De Europese verkiezingen zitten er weer op. De uitslag is even weinig opzienbarend als de campagne. Het verschil met de vorige Europese verkiezingen is minimaal: GroenLinks, CDA en PVV verliezen wat, SP, D66 winnen wat en PvdD en 50Plus komen voor het eerst in het Europees Parlement.
Maar wat deze uitslag echt betekent, weet eigenlijk niemand. De vraag is niet hoe groot de Nederlandse delegaties in het Europees Parlement zijn, maar hoe groot de verschillende Europese fracties worden. Worden de sociaaldemocraten groter dan de christendemocraten, of blijven de christendemocraten het grootst? Blijven de liberalen getalsmatig zo belangrijk als ze waren? Of verandert dat, nu relatief grote liberale partijen als de Duitse FDP vrijwel zeker gaan verliezen? We moeten tot zondag wachten om hier enig beeld van te krijgen.
Maar ook zondag is dit beeld nog niet helder. De vraag is of de fracties gelijk blijven qua samenstelling en of er nieuwe ontstaan. Bij wie gaat 50Plus zich aansluiten? Bij wie komt de Partij voor de Dieren terecht? Wordt het überhaupt mogelijk voor Wilders om een fractie te vormen met het Front National? De partijen uit zijn coalitie moeten uit minimaal zeven landen komen en samen minimaal 25 zetels halen. Het is onduidelijk of dat lukt. Er is nog veel onderhandeling nodig voordat duidelijk is hoe de uiteindelijke fracties er echt uit gaan zien.
De fractiesamenstelling heeft ook inhoudelijke gevolgen. Bij de liberale ALDE is dat het duidelijkst. Is de partij van Guy Verhofstadt een club van D66-ers, zoals D66-lijsttrekker Sophie in ’t Veld ons wil laten geloven, of wordt de ‘niet teveel Europa’-stroming van de VVD binnen ALDE belangrijker?
De Groenen zijn momenteel heel federalistisch. Verandert dat als een meer kritische partij als de Partij voor de Dieren zich bij hen aansluit? Of gaat de PvdD simpelweg federalistisch stemmen? De onderhandelingen over de fractievorming kunnen belangrijke inhoudelijke gevolgen hebben.
Bovendien is de vraag in hoeverre de fracties in hun nieuwe samenstelling fractiediscipline zullen kennen. Dat is momenteel voor de belangrijkste fracties altijd het geval. Aan de randen van het politieke spectrum is er minder fractiediscipline, zoals bij de fractie van de SP. De vraag over fractiediscipline is inhoudelijk relevant: in hoeverre mogen Europarlementariërs hun nationale programma als uitgangspunt nemen? Of geldt altijd de Europese lijn? Wat waren hun beloftes van de afgelopen weken waard?
De betekenis van de uitslag voor de politieke verhoudingen in het Europees Parlement staat niet bepaald vast. Ook na de verkiezingen in de andere lidstaten niet. Zelfs na de officiële bekendmaking van de uitslag niet. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zullen we nog weken moeten wachten en misschien wel veel langer. Tegen de tijd dat de betekenis van de uitslag echt duidelijk is, praat niemand meer over het Europees Parlement.
Chris Aalberts is auteur van: Kunnen burgers Europa van koers laten veranderen?