Achtergrond

Piketty zweeft tussen Marx en Nostradamus

02-06-2014 11:32

Stop maar! U hoeft dat boek van die Franse econoom waar iedereen over bekvecht niet zelf door te worstelen om mee te kunnen praten. ‘Capital, in the Twenty-First Century’ is bloedsaai en het staat vol herhalingen. Daarom las ThePostOnline het populairwetenschappelijke werk voor u, en bieden we u acht tegendraadse conversatie-tips om u staande te houden in het Grote Piketty-debat. U wordt wel geacht af en toe uw hand onder uw kin te schuiven en wijsneuzig te knikken.

Le professeur

1 Eerst even die naam. Thomas Piketty spreek je uit als spaghetti. Hiermee laat u zien dat u ook de Franse pers volgt en dat u deze professor een beetje weet te plaatsen in het economiediscours.

Overigens wordt Dr. Spaghetti in zijn thuisland niet erg serieus genomen. Een commentator van het rechtse Franse weekblad Le Point karakteriseert Piketty als een ‘provinciaalse marxist’. En de roddelblaadjes benadrukken graag dat le professeur in 2009 werd beschuldigd van het plegen van huiselijk geweld, nadat hij zijn liefje, een kopstuk uit de Parti Socialiste, zou hebben getrakteerd op een paar linkse directen.

Leuk weetje: de huidige Franse president walgt van Pikkety’s post-communistische ideeën om de belasting voor vermogenden te verhogen tot 75 procent. Dan worden we een ’Cuba zonder zon’, zei een adviseur van Hollande smalend toen hij werd geconfronteerd met ‘de rode belastinggids’ van Piketty.

De Cuba-metafoor kunt u in aangepaste vorm, op elk moment en in elke situatie gebruiken om indruk te maken. In een Amsterdams café spreekt u dan over ’Castro aan de gracht’ of in aangeschoten toestand aan het strand zegt u: “Piketty wil Noord-Korea aan de Noordzee.” En daarbij natuurlijk wel schalks over de einder staren hè.

Piketty is Marxist Zwei Punkt Null

2 Dan de inhoud. In het boek staan een aantal formules die voor iedereen te begrijpen zijn. Deze moet u even uit het hoofd leren: R > G.

R staat voor rendement op kapitaal, G staat voor groei. Piketty herhaalt les één uit het vak economie op de middelbare school. Het is de theorie van de taart en de verdeling van de taart. Piketty’s theorie is als volgt: omdat de wereldeconomie minder hard groeit dan het rendement op vermogen zullen de rijken nog rijker worden en de armen steeds armer. En dat is een trieste zaak, vindt hij.

Deze ongelijkheidstheorie is grotendeels ontleend aan Karl Marx. Marx was een economische pessimist met een romantische ziel. De baardige Duitser meende dat het kapitalisme als gevolg van de ongelijkheid afsterft en we – na een korte revolutie en de tijdelijke dictatuur van het proletariaat – in een communistisch Walhalla belanden. Zoals u weet is dat niet gebeurd.

Die rattige kapitalist was misschien een uitbuiter, maar wel een slimme uitbuiter. Hij betaalde de arbeider nét genoeg opdat de slaaf van het kapitalisme niet zijn baas aan de hooivork wilde rijgen maar domweg weer aan de lopende band ging staan om zijn gezin te voeden.

Piketty is Marxist Zwei Punkt Null. In zijn wetenschappelijke schotschrift betoogt Piketty op enigszins zelfgenoegzame toon dat Marx intuïtief gelijk had, maar niet genoeg cijfers ter beschikking had om zijn gelijk te krijgen. Die data heb ik nu wèl, suggereert Piketty. Leuk pesterig citaatje voor u in dit verband: “Piketty is een marxist, maar dan met een rekenmachine.”

