Een zwarte vriendin van mij, ze woont al zeventien jaar in Nederland, geboren in Soedan en tot haar vijftiende woonachtig in Oeganda, lacht zich te barsten over de ophef over Zwarte Piet. Ik legde haar laatst uit wat “lul maar raak” betekent en dat roept ze nu steevast, als ze weer een troela als een Ineke Strouken voorbij ziet komen.
Ineke is de directeur van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE). Dinsdagavond lanceerde ze bij Knevel en Van de Brink de “nieuwe Zwarte Piet” aan het volk. Ineke is het prototype van de generatie geitenharen wollen sokken en zou zomaar, heel stout in een grijs verleden, lid van een vage commune of softe sekte kunnen zijn geweest. Vol met zweverige idealen maar geen enkel benul van de werkelijkheid.
Het VIE doet zowaar zelf “wetenschappelijk” onderzoek en daar is een interview met dertig willekeurige mensen over het fenomeen Zwarte Piet door een “onafhankelijk onderzoeker” keihard academisch bewijs. Een trend in onze huidige maatschappij, waarin gefundeerd onderzoek of statistisch bewijs heeft plaats gemaakt voor inderdaad “lul maar raak”.
En hoe cynisch, maar ook treurig tegelijk is het niet, dat het item door Knevel op de voorhand al tot een “memorabele” uitzending wordt gebombardeerd. De rest van de media loopt vervolgens als een kip zonder kop achter Ineke en Andries aan, want de aankondiging van de “nieuwe Zwarte Piet” werd al vóór de uitzending door alle media als keiharde primeur aangekondigd en blind overgenomen. En zo houden we elkaar in stand, lieve geteisterde kijker. Zonder enige kritische vraag over dat belabberde onderzoekje lieten Knevel en Van de Brink zich ook nu weer misbruiken voor licht verteerbare prietpraat, waar uw en mijn kijk-en luistergeld aan wordt verspild.
De metamorfose van de oude Piet is heel simpel. Haal de oorringen uit zijn oren, strijk zijn kroeshaar glad en breng zijn lippen terug naar normale proporties. Tijdens de modeshow in de studio, waar de Pieten als ware modellen over de catwalk mochten paraderen, moest het verschil duidelijk worden gemaakt. De harde, meedogenloze, angstaanjagende Piet, het liefst nog uitgerust met het gevreesde wapen tegen alle stoute kindertjes, de roe, is getransformeerd tot de nichterige Piet. Vanaf vandaag de warme kindervriend, waarbij geen spoortje meer te bekennen is van slavernij, uitbuiting of onderdrukking. Helaas nog wel met één omstreden, onontkoombaar, stigmatiserend kenmerk: hij is en blijft zwart. Maar desondanks praten we vanaf nu dus over de nieuwe “compromis” Piet.
Tjongejonge, wat een haatmailtjes kregen Ineke en haar vage clubje vorig jaar niet binnen, tijdens de nationale discussie over Zwarte Piet. Van de 9000 reacties was zeker de helft vijandig, stelt Ineke vast, maar vanaf half november ontwaarde de directeur “een kantelpunt”. Blijkbaar waren de eerste, primaire woede en agressie van onze, zwarte, zwaar beschadigde medemens getemperd en was er ineens volop ruimte voor een nieuwe klimaat qua Pietdenken.
Natuurlijk, best raar om die kentering in dat Pietdenken, nu al, op 10 juni, kenbaar te maken. Aan de andere kant, de tijd gaat snel en voor je het weet is het alweer pakjesavond. Dus hoe leuk is het niet om in komkommertijd deze harde primeur in overleg met Andries en Tijs aan de man en vrouw te brengen. Vooral als je als redactie geen ander zinnig onderwerp weet te bedenken op de woensdagavond.
Wie mijn hart stal was toch Jan van Wijk, voorzitter van het Sint Nicolaas Genootschap. Jan maakte op mij desondanks een ietwat gehavende indruk. Lijkt me zo’n vader die op pakjesavond strontlazarus is en vrouw en kinderen in de steek laat op het meest cruciale, intieme familie-evenement van het jaar. Voor Jan bestaat er maar één echte, traditionele, originele Zwarte Piet. Lekker zwart, oorringen, dikke lippen en een volle bos met kroeshaar. Gewoon een leuke neger die Sinterklaas helpt. Dat blijft voor Jan, ondanks het felle protest, het ideaalbeeld van een Piet.
Wat mij het meest bevreest, zelfs angst aanjaagt en voor slapeloze nachten zorgt, is de lichtheid van het bestaan, die de overhand neemt. Op tv, in de politiek, op straat, op een verjaardag, bij het tankstation, en mocht je ze nog hebben, bij je schoonouders thuis. Een normaal gesprek, met enige diepgang, bevlogen en onderbouwd met argumenten voor en tegen. Het lijkt te zijn verdampt. Het begrip “talkshow”, iedere dag weer een ideaal platform voor meningen en actuele zaken die er echt toe doen, die je raken en beklijven, is verworden tot een gemakzuchtig uurtje vrijblijvend babbelen, waarin de Ineke’s kunnen floreren en volledig de vrije hand krijgen. Zonder enig weerwoord of kritische kanttekening, want het uur moet vol en dat is al een hele klus.
De vriendin uit Oeganda wordt heel vaak bevangen door valse schaamte, als we samen tv kijken. Ze is stomverbaasd over de tijd die wij spenderen aan non-items, terwijl het in haar geboorteland feitelijk maar om één ding gaat: hoe te overleven.