De NAVO steunt het Nederlandse voorstel om meer openheid te geven over militaire tekorten of overschotten binnen het bondgenootschap. Dat verklaarde minister Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie woensdag na overleg met haar NAVO-collega’s in Brussel.
NAVO-topman Anders Fogh Rasmussen reageerde instemmend op het Nederlandse pleidooi voor transparantie, aldus Hennis-Plasschaert. Ze noemt het “baanbrekend”, omdat ze zich er al 1,5 jaar voor heeft ingezet. De bewindsvrouw vindt dat elke lidstaat zijn nationale parlement en het publiek zo volledig mogelijk moet kunnen informeren over de militaire capaciteiten. Dat is informatie die nu nog binnen het NAVO-bondgenootschap blijft.
Met de openheid hoopt de minister het draagvlak te kunnen vergroten voor de verdergaande samenwerking binnen de NAVO en voor de uitgaven voor defensie. Daarnaast kunnen landen hun militaire investeringen beter op elkaar afstemmen. “We moeten weten hoe slecht of goed Nederland het doet in vergelijking met de andere landen.”
Als voorbeeld noemt Hennis-Plasschaert de capaciteit om informatie over de vijand te kunnen inwinnen, “de oren en ogen” op de grond en in de lucht. Het kan best zijn dat daarvan in een land een overschot bestaat, terwijl Nederland met een tekort kampt.
(ANP)