The Portugal Post, editie 7, jaargang 2

19-05-2014 16:15

Arthur van Amerongen

Man met Bijl – Privé-archief Arthur van Amerongen

Spuugzat ben ik het, al die haatpost van querulanten. Ze zijn altijd van dezelfde strekking: ‘u bent maar een zielig mannetje, Martin, met uw gefoeter op Nederland. U heeft Nederland verlaten en daarom u heeft geen enkel recht om kritiek te spuien. U bent een landverrader. Altijd maar die opgewekte berichtjes vanuit de hangmat. Altijd maar schijnt de zon. U doet helemaal niets, behalve de schrijver uit te hangen. Ja, een beetje wandelen, de honden voeren, onaneren en bietensap en wortelsap kopen bij de de Aldi. U bent een minderwaardig mens.’

Ik kan dan natuurlijk de Sociale Dienst van de woonplaats van de querulant opbellen – zoveel gezag heb ik inmiddels dankzij mijn column in de Volkskrant – en ordonneren dat zijn steun wordt stopgezet. Ik kan al die gemene kritiek natuurlijk ook met de mantel der liefde bedekken en aan de woorden van mijn moeder zaliger denken: Tuurtje, het is allemaal de kift.

Natuurlijk heb ik een geweldig leven, waarde querulanten. Maar vergeet niet dat ik twee jaar geleden op sterven na dood was! Ik woonde als een kluizenaar in de westelijke Algarve (waar het altijd steenkoud is) en bezat enkel mijn drie honden en één gebroken nagel om mijn reet mee te krabben. Ik heb toen een dagboek bijgehouden (ik had verder net als nu toch niks te doen) en ik stond op het punt dat weg te gooien omdat ik nooit meer aan die zwarte bladzijde uit mijn leven wil worden herinnerd. Leest en huivert. (Overigens hebben ze nu biologische appelsap in de aanbieding bij de Aldi, voor slechts 89 cents!)

Dankzij de ijskoude lucht was de Duitser keurig geconserveerd al waren zijn oogballen weggepikt door een roofvogel.

Arthur van Amerongen

Tuur pin-up

De vorige bewoner van mijn hut verhing zich aan de kurkeik naast het schijthuis. Een boer uit de Konijnenvallei zag Horst pas dagen later bungelen. Dankzij de ijskoude lucht was de Duitser keurig geconserveerd al waren zijn oogballen weggepikt door een roofvogel. De boer, die Idilio heet, vertelde me dat het uren duurde voor de politie kwam. Er was een kerstborrel op het bureau en vloekend kropen twee veldwachters rond middernacht uit een busje met zwaailicht. Het bleek nog een hele klus om Horst los te knippen. De agenten zakten door de ladder en Idiolo moest zijn lachen inhouden, bang als hij was voor de wapenstok. ‘Senhor, er lag een brief op tafel maar ik kan niet lezen. De agenten hebben die meegenomen, en twee flessen aguardiente. Ik denk dat de brief voor zijn dochter was, het enige bezoek dat ik ooit zag bij o Alemão.’

Het duurde een week om Horsts dochter op te sporen voor de begrafenis. Een tolk had de brief vertaald en Julia na veel gepuzzel op facebook gevonden. Odilio had zijn zondagse pak aangetrokken en was op de brommer naar de begraafplaats getuft. Julia stond al voor de kuil van haar vader, naast de doodsgraver. Na afloop kreeg de boer medronoho en soep met brood in het dorpscafé tegenover de halte waar slechts éénmaal per dag een bus stopt. De dochter maakte hem duidelijk dat ze niets met de hut te maken wilde hebben omdat er vloek op rustte. De boer mocht er mee mocht doen wat hij wilde. Idilio is blij met de zestig euro huur die ik hem maandelijks betaal. Hij vond het vreemd dat ik niet bijgelovig ben maar ik had geen andere keuze, met de drie honden. Horst bouwde de hut eigenhandig. De wind giert onafgebroken door het bouwval. Het dak is van bamboo. Klimop is door de spleten naar binnen gedrongen. De vloer kraakt, ik ben bang dat ik er op een dag doorheen zak. De ramen zijn van plastic. Als overdag even de zon schijnt zet ik ze open en kijk ik uit op heuvels vol kurkeiken, eucalyptus, pijnbomen, aloë vera, cactussen en rommel die ik niet ken. Aan de balken tussen de vensters hangen een roestige thermometer, een hydrometer en een Zweedse barometer waarop foranderligt, regen en smukt staat. De meter is blijven steken op 990 millibar.