Les Misérables

3 Dan de kritiek. Piketty is Marx én Nostradamus ineen. De professor is een soort economische Jomanda. De Franse cijferaar meent dat de groei van de economie de komende decennia laag tot zeer laag zal uitpakken en dat het rendement op kapitaal hoger zal uitkomen. Waarop hij déze wijsheid baseert is overigens niet helemaal duidelijk.

Piketty kijkt naar het verleden en ziet parallellen met de tijd vlak voor de Eerste Wereldoorlog toen de verhoudingen tussen arm en rijk extreem ongelijk waren. Die tijd was de horror, meent Piketty en daarbij baseert hij zich niet op slachtofferverhalen, maar op romanpassages van Honoré de Balzac, Jane Austen en Victor Hugo’s Les Misérables.

De slechtigheid van de ongelijkheid onderbouwt Piketty met paginalange dialogen uit Balzac’s Le Père Gordiot. In deze roman (uit 1834!) constateren een edelman die zijn dochters wil uithuwelijken en een provinciale rechtenstudent uit de verarmde adel dat voor hen nauwelijks plaats meer is omdat die verdomde superrijken alle macht hebben verworven. De cynische les uit het boek, aangedragen door een boevig heerschap met de naam Vautrin: trouw een rijk meisje en graai die erfenis naar je toe.

Verschroeide aarde

4 Nu wordt het spannend. Piketty heeft een bloedhekel aan rijke mensen die leven van een erfenis of van de rente. Waarom legt hij helaas weer niet uit. In het boek presenteert hij hoofdstukken lang cijfers waarin hij aantoont dat de rijkdom oneerlijk is verdeeld, en dat (zo voorspelt hij) deze trend onomkeerbaar is met als uiteindelijk gevolg een nieuwe opstand der horden.

Piketty kijkt met weemoed terug naar de tijd vlak na de Tweede Wereldoorlog toen de rijken een groot deel van hun vermogen verloren in de oorlog. In de periode 1945-1975, het tijdperk dat hij dromerig duidt als de Trente Glorieuse, was iedereen even blij en arm als de sloebers die in dat nostalgische liedje 1948 figureren: “‘Wij waren heel erg arm en niemand hield van ons.”

Volgens Piketty moeten we ons opmaken voor een economische hongerwinter. De Fransman gelooft er niet langer in dat er een nieuwe stoomlocomotief zal worden ontdekt of er een nieuwe Tim Berners Lee zal opstaan. Het woord internet valt acht keer in Capital, waarvan zeven keer in verband met het woord bubble, en niet één keer als de bougie die de economische voorspoed aanwakkerde in de jaren 1995-2000.

Piketty verlangt terug naar de houtkachel, ranja met een rietje en een dikke trui. Als u zin heeft in een provocatie kunt u ook de volgende oneliner gebruiken: “Piketty is de econoom van de verschroeide aarde theorie.”

Scrooge

5 In de wereld van Piketty gedragen de rijken zich als Scrooge en Dagobert Duck. Ze zijn gierig en tellen hun geld in hun pakhuis. De Fransman lijkt niet te geloven in overdracht van geld van de rijken naar de armen, wat een opvallende denkfout is.

Hij noemt Bill Gates als een van de plutorijken, maar zegt niet er bij dat de Microsoft-miljardair een groot deel van zijn vermogen aanwendt om malaria te bestrijden.

Piketty is een veel te cynisch mens. Helaas voor hem, maar rijken hebben soms een hart. Sommige vermogende types kopen een voetbalclub, anderen investeren in een gratis krant, weer anderen geven hun geld weg aan goede doelen. Het museum van Bern is totaal verward met de erfenis van een miljardair.

Sommige rijkaards maken zich zelfs zorgen over de kapitalistische uitwassen. Sinds 2011 organiseert Lynn Forester de Rothschild (een telg uit het schatrijke Rothschild-bankgeslacht) met andere miljardairs sponsorbijeenkomsten om de wereld te redden. De gasten vertegenwoordigen meer dan 2.000 miljard euro (een achtste van het vermogen van de wereld). Piketty noemt deze groepering niet. Waarom Piketty deze nuance niet aanbrengt legt hij weer eens niet uit.

