Terwijl de slag in Aleppo elke dag dichterbij een einde komt in het voordeel van de Syrische regering, is Mosul nu volledig omsingeld en de jihadi’s van de Islamitische Staat kunnen geen kant meer op. Ondertussen wordt het nabijgelegen stadje Tel Afar belaagd door sjiitische paramiltairen, de Hashd al-Shaabi. De Soennitische grootmachten staan met hun mond vol tanden. Van Syrie naar Irak tot Libanon en Jemen: het lijkt erop dat vroeg of laat de shia de dienst gaan uitmaken in het Midden-oosten.
Met de Islamitische Staat is het bijna afgelopen. Het Iraakse leger, is, van een club angsthazen die in 2014 hun halve arsenaal in handen van ISIS hebben laten vallen getransformeerd tot een redelijk kundige oorlogsmachine, iets wat de Amerikanen lange tijd niet voor elkaar kregen. Wanneer Mosul de komende maanden is bevrijd, wordt het enkel nog een kwestie van het oprollen van een paar laatste dorpen en kleine steden.
Een belangrijke rol daarin wordt gespeeld door de Hashd al-Shaabi, de Volksmobilisatieeenheden (in het engels afgekort tot PMU). Iran is geslaagd waar Turkije en Saudi-Arabië hard in hebben gefaald, het mobiliseren van de meest fanatische burgers tot een volwaardig leger. De mobilisatie is geslaagd in Syrië, maar de rebellen en jihadisten grijpen elkaar voortdurend naar de keel. Zelfs de twee grootste voormalige al-Qaeda branches in de regio, al-Nusra en ISIS, konden het niet met elkaar eens worden over hoe de jihad gevoerd moet worden. Je zou je haast gaan afvragen hoe genuanceerd zo’n hoofdenafhakfestijn kan zijn. Het resultaat is dat zij weinig steun vanuit de massa’s kregen en nu dagelijks weggeblazen worden door vliegtuigjes van Russische en Amerikaanse afkomst.
Waar de Arabieren geen raad weten met de puinhopen van het Midden-Oosten, gaan de Perzen direct aan de slag met het strategisch uitbuiten daarvan. Iran heeft een politieke cultuur en geschiedenis die duizenden jaren ouder is en naast wie de Saudi’s en Turken slechts nieuwkomers lijken. En in tegenstelling tot de rest laten zij de religieuze achterlijkheid van hun geestelijken geen belemmering zijn voor hun politiek-militaire optreden. Iran is opgeklommen van een internationale pariapositie op het niveau Noord-Korea tot nu een belangrijke partner van zowel Oost als West.
Ondanks dat Donald Trump en zijn nieuwe adviseur Flynn wat minder onder de indruk zijn en de nucleaire deal van Obama willen herzien, wrijven honderden multinationals zich alvast in de handjes om een markt van 80 miljoen mensen te kunnen bedienen. In de EU gaan ze in ieder geval al op de knietjes. Het is het enige land in het Midden-Oosten dat zonder miljarden aan jaarlijkse NAVO-subsidies (zoals Turkije en Israel krijgen) een eigen wapenindustrie heeft opgezet, en dat onder jarenlange sancties. De regionale strategie van Teheran wordt lokaal gecoördineerd door Qassem Soleimani, de commandant van de Iraanse Revolutionaire Garde, die nauw verweven is met de Iraanse economie. Meer zakendeals voor Iraanse bedrijven betekent ook direct meer centen voor de regionale aanpak. Dat zij nu duizenden buitenlandse strijders in Syrië hebben vechten toont aan hoe ver Teheran militaire macht kan projecteren.
Het Hashd-model wordt ook al een aantal jaren in Syrië toegepast, maar voorlopig alleen met buitenlanders uit bijvoorbeeld Iran, Afghanistan of Libanon. Ook soennietische Palestijnen zijn van de partij. Dat Palestijnse jongetje dat onthoofd werd door de “gematigde rebellen” van Aleppo zat daar ook niet voor niets. Het Syrische regeringsleger blinkt, zoals dat vaker gaat in Arabische landen, vooral uit in incompetentie en het moraal is onder de veelal dienstplichtige soldaten niet erg hoog, en dus laten de Iraanse meesters de offensieve acties over aan gemotiveerde paramilitaire formaties zoals die van Hezbollah terwijl de regeringstroepen vooral zijn aangewezen op het verdedigen van de achterhoede. Uiterst effectief in combinatie met de Russische luchtmacht. Waar de toekomst van Assad een jaar geleden nog erg onzeker leek, is het tij van de oorlog gekeerd en staat een overwinning zo goed als vast.
De oorsprong van de paramilitaire legers gaat terug naar de tijd van het verzet tegen Saddam, maar werd vooral prominent tijdens de Amerikaanse bezetting. Ondanks dat deze bezetting vooral in het voordeel van die shia uit kwam, was dat voor een hoop hardliners zoals het Mehdi Leger niet genoeg en gingen zij de strijd aan tegen de ongelovigen. Overigens hebben de sjiieten wel meer exotische gewoontes om hun geloofsovertuiging uit te drukken. Terwijl salafi-jihadisten zichzelf kastijden met boerka’s, baarden en het verbieden van muziek, herdenken miljoenen shiieten elk jaar hun verlies in de slag om Karbala in het jaar 680 door zichzelf met vleeshaken en messen te bewerken. Het bloed spettert zo rijkelijk in het rond op straat dat zelfs veel ayatollahs het feest verbieden met de aanbeveling dat de zelfsnijders beter hun bloed kunnen doneren.
