Momenteel lijkt zich één van de grootste menselijke rampen in onze vaderlandse geschiedenis te voltrekken. Elke dagen krijgen zo’n 278 Nederlanders te horen dat ze kanker hebben. Ongeveer 101.500 mensen per jaar. Iedere Nederlander kent wel een familielid, een vriend, een collega of een buurman die dit lot is overkomen. Daarmee is nagenoeg elke Nederlander direct of indirect slachtoffer van deze verschrikkelijke ziekte. En toch blijft het al jarenlang muisstil vanuit politiek Den Haag rondom deze kankerepidemie. Het ‘Nationaal Programma Kankerbestrijding 2005-2010’ is inmiddels beëindigd en heeft vooral hele dikke rapporten geproduceerd en niet gezorgd voor structureel minder kanker. De hoogste tijd om kankerbestrijding en vooral kankerpreventie weer op de politieke agenda te plaatsen.
Onlangs kreeg een bijzonder dierbaar lid van mijn familie te horen dat hij darmkanker heeft. En dat niet alleen. De kanker is behoorlijk uitgezaaid naar andere delen van zijn lichaam. Zo behoorlijk dat de artsen een “palliatieve behandeling” hebben voorgeschreven om zijn leven te verlengen. De kanker kan immers niet meer worden genezen. Na het horen van dit afgrijselijke bericht, stortte de wereld van dit familielid in. Al zijn dromen leken in één klap vervlogen. Het gevoel van oneerlijkheid en onrechtvaardigheid maakte zich van hem meester. Hij was niet langer meer een normaal, gezond persoon, maar een terminale kankerpatiënt met een beperkte houdbaarheidsdatum.
Eén gruwelijke boodschap met meerdere slachtoffers. Want zijn familie, vrienden en andere dierbaren werden ook geraakt door dit bericht. ‘Waarom moet dit juist hem overkomen?’ hoorde ik enkelen van hen zeggen. Een vraag waarop niemand een antwoord heeft. Kanker is een willekeurig en gewetenloos monster en kan toeslaan in het lichaam van elke Nederlander. En toch blijf ik me afvragen of het mogelijk is om te voorkomen dat deze ziekte zo massaal kan toeslaan in ons land. Is er meer kankerpreventie mogelijk en wat kan de overheid doen om haar inwoners te beschermen tegen deze nationale ramp?
Op zoek naar antwoorden op deze vragen, zag ik dat eind 2004 het Nationaal Programma Kankerbestrijding (NPK) werd gelanceerd; een samenwerkingsverband van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties, KWF Kankerbestrijding, Vereniging van Integrale Kankercentra en Zorgverzekeraars Nederland. “Het NPK beslaat de bestrijding van kanker in al zijn facetten: primaire preventie, secundaire preventie, kankerzorg, patiëntenvoorlichting en psychosociale zorg, deskundigheidsbevordering en onderzoek. Het heeft tot doel de kankerbestrijding de komende jaren effectiever en efficiënter te maken: het maximale te halen uit beschikbare middelen.” Een prachtig streven, waar niemand iets op tegen kan hebben.
Anno 2014 vraag ik me echter af of dit streven ook daadwerkelijk iets heeft opgeleverd. Ik heb geen flauw idee, maar weet wel dat het aantal Nederlanders met kanker sinds afronding van het NPK alleen maar is toegenomen. Bovendien is de verwachting dat het aantal mensen met kanker de komende jaren alleen maar blijft toenemen. Mijn onbegrip over het gebrek aan politieke aandacht voor het voorkomen van kanker wordt alleen maar groter.
Zeker als ik het ‘Nationaal Programma Preventie’ van het ministerie van VWS lees; een programma om tussen 2014 en 2016 te zorgen dat de volksgezondheid wordt verbeterd en chronische ziekten worden voorkomen. In het 87 pagina dikke programma komt het woord ‘kanker’ welgeteld zeven keer voor, inclusief twee keer in de vorm van ‘KWF Kankerbestrijding’.
Oftewel: kanker is in het Nationaal Programma Preventie een ondergeschoven kindje. Een onbegrijpelijke, impliciete boodschap van onze regering voor al die Nederlanders en hun dierbaren die te horen krijgen dat ze kanker hebben. Bovendien blinken de in het programma opgenomen activiteiten uit in vrijblijvendheid. Activiteiten als: “Het stimuleren van actief gezondheidsbeleid en kennisverspreiding in bedrijven.” Of het oproepen van bedrijven om “meer sectorbrede afspraken te maken over productverbetering in verschillende productcategorieën (bijvoorbeeld, soepen, sauzen, en koek en gebak).” Onmiskenbaar goedbedoelde activiteiten, maar de weg naar hel en verdoemenis is geplaveid met goede voornemens.
Volgens het NPK is 75% van de sterfte aan kanker te verklaren door “ongezond gedrag”. Een harde conclusie die mij gek genoeg wel hoop geeft. Een gezonde levensstijl is namelijk zeer goed beïnvloedbaar en daarmee dus ook vele vormen van kanker. Individuele Nederlanders hebben namelijk zelf invloed op het omgaan met risicofactoren als (mee)roken, ongezond eten, overmatig alcoholgebruik, weinig lichaamsbeweging en te vaak bakken in de zon. De omvang van de huidige kankerepidemie is echter zo immens dat collectieve en niet-vrijblijvende actie om een gezonde levensstijl van Nederlanders te bevorderen, gerechtvaardigd is.
Zeker als we allemaal direct of indirect last hebben van kanker. Is het niet emotioneel en moreel, dan wel economisch. Mensen met kanker hebben namelijk een hoger ziekteverzuimpercentage en zijn minder productief op de arbeidsmarkt of in het onderwijs. Zelfs voor de minst maatschappelijk betrokken politici die zich primair bekommeren om de portemonnee van werkgevers is er dus geen enkel excuses om als overheid het voorkomen van kanker volledig over te laten aan individuele Nederlanders, zorgverleners en allerlei maatschappelijke organisaties en fondsen.
In dat kader is het Nationaal Programma Preventie een aardige eerste, papieren stap in de goede richting – al is de expliciete aandacht voor kanker zwaar onder de maat. Maar de volgende stap moet een hele concrete en forse zijn. Een stap waar alle Nederlanders daadwerkelijk iets van merken. Denk aan het afschaffen van BTW op biologische groenten en fruit, zodat gezond eten ook financieel aantrekkelijk wordt voor mensen met een smalle beurs. Of het verplichten van uitsluitend gezonde snacks in elke schoolkantine in plaats van cola, chocoladerepen en saucijzenbroodjes. Of het herinvoeren van schoolzwemmen op elke basisschool. Maar ook door strenger en harder overheidsoptreden tegen kankerverwekkende producten en stoffen vanuit de voedingsindustrie.
Zo zijn er door deskundigen vast nog meer goede voorbeelden te noemen. Voorbeelden die op korte termijn in de praktijk moeten worden gebracht. En niet met een softe, liberale aanpak die uitgaat van eigen verantwoordelijkheid van individuen of individuele bedrijven, maar een snoeiharde, verplichtende aanpak waar niemand aan ontkomt. Want Nederland heeft zijn buik meer dan vol van kanker.
U vindt Dave Ensberg-Kleijkers op Twitter.