6 Piketty is een dramaqueen, want negeert de pensioenpotten. Armen zijn ook rijker geworden. Goed, de rijken worden rijker, maar de armen hebben tegenwoordig een auto, een magnetron, een huis en vooral (in Nederland) en vet pensioen tot hun beschikking. En dat zijn niet alleen de megarijken, dat is bijna iedereen.

Econoom Frank Kalshoven noemt Nederland in De Volkskrant  ‘een volkskapitalistisch land’. Piketty negeert zonnige pensioenverhalen voor de middenklasse. Kalshoven meent dat de tegenstelling tussen arm en rijk geen klasseprobleem zal zijn, maar een generatiestrijd zal worden. De babyboomers zijn zeldzaam rijk in vergelijking met hun ouders. Hopelijk verbrassen ze niet alles. Dan is er straks niet eens meer een erfenis om te verdelen.

Diederik Stapel

7 Piketty is een klein beetje Diederik Stapel. De cijfers uit Capital kloppen niet. The Financial Times, een behoorlijk dichtgetikte liberale krant trouwens, opende de aanval op Piketty door erop te wijzen dat de econoom data zo had gemanipuleerd dat hij zijn punt beter kon maken.

The Economist, normaal gesproken ook lekker rechts, viel Piketty opvallend genoeg bij. De foute cijfers waren voor tweeërlei uitleg vatbaar, maar Piketty heeft geen moedwillige fraude gepleegd was de conclusie. Hier komen we dus niet uit.

In het debat over de Piketty-fouten is het goed om er even een vet cliché in te gooien en wel déze van de oud Britse premier Benjamin Disraeli. “Statistieken?”, zegt u half hardop tegen uw gezelschap. U antwoordt zelf op deze retorische vraag: “Daar heb je niet twee soorten van, maar wel drie toch? Lies – damn lies – and statistics.”

8 Inspecteur Pikety is een politieke zedenmeester die rancuneus is. Piketty wil hogere belasting op de vermogens om de rijken te straffen voor het opbouwen van hun geldvoorraad. In Nederland wil Jesse Klaver van GroenLinks op basis van de conclusies in Capital fiscale sancties uitvoeren tegen rijkaards. Lekker populistisch, want Klaver vergeet bijvoorbeeld de pensioenpotten, waar Kalshoven ons al op wijst. Links zijn is makkelijk als je de halve waarheid vertelt of het zicht verliest op het grote plaatje.

Professor Bas Jacobs heeft een beter punt. Hij toont aan dat de belasting op arbeid hoger is dan op vermogens. Het is inderdaad vreemd en onrechtvaardig dat je meer belasting betaalt als je werkt dan als je uitbuikt met je geld. Dat klopt natuurlijk niet! De grote vraag: ligt dat aan het perverse gedrag van de rijken? Welnee, daar liggen politieke keuzes aan ten grondslag. De vermogens die we met zijn allen konden opbouwen zijn gegroeid als gevolg van de fiscale anabolen – zoals hypotheekrenteaftrek en goedkope pensioenregelingen- die ons zijn toegediend. Schaf de douceurtjes die luiheid stimuleren eerst eens af dan praten we verder.

Misschien zijn de rijken wel zo rijk geworden, omdat de domme overheid zich steeds op de verkeerde manier met de volkshuishouding bemoeit. “Als je naar de realiteit kijkt, zie je dat overheidsregulering heeft gefaald. Maar die conclusie wil niemand trekken. Dus houden we onszelf liever voor de gek en zeggen we allemaal dat het kapitalisme heeft gefaald”, zegt de Israëlische vrijmarktzeloot Yoran Brook dit weekend in Trouw. 

Als u lef heeft, begint u daarna over Adam Smith en de heilzame werking van ‘de onzichtbare hand’. Dan worden de meeste mensen razend, maar is de discussie wel gesloten.