Je gaat met je vrouw voor twee weken op vakantie naar Nepal, het dak van de wereld – dat prachtige land boven in de Himalaya. En je blijft er drie en een half jaar. Je blijft er misschien wel de rest van je leven als succesvolle IT-ondernemer. Je begint een IT-bedrijf en laat mensen in arme landen, die weinig geld hebben, niet kunnen reizen allerlei basale computerklussen voor je uitwerken. Van het vertalen van websites tot het onderhouden van apps waarin je papieren visitekaartjes zo in je Apple adressenboekje kunt scannen. Zelf heb je er weinig werk aan en een flinke omzet als gevolg. Je woont bovendien in een prachtig Aziatisch land en kunt trots op iedere new age achtige verjaardagsborrel zeggen dat je werkgelegenheid creëert in de arme gebieden waar je je cloudworkers werft.
Het gebeurde de jongens van de Cloud Factory, een cloudworking bedrijf dat naar eigen zeggen inmiddels een miljoen cloudworkers over de hele wereld heeft.
Ik werd er als bergliefhebber, reisliefhebber en worstelende technologie ondernemer wel even jaloers van. Tom Puskarisch legt op het blog techinasia.com (lees dat blog!) uit dat de universiteit van Katmandoe honderden twintigers aflevert die afgestudeerd zijn in computertechnologie. Deze zijn hard op zoek naar een baan, en heel gemotiveerd om bij een Sillicon Valley achtige startup te komen werken. De Nepalese werknemers werven opdrachten, trainen de wereldwijde cloudworkers en geven ze feedback.
Van Sillicon Valley startups zijn er inmiddels al genoeg. Maar zet je die startup neer in Nepal, waar (hoe kom je er op!?) genoeg computernerds rondlopen om je bedrijf te ondersteunen… een goudmijn! –en ja, het is ironisch, cloudworking vanuit de hoge bergen van de Himalaya, maar dat is voor een andere blog.
CloudFactory heeft werknemers tot in Kenya. Volgens het bedrijf is er veel talent in ontwikkelingslanden, maar zijn de jonge mensen hier afgesloten van de wereldeconomie. Door te werken voor de CloudFactory zouden de jonge techneuten genoeg geld kunnen verdienen om te sparen voor hun eigen bedrijfje. Zo zorgen de entrepreneurs in Nepal dus zelfs voor een duurzame economische boost in Afrika.
In Nederland bestaat er ook zoiets als een ‘cloud work force’. In ons land worden vooral HR oplossingen via de cloud gedaan. En in 2012 werd bekend dat bijna de helft van de Nederlandse bedrijven gebruikt maakt van cloud software en het gebruik hiervan exponentieel toenam.
Alleen het begrip ‘Cloud’ bekt nog niet zo lekker. In Nederland wordt in plaats hiervan vooral van ‘Het Nieuwe Werken’ gesproken. En dit is niet bevorderend voor het imago van het cloudwerken. In ons land heerst nog het beeld van ‘vrouwen die ook af en toe iets doen achter de computer vanuit huis’.
Welk land is hier nou afgesloten van de wereldeconomie? Nederland, of Kenya en Nepal? Hoe lang nog voordat het tot de Nederlandse ondernemers doordringt dat hier heel veel werk in zit (heel veel werk, klik maar op deze link)? Gelukkig zijn het ook in Nederland de studenten die voor de troepen uitlopen – maar we zijn nog ver van die entrepreneur die boven op de Vaalsberg of de Utrechtse Heuvelrug gaat zitten om zijn wolkenparadijs in software diensten te beginnen.
Ik zal er morgen maar eens mee beginnen.