Op de kastjes boven mijn matras is een sticker geplakt van een woedende Donald Duck met de tekst Kein Kommentar.

Het bouwval is nauwelijks warm te krijgen. Er staat een houtkachel van het merk Rosières die door vijf mannen de hut in werd gesleept, vertelde Idilio mij. Ik hak iedere dag zelf boomstammen aan gort, de vlijmscherpe bijl zoefde een keer langs mijn been en veroorzaakte een diepe wond die maar niet geneest. Iedere ochtend zet ik een pan met hompen vlees, wortels, bonen en uien op de roestige plaat. De soep deel ik met de honden die ‘s nachts naast mij slapen, snurkend en scheten latend. Mijn slaapkamer is een caravan met lekke banden. Op de kastjes boven mijn matras is een sticker geplakt van een woedende Donald Duck met de tekst Kein Kommentar. Daarnaast is met een krijtje Julia gekalkt, in kinderlijke hanepoten.

Er staat nog een caravan naast de hut, vol petten, truien, overalls en laarzen van Horst. Ik vind het zonde om ze weg te gooien, we hebben dezelfde maat. Het pronkstuk van mijn woonst is een vuistdikke, twee meter brede tafel. Het blad is loodzwaar, vol nerven, scheuren en kaarsvet. Ik heb er een wereldbol die Horst als lamp gebruikte op gezet. Daar naast staan een kapotte buizenradio van Gründig en een Triotrac-pickup. Ik vermoed dat Horst altijd ergens enthousiast mee begon maar nooit iets afmaakte. Er zat geen voordeur in het huis, enkel een gat met een gerafeld gordijn. In het dorp vond ik een klusjesman die met een loodzware deur kwam aanzetten. De klus kostte tweehonderd euro, inclusief de deur. Idilio bromde dat ik was opgelicht en dat ik moest oppassen met de lokale bevolking.

De keuken heeft geen vloer, enkel keien met daartussen cement. Er is een wasbak met een slang die naar de watertank leidt op de heuvel achter het huis, naast de kurkeik waaraan Horst zich verhing. Toen ik de hut betrok, was de tank leeg. Na lang zoeken vond ik een generator die ik niet aankreeg. Ik ging ik naar Idilio die net een porco preto, een zwart varken aan het slachten was.Tem calma, tem calma, zei de boer en drukte een kelk medronho in mijn handen. Ik ging zitten en keek toe hoe Idilio met twee andere boeren het krijsende beest de strot doorsneed. Het varken moest heel langzaam doodbloeden want dat was goed voor de kwaliteit van het vlees. Uiteindelijk waggelde Idilio mee naar het stroomhuisje en deed mij voor hoe de ik generator die het grondwater oppompt, moest aanzetten.

De blazende kat werd uit elkaar getrokken, na twee minuten was het voorbij.

Op het badhok liggen twee gebarsten zonnecollectoren. Met de stroom kan ik net naar de radio luisteren en ‘s avonds een leeslamp gebruiken. Mijn laptop moet ik elke dag opladen in het het dorpscafé. Ik douche maar twee keer per week want door de kou ruik ik mijzelf amper. Naast het badhok staat een door klimop overwoekerd schijthuis, dat ik moet betreden via een trap met twaalf treden en een krakkemikkige leuning. Als ik tijdens het poepen tussen mijn benen kijk, zie ik een enorme berg gefossileerde stront. Naast de pot staat een zak met houtzaagsel dat ik over mijn drollen strooi. De klimop leeft van poep en pies. Door een gat in de muur kan ik naar buiten kijken tijdens het schijten. Soms hoor ik de bellen van ezels en geiten die op de hellingen rond de Konijnenvallei grazen. Ik kan er uren zitten, als de wind tenminste niet door de plee giert.

Het schijthuis was tevens de bibliotheek van Horst: reisgidsen over Cancun, Tibet, Kathmandu en India; Entwicklungsgeschichte der modernen Kunst; Die neue Windsurfing Schule; Die Extremen, een boek over alpinisme van Reinhold Nessner, The Deceiver van Frederick Forstyth,, veel Agathie Christie, in het Frans; een boek over de Spaanse burgeroorlog, verteld door ooggetuigen; Mein Kampf; de Kama Sutra; gedichten van Friedrich Hölderlin en Goethe en verder boeken over paarden, het weer, aandelen, economie, paragnosten en astrologie. De honden hebben de tijd van hun leven. Ze brengen mij voortdurend gesloopte konijnen, mollen, ratten en egels of poppen zonder ledematen. Ze waken vaak bij een verlaten caravan verder op in de Konijnenvallei. Daar leven drie verwilderde katten. Eerst waren het er vier, maar de honden hebben er ééntje te grazen genomen. De blazende kat werd uit elkaar getrokken, na twee minuten was het voorbij.

