Een goede gast, tevens topfotograaf, vertelt dat hij zo moest lachen om Harry op bezoek bij de opa van Iniesta, die een museum runt over zijn kleinzoon. ‘Je moet echt even kijken. Harry die in het Nederlands iets te hard tegen zo’n oude Spanjaard zegt terwijl hij in de camera kijkt: Je hebt gewoon de schoenen van Iniesta, dit is een mooooooi museum.’ Ik strijk door mijn haar en kijk hem moeilijk aan. Even schiet ik in de mores van serieuze journalisten, die Harry een gekkie vinden.
Zij zouden iets meer respect moeten hebben voor hun jeugdheld Harry. Denkend aan Harry schieten er zoveel herinneringen door mijn hoofd die critici voor altijd de mond kunnen snoeren…
Voetbalkamp 1986 in Borculo bijvoorbeeld.
Via de voetbal gingen we altijd naar voetbalkampen die inhielden dat je een week ergens in Wanssum, Borculo of Valkenburg in een legertent sliep. Elke club had zijn eigen tent en eerlijk gezegd waren we een weekje volledig van God los. Er waren altijd jonge leiders mee die een biertje voor de tent dronken en overdag deelden ze mee in de totale anarchie van vla gooien, ranzige liedjes zingen (hoogtepunt: ‘er is een hoerenschip vergaan holadiejé’) en nog meer liedjes zingen (‘en die tent van Lyra die moet om, en die tent van Lyra die moet om’).
Tijdens die versie – de finale van het WK heb ik daar gezien – had mijn ploeggenoot een TDK-bandje bij zich met wat muzikaal werk van Henk en Harry. Op die compilatie van Verona stond bijvoorbeeld een heel leuke parodie op een zingende Ruud Gullit (‘ik ben een populaire gozer en een toffe reggaefreak. Met mijn haren in de rasta, vreet Italië mijn als pasta’) en natuurlijk de briljante aanklacht op de vage nummers met duizenden weermetaforen van Frank Boeijen (‘met de lucht in mijn hoofd en de regen in mijn hart loop ik verwaaid in het woordenmoeras’).
Die nummers pasten perfect bij die totale chaos van het weinig subtiele voetbalkamp (check Henk en Harry1) vol chaotische droppings, bizarre Bonte Avonden en klassieke plintenladder- en bougievonkjesgrappen. ‘Zoek ik naar bramen, maar de struik is leeg’.
Ik ben een dromer en soms droom ik dat mijn boek over jongensdromers een bestseller wordt nadat we het WK eindelijk eens winnen. Dan schuif ik in augustus natuurlijk aan bij Wilfried de Jong in Zomergasten en dan vraagt hij naar mijn favoriete tv-fragmenten. Ik zal aan Wilfried bekennen dat ik geen man ben van View from the Bridge of een Franse filmhuisfilm. Ik zou beginnen met de lange neus van Leo Beenhakker, dan alle interviews van Harry met Willem Kieft om te eindigen met de onderonsjes tussen de enthousiaste Harry en de chagrijnige Henk.
Harry zei het zelf al onlangs en dat is terecht: de mannen van Koefnoen mogen inderdaad zijn veters niet eens bekijken, laat staan strikken. ’s Avonds stuur ik die hele goede, aardige fotograaf een appje: Harry Vermeegen is inderdaad een held. Punt.
De Tranen van 88, drieënhalve ster in De Telegraaf, is nu uit. Je leven 2.0, koop dat boek! Als je het leuk vindt…