Wat doe je als je vele jaren bezig bent met een proefschrift en een jaar voordat je klaar bent verschijnt er een boek dat precies gaat over jouw onderwerp en dat onderwerp ook nogal uitputtend behandelt? Het is de angst van iedere promovendus en het overkwam Jan de Vetten. Hij zou gaan promoveren op de bestrijding van de Centrumpartij en de Centrumdemocraten aan de Universiteit van Leiden. En plotseling publiceerde, op 8 oktober 2015, Joost Niemöller een gedegen studie: ‘De verschrikkelijke Janmaat. Nederland en de Centrumpartij’. Joost Niemöller is journalist en romanschrijver en het boek is niet alleen gedegen maar ook verdomd goed geschreven.
Wat doet Jan de Vetten? Hij promoveerde vorige week gewoon en geeft een handelseditie uit waar hij op de achterflap laat zetten: ‘In de ban van goed en fout beschrijft voor het eerst – op basis van archiefonderzoek en interviews – op samenhangende wijze de bestrijding van de CP en de CD en ook de reactie daarop van die partijen.’
Natuurlijk zet je het boek van Niemöller in de literatuurlijst, maar verder doe je alsof je neus bloed. Je negeert Niemöller zoals de ‘democratische politieke partijen’ Hans Janmaat in het parlement negeerden. Het boek van Niemöller heeft voor Jan de Vetten nooit bestaan.
Maar heeft de Vetten dan niets overgeschreven van Niemöller? Ik kan dat niet controleren. Wat ik wel kan controleren is dat hij een fout heeft overgeschreven van Jaap van Donselaar. Deze schreef ook een proefschrift met bijna dezelfde titel over hetzelfde onderwerp (Fout na de Oorlog) maar dan 25 jaar eerder. Hans Janmaat werd daar als een fascist geportretteerd. De Utrechtse promovendus nam destijds niet de moeite om Janmaat zelf te interviewen, maar hij wist wel te vertellen dat Janmaat aan de Vrije Universiteit gestudeerd had. Vooral dat laatste vond Janmaat verschrikkelijk. Hij was geen fascist en hij had zéker niet aan de Vrije Universiteit gestudeerd.
Janmaat studeerde aan de Universiteit van Amsterdam en daar was hij trots op. Toen hij in 1998 definitief een punt zette achter zijn politieke carrière belde hij mij op om te vragen of ik zijn archief wilde beheren. ‘Dan blijft het bij de UvA’ zei hij tegen mij, ‘dan valt het niet in handen van de Anne Frank stichting.’
En nu staat er, in een Leidse dissertatie, opnieuw dat Hans Janmaat aan de Vrije Universiteit studeerde (p.33). Wetenschappers schrijven elkaar vaak over: met fouten en al. Hans Janmaat zal zich in zijn graf omkeren. En trouwens: de oprichter van de Leidse politicologie wijlen prof Hans Daalder evenzeer. Als de Universiteit van Leiden vroeger ergens voor stond dan was het wel dat de historische feiten correct moesten worden weergegeven.
Is er dan niets waarin Jan de Vetten beter is dan Joost Niemöller? Jazeker: hij is systematischer is en heeft meer tabellen. Hij laat bovendien zien dat er in de Tweede Kamer ook nog een paar beschaafde mensen zaten, zoals Erik Jurgens, die Hans Janmaats uitgestoken hand niet weigerde toen deze hem kwam feliciteren met zijn beëdiging. Erik Jurgens, die de voorzitter van de Tweede Kamer kapittelde omdat deze Hans Janmaat onheus bejegende; die het opnam voor Janmaats recht op vrije meningsuiting.
Maar wil je weten hoe Jan Hoedeman en Arendo Joustra Hans Janmaat in de val lieten lopen in een interview dat in Elsevier werd afgedrukt, waarin ze Janmaat antisemitische uitspraken afdrukten die hij nooit gedaan had, dan moet je weer bij Joost Niemöller zijn. Deze drukt het relevante deel van de band helemaal af en constateert dat er door de heren van Elsevier opzettelijk gesjoemeld is. Een zwarte bladzij uit de Nederlandse journalistiek. Ik laat hier Niemöller aan het woord die verhaalt hoe Elsevier op een klacht van Hans Janmaat dreigt de tekst van de band af te drukken. Dan blijkt dat niet Arendo Joustra maar Hans Janmaat gelijk heeft:
“Deze tweede versie van Elsevier week dus duidelijk af van de eerste versie. De twee zinnen die Janmaat tot antisemiet zouden maken, stonden er niet meer in. In de eerste versie zou Janmaat gezegd hebben: ‘Met antisemitisme trek je in Nederland geen stemmen.’ Weg. En dan: ‘Dat Joden als nomaden trekken, wil ik ze niet kwalijk nemen, maar openbare functies mogen ze dan niet bekleden.’ Ook weg.”
Dat interview begon zo: Elsevier: ‘Over joden spreekt u nooit hè?’
Janmaat: ‘Laat ik zeggen, dat zijn volgens mij en volgens de partij geen bijzondere mensen. We praten over Nederlanders als we over Nederlanders praten, maar ik dacht dat de heer Van Thijn tot een joodse minderheid behoort, wat we leuk vinden, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat we geen kritiek mogen hebben op z’n politieke optreden.’
Elsevier: ‘Maar niet omdat hij joods is?’
Janmaat: ‘Nee, nee. Maar om hetgeen dat hij doet.’
Van zo iemand toch een antisemiet maken, daar leende Vrij Nederland zich niet voor.