Hellehonden

Hellehonden

De honden zijn een bron van zorgen. De motor en de jeep vormen het grootste gevaar. Iedere ochtend scheurt er een motor over het pad. De berijder is in het zwart en draagt een integraalhelm met een donkere klep. Om twaalf uur rijdt hij terug om te lunchen in het dorp. Idilio fluisterde dat veel boeren hun grond aan drugsdealers verhuren.‘s Middags rijdt er een jeep door de vallei. De bestuurder heb ik eerder in het dorpscafé gezien, een Joegoslaaf die altijd vergezeld wordt door een man met een brilletje en gemillimeterd haar. Eens wandelde ik in het woud en werd ik bijna aangereden door de jeep. De Joegoslaaf draaide het raampje open en keek me dreigend aan. Later vond ik honderden lege flessen mineraalwater, die midden op het pad waren gedumpt.

Vandaag is het woensdag maar het kan net zo goed dinsdag of donderdag zijn. Het matras is spijkerhard en ik kan niet langer blijven liggen omdat ik pijn heb in mijn botten en spieren. De honden springen boven op me en likken mijn gezicht. Ze willen eten, schijten en pissen. Raya drukt een tennisbal in mijn gezicht. Ik moet het balletje weggooien. Het beest is overmoeibaar en een tenniskanon zou wenselijk zijn. Ik laat ik ze een half uur rennen, daarna sluit ik ze op en wandel naar het gehucht waar het enige café wifi heeft. Sven zit al aan de aguardiente en het bier. De Zweed kwam dertig jaar geleden naar de Algarve met een erfenis van zijn ouders en wacht op de dood. Zijn gezicht is een slachtveld van acné en cuperose.

Aan de toog zit Jezus. Mario, de barkeeper, vertelde me dat hij in Angola heeft gevochten.

Ik bestel een koffie en twee borrels en schuif bij Sven aan.‘Bom dia, senhor Sven. Hoe is de toestand in de wereld?’ Hij lacht in zichzelf, leegt de kelk in één teug en krabt een hoofdwond open. ‘Ik hoorde op de radio dat er een bankrun komt. Denk je dat ik mijn geld moet opnemen? Als ik begin, volgt iedereen en dan zijn de gevolgen niet te overzien. Bovendien kan ik maar driehonderd euro per dag opnemen, en waar laat ik al dat geld, onder mijn matras? Straks komen de bosbranden en dan vliegt mijn huis in de fik. Het bier wordt volgende week tien cent duurder, de sigaretten twintig. Heb je lekkere geile porno in je computer?’ Bij Sven eindigt ieder gesprek met rukken. Sven is een fou savant. Hij kan uren uitwijden over de geschiedenis van het Iberisch Schiereiland, citeert vervolgens lappen tekst van August Strindberg uit zijn hoofd en eindigt met een Pippi Langkous-imitatie, huppelend en gierend door het café. Ik vraag me af of ik onder andere omstandigheden met de Zweed zou praten. Ik spreek al maanden vrijwel niemand hier, ik wil niemand spreken. Ik praat tegen de honden maar die reageren alleen op comida, pelota en vamos: eten, bal en gaan we? Met de boeren in de omgeving heb ik het enkel over de diverse oogsten en het weer. Dat is goed voor mijn Portugees maar ik schiet er niet veel mee op. Aan de toog zit Jezus. Mario, de barkeeper, vertelde me dat hij in Angola heeft gevochten. Jezus leest altijd hardop voor uit zijn bijbeltje en gaat daarna bedelen bij de stamgasten. Mario baat het café samen met zijn ouders uit. Portugezen zijn raar. Het is een stug volk, lethargisch en somber. Ik heb ook geen last van ze, ze dringen zich niet aan mij op. Ik mis de Argentijnen, met hun brutale en schaamteloze levensstijl.

De laptop is opgeladen, ik heb de kranten gelezen en verse porno gedownload. Meestal bestel ik nu een vierde aguardiente maar ik moet daarmee oppassen. Ik wil niet alleen in de hut zijn als ik dronken ben, met die nerveuze honden om me heen en een bijl binnen handbereik.