De voornaamste reden dat Joris Luyendijk’s bankenboek ‘Het kan niet waar zijn’ zo bijzonder is en het tot ver over de grenzen gretig wordt verslonden, is dat hij het steeds vaker als ‘onmenselijk’ en ‘amoreel’ gekenschetste banksysteem niet beschrijft als een kwaadaardige UFO die op een goed moment op aarde landde, maar als een door mensen tot leven gewekte en in stand gehouden systeem van waanzin. Iedereen die de moeite heeft genomen het boek uit te lezen en de inhoud te laten bezinken, komt welhaast tot de conclusie dat in hem of haar, ergens, ook die waanzin verborgen zit, die aanleg voor hebzucht, voor ‘meer-meer-meer’. En dat het bankensysteem dus, in zekere zin, een reflectie vormt van onze collectieve psychologie van de voorbij decennia. Van ons geestelijke woestijnlandschap, zo je wilt. Op een heel andere, meer populistische leest is het boek ‘Door de bank genomen’ van George van Houts geschoeid: hier wordt wél een kwaadaardige UFO geïntroduceerd, zijnde een toplaag van bankiers en superrijken die de rest van ons, ‘de 99 procent’, als het ware gevangen houdt in een corrupt belangenspel, dat zorgvuldig bewaakt en afgeschermd wordt door een financiële elite, die zichzelf het alleenrecht op geldcreatie heeft toebedeeld. In dit wereldbeeld zijn de rollen helder verdeeld: bovenin zitten de schurken en wij zijn allemaal slachtoffer.
Dat ‘Door de bank genomen’ zo in elkaar zit, hoeft geen bevreemding te wekken, want George van Houts is een theatermaker. Zijn eerste zorg is het om schouwburgen vol te krijgen. En een meeslepend verhaal op de planken te brengen, dat spraakmakend en, als het even kan, scandaleus is. Het boek leest dan ook als één lange instructie over hoe je de gehele mensheid kunt ‘naaien’. Het meest extreme voorbeeld hiervan is het hoofdstuk dat gewijd is aan de DSB-bank, en dat het doet voorkomen alsof de DSB-bank het resultaat is van een zorgvuldig in elkaar gestoken kongsi tussen invloedrijke VVD-ers (waaronder Gerrit Zalm), die ‘volksjongen’ Dirk Scheringa aanstellen om het klootjesvolk via smerige polissen, leningen en andere kleine-lettertjes-producten het geld uit de zakken te kloppen. Zoals wel meer in ‘Door de bank genomen’ is het wat één dimensionaal, maar leest het lekker weg. En de bijgaande foto van een gemeen lachende Gerrit Zalm, aan tafel bij Dirk Scheringa, voedt de suggestie dat er Hele Slechte Mensen bestaan, en dat die mensen helaas ook nog op iets te belangrijke posities zitten.
Toch heeft ‘Door de bank genomen’ ook nog een andere, meer lovenswaardige dimensie: die van de volkseducatie. In het boek wordt helder en geduldig uitgelegd dat mensen die denken dat ze geld bezitten uitstervende domoortjes zijn. Want als jij, ik noem maar wat, anderhalve ton op jouw bankrekening hebt staan, betekent dat helemaal niet dat je dat geld ‘hebt’, dat het van jou is, maar dat je – slechts – een vordering op de bank hebt van anderhalve ton. Hopelijk in de wetenschap dat de banken belachelijk lage buffers aanhouden van circa drie procent van de uitstaande geldhoeveelheid. De gillende trucs waarmee het banksysteem zichzelf overeind houdt (neem het fenomeen ‘rente’), heeft van auteur George van Houts een activist gemaakt, die met een schuin oog naar alternatieve geldsystemen als de Bitcoin kijkt om het huidige bankensysteem omver te werpen. Naar eigen zeggen is Van Houts geen vergeefse activist. ‘Toen we twee jaar geleden met onze voorstelling begonnen, werden we uitgelachen door de mensen van de Rabobank. Dat is niet meer zo. Vaak zie ik ze na de voorstelling wit weggetrokken aan de bar staan.’
Van Houts heeft zelf, als uiterste consequentie, bijna geen geld meer op zijn bankrekening staan. Vertelde hij in de TROS Nieuwsshow. Is hij daarmee een visionair of een zuurpruim?
‘Door de bank genomen’, George van Houts, Uitgeverij Q, 204 pagina’s, 18,50 euro