Zou er nog iemand in Nederland zijn die denkt dat Trump straks gaat winnen? Volkskrant-columnist Derk Jan Eppink, die dat eerder nog voorspelde (maar er de vorige keer ook fors naast zat), heeft zich er de laatste weken niet meer over uitgelaten. In de jongste peiling heeft Trump een achterstand van bijna honderd kiesmannen op Clinton, die daarmee al bijna de meerderheid binnen heeft.
In elk geval heeft de leiding van de Republikeinse Partij zich nu massaal van haar eigen officiële kandidaat gedistantieerd. Zelfs vice-presidentskandidaat Pence, een traditionele conservatief, wil zich nu even niet samen met zijn eigen beoogde baas laten zien. Trump heeft zich, getuige zijn hele obscene gedrag vroeger en nu, te ver verwijderd van de christelijk-conservatieve familiewaarden waar de Grand Old Party vanouds voor pretendeert te staan.
Toch valt ook nu nog niet uit te sluiten dat Trump uiteindelijk aan het langste eind trekt, mochten er weer onverkwikkelijke zaken over Clinton naar buiten komen. Deze verkiezingen zullen namelijk niet beslist worden door de vraag wie van beide kandidaten het meeste vertrouwen wekt, maar wie van hen het minste afkeer oproept.
De opkomst – thuisblijven omdat de kandidaat van de ‘eigen’ partij als onverkiesbaar wordt gezien terwijl het alternatief van de andere partij nog minder acceptabel is – zou daarbij wel eens meer dan voorheen beslissend kunnen zijn. Trump moet het vooral hebben van kiezers die heel boos zijn én Hillary nog meer haten dan hem én nog niet als groep door hem beledigd zijn. Dat zijn er vast vele miljoenen, maar voor een meerderheid niet genoeg.
Inhoudelijk was Clinton bij beide tv-debatten aanzienlijk sterker dan Trump. De vraag is alleen of dat er bij veel kiezers wel toedoet. Het grootste deel van zijn aanhang lijkt voor zijn uitglijders tamelijk immuun – mogelijk ook omdat een deel hem als het minste van twee kwaden beschouwt, zoals een deel van Clintons huidige electoraat ook vast in háár geval doet. Evenmin als ook alle leugens Trump veel lijken te deren, of zijn schunnige opmerkingen in heden en verleden. Die jagen een deel van de zwevende kiezers weg, maar niet de vaste kern.
In dat opzicht is Trump nu ongewild de grootste bevorderaar van de feministische zaak. Juist door zijn sexistische uitlatingen en door het feit dat hij zich niet presidentiëler is gaan gedragen, zorgt hij ervoor dat het er op 8 november veel minder om gaat spannen dan het er eind september uitzag, en Clinton straks vermoedelijk ruimschoots wint. Veel kiezers – waaronder vooral vrouwen – die eerst op hem dachten te stemmen, heeft hij door het schenden van de meest elementaire fatsoensnormen van zich vervreemd. Voor veel andere kiezers – waaronder vooral blanke mannen – blijkt dit daarentegen niet onoverkomelijk te zijn: die vinden zijn gedrag niet voldoende aanstootgevend.
Daarmee wordt binnen de Republikeinse achterban een denkkloof tussen mannen en vrouwen zichtbaar, die tot nu toe vaak met de mantel der liefde is toegedekt. Veel van die mannen snappen niet, waarom Trump met zijn bejegening van vrouwen fout zou zitten, precies zoals ze dat ook bij de Groningse studentenvereniging Vindicat ook niet echt snappen. Zij kijken diep in hun hart vermoedelijk precies op dezelfde wijze naar vrouwen, allereerst als seksobject, en dat komt dankzij Trump nu genadeloos aan het licht. Radicale feministen konden zich geen betere illustratie voor hun theorieën wensen.
Gezien Trumps karakter is het niet zozeer verbazingwekkend dat Clinton voorligt, maar vooral dat ze nog steeds zo weinig voorligt. De reden is dat Clinton natuurlijk een hele hoop zwakke plekken heeft en Trump die moeiteloos weet te vinden. Die zwakke plekken bestaan uit haar nonchalance, haar voortdurende neiging eigen misstappen (zoals de e-mail-kwestie) aanvankelijk te verdoezelen, de daarvan uitgaande suggestie dat zij boven de wet zou staan, het toch steeds aan haar klevende opportunisme op inhoudelijk gebied, en natuurlijk Bill.
De vele seksuele affaires van Bill Clinton bieden voor Trump een goed aanknopingspunt om zijn eigen misstappen te bagatelliseren – zie zijn presentatie voorafgaand aan het tweede tv-debat van vrouwen die door Bill zouden zijn aangerand. Ook als het hier om de zoveelste leugen van Trump blijkt te gaan: aangezien Bill niet als een monnik heeft geleefd, zullen de beschuldigingen door velen worden geloofd en in elk geval door veel kiezers als excuus gebruikt worden om achter Trump te blijven staan: de familie Clinton versus Trump op het gebied van de seksuele moraal staat voor hen gelijk aan pot verwijt ketel.
Zo mogelijk nog groter is Clintons probleem met haar inhoudelijke geloofwaardigheid. Geen twijfel: zij is van allen die overwogen hebben zich voor het presidentschap te kandideren de meest ervarene en competente. Alleen straalt ze teveel uit dat ze op grond daarvan ook een soort recht op het presidentschap heeft en bovendien nu een vrouw aan de beurt is. Ze maakt wel duidelijk waarom ze het bestuurlijk kan, maar veel te weinig waarom ze het politiek wil.
Daar ligt het verschil met haar voormalige concurrent Bernie Sanders: bij hem stond zijn programma voorop, bij Clinton haar persoon. Sanders hoopte vanwege bepaalde ideeën president te worden, Clinton past haar ideeën aan om die kans te vergroten. Zij heeft lang dicht tegen Wall Street aangeschurkt, maar is nu om electorale redenen gedwongen daarvan afstand te nemen en daarmee ook gedwongen plannen te verwerpen waar zij ooit volmondig achterstond. Ze straalt te weinig uit dat ze haar eigen kritiek op de globalisering zelf gelooft en dat heeft de kiezer feilloos door. Ze maakt teveel deel uit van de elite om zich nu tegen de vrijhandelsgeest van die elite te keren, en dat is waar Trump haar steeds weer klem weet te zetten.