De Hashd staan, na de jarenlange vendetta’s en etnische zuiveringen, onder soennieten niet bekend als gezellige jongens en worden soms beschreven als een soort sjiitische ISIS. Terwijl zij steeds dichterbij Tel Afar komen hebben duizenden families de stad al verlaten. De bevolking van Tel Afar bestaat uit Turkmenen (eigenlijk gewoon Iraakse Turken, hebben verder niets met Turkmenistan te maken), waarvan driekwart soenni en de rest shia. In de Saddam-tijd maakten de soennieten de dienst uit, sinds de Amerikaanse invasie in 2003 zijn die rollen in heel Irak omgedraaid wat een hoop ouderwetse woestijngezelligheid met zich meebracht.
Niet dat hun Turkse broeders onder leiding van sultan Erdogan ooit hebben geholpen met een oplossing. De paar Turkse interventies in Irak bleven beperkt tot het opblazen van Koerdische dorpen. Geen wonder dat Tel Afar zich in 2014 dus snel aansloot bij ISIS en het sjiitische deel van de bevolking het veld moest ruimen richting zuidelijk Irak, waar de shia een ruime meerderheid vormen. Daar zijn tienduizenden Turkmenen gerecruteerd door de Hashd en nu staan ze weer aan de poort om de rekening op zijn midden-oosters te vereffenen. Althans, daar vrezen de soennieten voor.
De laatste tijd blijken de PMU’s echter steeds meer in staat om soennieten te betrekken. Die maken nu ongeveer twintig procent uit van de paramiltaire brigades, ongeveer evenredig aan hun percentage van de Iraakse bevolking. De reden voor het toegenomen multiculturele enthousiasme en betrokkenheid is simpel: een vooraanstaande soennietische PMU-leider vertelt dat hij geen zin heeft om zijn stad tot puin gereduceerd te zien worden door sjiieten zoals ze dat al vaker deden. If you can’t beat ‘em, join ‘em, kortom. Zelfs een aantal Koerdische milities van de Yezidi’s, verbonden aan de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), hebben officiële PMU-status gekregen. Met een officiële status krijgen de paramilitairen van de regering in Bagdad aan salaris gelijk aan wat politietroepen en officiële militairen krijgen.
Met elke overwinning stijgt het aanzien van de shia-alliantie. De Hezbollah-strijders zijn weliswaar shia, maar toch één van de stoerste jongens in het Midden-Oosten in de ogen van alle soorten moslims door hun competentie in hun jarenlange strijd tegen Israël. Die lui, samen met de rest van de door Iran aangestuurde troepen, gaan natuurlijk niet stil zitten na de oorlog in Syrië. Het zou best kunnen dat zij degenen worden die de islamitische wereld bij elkaar kunnen rapen. De ayatollahs zijn misschien wel achterlijk, maar de lui die het strategische project draaien niet. Ze snappen donders goed dat de soennieten meer betrokken moeten worden omdat anders een overwinning op ISIS slechts een volgende fase van burgeroorlog in Irak betekent. Als ze Irak kunnen stabiliseren, dan geeft dat heel veel ruimte voor verdere acties in de regio. Saudi-Arabië heeft een onderdrukte minderheid van sjiieten en gezien het belabberde resultaat in Yemen is een toekomstige Iraanse heerschappij over Mekka en Medina helemaal niet zo’n gek idee.
Onder Soennieten is geen gebrek aan fanatisme, maar ze bakken er zo weinig van op het slagveld. ISIS en de ‘gematigde’ rebellen in Syrië zullen nooit meer een nieuw offensief op kunnen zetten. De Saudi’s zitten hopeloos vast in Yemen ondanks een meedogenloze 20 maanden durende interventie van hun kant, Erdogan is druk bezig met het om zeep helpen met alles wat de Turkse staat in 80 jaar tijd heeft opgebouwd. Het Egyptische regime van Sisi, afhankelijk van Saudische subsidies om overeind te blijven, ziet ook al uit welke hoek de wind waait en steunt openlijk de regering-Assad.
Iran trekt aan het langste eind als dit zo doorgaat. Uiteindelijk gaat het niet om de opvolging van Mohammed, waar de kloof tussen shia en soennie ontstond. Sjiisme stelde weinig voor totdat de Iraanse heersers zich rond 1500 tot het shiisme bekeerden, bijna 900 jaar na de islamitische verovering van Perzië, om zo een aparte identiteit te vormen tegenover de Ottomaanse rivalen. Men is in het genderneutrale Europa vergeten dat identiteit ook een vorm van macht is, zowel op persoonlijk als nationaal niveau. En een identiteit die macht en orde uitstraalt kan veel soennieten het religieuze gekibbel doen vergeten.
Als het om islam gaat in het Westen maken we ons vooral druk over terreuraanslagen en demografische veranderingen, of een paar clowns in de Tweede Kamer. Maar het schrikbeeld dat ISIS in 2014 opriep, van een echte jihad zoals we die sinds 1648 niet meer gezien hebben, zou werkelijkheid kunnen worden onder Iraans leidingschap. Tientallen strak georganiseerde, door religie en glorie aangewakkerde legioenen die hun weg door het Midden-Oosten heen schieten en hakken, effectief ondersteund door artillerie, tankbrigades en als het even kan ook nog een luchtmacht. En uiteindelijk moet al die religieuze dweepzucht tegen de ongelovigen gekeerd worden.