtigden laten participeren, dat kan ook op uitnodigende wijze, het hoeft geen afbreuk te doen aan de waardigheid van mensen’
Het lijkt er meer op dat de overheid op gebied van werkloosheid een soort wrede containmentpolitiek voert puur om aan de bezuinigingseisen te voldoen. Er wordt niet gekozen voor investeren in bijstandsgerechtigden om hen een toekomst op de arbeidsmarkt te bieden, maar het is eerder roeien met de riemen die je als gemeente hebt. Ikzelf kan een beleid waarbij mensen die een uitkering krijgen gedwongen worden onbetaald werk te doen toch het beste omschrijven als door paniek gedreven uitbuiting.
Het ontbreekt de bijstandsgerechtigde domweg aan kansen, vooral als de functie die je had niet langer bestaat. Terwijl de overheid onder de bezielende leiding van Lodewijk Asscher en Jetta Kleinsma een zienswijze heeft waarbij bijstandsgerechtigden een figuurlijke ‘trap onder hun kont’ nodig zouden hebben, moet men mijns inziens eerder de begrippen stimulatie en beloning hanteren. Bijstandsgerechtigden laten participeren, dat kan ook op uitnodigende wijze, het hoeft geen afbreuk te doen aan de waardigheid van mensen.
Door recente crises en door de bezuinigingen van de overheid zijn er een heleboel werklozen bijgekomen die hun baan niet zijn kwijtgeraakt omdat ze hun werk niet goed hebben gedaan. De overheid zou zich daarom niet zo hardvochtig moeten opstellen tegenover mensen in de bijstand.
Er is geen betere manier om mensen weer aan het werk te krijgen dan het creëren van kansen en het belonen van inzet middels een salaris. Alles is niet beter dan thuiszitten, maar steengoed werk leveren voor keiharde centen, dat is aan de meeste bijstandsgerechtigden wel besteed. Dat waren velen van ons tot voor kort gewend.