Natrappen in de zaak Lucia de B.

16-06-2014 15:29

Met stip het naarste en raarste stuk dat ik dit weekend las, is geschreven door Martin Sommer. Vier jaar later vindt de politiek commentator van de Volkskrant het nodig om de vrouw die aan de wieg stond van de vrijspraak van Lucia de Berk een flinke trap na te geven. Niet omdat Sommer ook maar enigszins op de hoogte lijkt van de rol die verpleeghuisarts Metta de Noo heeft gespeeld in het hele proces dat tot die vrijlating heeft geleid. Dat mag ik tenminste hopen – want anders zou je hem van kwaadaardigheid kunnen verdenken. Nu lijkt er vooral sprake van slordigheid – een slordigheid die, overigens, net zo onthutsend is.

Vasthoudend en onvermoeibaar

Beste mijnheer Sommer. Als Metta de Noo er niet was geweest, met haar ongelofelijke vasthoudendheid en medische kennis, had haar broer Ton Derksen zijn boek nooit geschreven. Nooit kunnen schrijven, ook. Het was Metta de Noo die argwaan kreeg toen ze hoorde over de ernstige beschuldigingen tegen Lucia de Berk. Het was Metta de Noo die haar broer Ton ervan heeft overtuigd dat hij zich in de zaak moest verdiepen. Het was Metta de Noo die onvermoeibaar alle zogenaamde moorden heeft bestudeerd en in het ‘bewijsmateriaal’ allerlei onregelmatigheden ontdekte. Als Metta de Noo er niet was geweest, beste mijnheer Sommer, had Lucia de Berk nog gevangen gezeten.

Tweede carrière

Ton Derksen heeft een belangrijk boek geschreven, maar zonder de medische kennis van Metta de Noo en de statistische kennis van Richard Gill – die gehakt maakte van de zogenaamde statistiek die de motor was van deze zaak – had hij dat niet gekund. Dat de naam Ton Derksen als eerste valt wanneer er wordt gesproken over ‘de zaak Lucia de B.’, komt doordat bij de (in 2012 opgeheven) Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken enkel functionarissen en wetenschappers een herzieningsverzoek mochten indienen. De Noo was geen wetenschapper. Dat komt ook doordat Ton Derksen inmiddels de smaak te pakken heeft gekregen en een tweede carrière is begonnen waarin hij zich stort op (mogelijke) justitiële dwalingen. Metta de Noo niet, al schreef ze zelf wel een boek over de zaak.

Netwerk

Dat Metta de Noo tijdens haar onderzoek de contouren zag van een netwerk van politici, medici en juristen, lijkt me niet zo vreemd als je je jarenlang vastbijt in een zaak waarin deze werelden vertegenwoordigd zijn. Dat deze mensen met elkaar hebben gesproken over de ‘zaak Lucia de B.’ is ook geen gekke gedachte; dat deden heel veel mensen. Of ze elkaar de hand boven het hoofd hielden, weet ik niet. Ik ben wel stomverbaasd dat de toenmalige directeur van het Juliana Kinderziekenhuis Paul Smits die aangifte deed tegen Lucia de Berk, aan de vooravond van haar vrijspraak zei: ‘Ik verwijt mezelf totaal niets ten aanzien van de stap die ik heb genomen. Gebeurt het morgen weer, dan doe ik morgen weer hetzelfde (…) Ik heb nergens spijt van. Echt niet’. Smits kon zijn carrière gewoon voortzetten. In 2010 was hij de bestbetaalde ziekenhuisbestuurder van Nederland. En na zijn ernstig bekritiseerde optreden als bestuurder van het Maasstad ziekenhuis bij de uitbraak van de Klebsiella bacterie, kreeg hij zelfs een forse bonus mee.

Opmerkelijk, niet? Nee, niet. We zien het wel vaker. Dat heet een ‘old boys network’, en het zou me niet verbazen als Metta de Noo tijdens haar jarenlange graven in de zaak Lucia de Berk een glimp van dat netwerk heeft opgevangen. In haar interview met Jannetje Koelewijn zegt ze daar in één alinea iets over. Voor Martin Sommer is dat blijkbaar voldoende om haar af te serveren als een complotdenker. Heel raar, heel naar, en heel onterecht gezien haar cruciale rol in deze zaak.

Medische dwalingen

Intussen heeft de juridische wereld zijn deur op een kier gezet, maar is die van de medische wereld nog potdicht. Ook Paula van der Oest heeft er in haar film ‘Lucia de B.’ voor gekozen de juristen te bekritiseren – al doet ze dat halfslachtig doordat háár klokkenluider, wat een gotspe, uit het Openbaar Ministerie zelf afkomstig is – en de medische wereld buiten schot te laten. Daarmee is het juridische falen in deze zaak nog steeds een goede bliksemafleider voor de dwalingen die in de medische wereld hebben plaatsgevonden, en waarmee het allemaal is begonnen. Een wereld waarin Metta de Noo nog regelmatig met de nek wordt aangekeken. Maar ja, dat zal volgens Martin Sommer ook wel een kwestie van complotdenken zijn.