Geert Wilders, koning der slachtoffers

02-06-2014 12:36

Je kon erop wachten. Of beter, we moésten erop wachten. Want Geert calls the shots. Net nu bekend is gemaakt dat een geflipte Syriëganger hoogstwaarschijnlijk verantwoordelijk is voor die aanslag in Brussel, nu heel Nederland weer lekker griezelt bij die griezels, komt onze Geert met de onthulling dat niet een maar twéé Syriëgangers een aanlag op hem zouden hebben beraamd. Dat was hem verteld, zegt-ie, door de coördinator terrorismebestrijding. Geert weet dat die man zoiets nooit zal bevestigen. En het OM vertelde desgevraagd dat ze niemand daarvoor vast hebben zitten. Waar of niet waar? Persoonlijk geloof ik er geen ene reet van, maar het gaat ook niet om ‘waar of niet waar’.

Pathetisch voorspelbaar

Geert weet zich met deze timing weer helemaal in het licht der schijnwerpers te storten. De man was en blijft pathetisch voorspelbaar. En ondertussen wil-ie graag naar Brussel. Erkende broedplaats der wraakgierige jihadi’s. Dat scheelt ze een treinkaartje.

Geert is slachtoffer. Hij líjdt onder zijn grote missie. Dat mogen we nooit vergeten. Terwijl andere politici hun zakken vullen, moet martelaar Geert voortdurend bukken voor overvliegende messen. Het is zijn unique selling point, iets dat hij (net als zijn opzichtige beveiliging) nooit zal opgeven.

Hij past daarmee natuurlijk ook perfect bij de tijdgeest. Slachtoffer is immers uitgegroeid tot een begeerlijke status. Niet zo lang geleden stond er in NRC Handelsblad een ingezonden brief waarin beweerd werd dat we vooral dure merkgeneesmiddelen moesten gebruiken, en niet die goedkope generieke. Want je wist maar nooit. Het laat zich raden waar de geachte briefschrijver zijn geld vandaan haalt, maar de brief was simpelweg ondertekend met (naam en) ‘patiënt’. Kijk, dan heb je recht van spreken. Want wie zielig is, verdient respect.

We zijn de schaamte voorbij

Het heeft effe geduurd. Iedereen weet nog hoe we ooit allemaal neerkeken op Jerry Springer, die de meest abjecte zielenpoten op de buis bracht, die daar hun leed breed etaleerden. ‘Zoiets doe je toch niet?! Daar werk je toch niet aan mee?! Waar is je schaamtegevoel?!’, zeiden we toen met z’n allen. Nou, die schaamte zijn we met z’n allen dus ver voorbij. Het grootste deel van de zendtijd wordt tegenwoordig besteed aan allerlei soorten zielenpoten. Gehandicapten, mensen met zeldzame ziektes of gewoon kanker, types met vreselijk veel pech in hun leven, huisvrouwen met ingestorte vochtige keukens, echtparen met volstrekt irreële emigratieplannen, whatever.

De omroep dompelt de stumperds in het warme bad van de aandacht, en wij vinden het inmiddels doodnormaal om daar uren schaamteloos naar te kijken. Naar hun gestuntel in huis, het onhandige geknuffel en gesnotter met familie en vrienden, het gehannes in de supermarkt, of met de medicijnen – en ga zo maar door. En we kijken met een mengeling van medelijden (het officiële doel van dat soort leedporno), maar stiekem ook met lichte afkeer en fascinatie voor dergelijke freaks.

Jezelf bij de lurven pakken, dat hoeft niet meer

Nee, het is niet erg om zielig te zijn. Integendeel. Zielig zijn betekent dat je gelijk hebt. Slachtoffer willen we zijn. Er zijn mensen die zich serieus beschouwen als slachtoffer van Europa. Alsof ze überhaupt weten waar dat ligt, en wat de EU doet. Schier ontelbaar zijn de slachtoffers van een hardvochtige overheid die ’verworven rechten’ afbreekt. Er schijnen zelfs mensen te bestaan die zichzelf slachtoffer voelen van Zwarte Piet. Ik verzin het niet.

Niks mis mee, zielig doen, maar ooit was slachtofferschap een tijdelijke zaak. Natuurlijk mocht je je rot voelen, in de zak gescheten, genaaid door het leven – maar daarna kwam toch altijd de vraag: en wat nu? Cognitieve gedragstherapie was de maatschappelijke norm. Je slachtoffer voelen was je eigen probleem. Dus zet je erover heen en ga iets doen met je leven. Maar die tijden zijn voorbij.

Jezelf bij de lurven pakken, dat hoeft niet meer. Dat is de norm niet meer. Je mag gewoon altijd het slachtoffer uithangen. Slachtofferschap als identiteit. Als levensvervulling. Je ziet ze dagelijks om je heen.

En zo valt de samenleving sinds kort uiteen in twee groepen: de losers versus de winnaars. De achterblijvers versus de klimmers. Geert versus de rest van Den Haag.