‘Gemeenten zeggen toch niet uit te komen met budget jeugdzorg’, kopt de NOS . ‘Overleeft de kinder- en jeugdpsychiatrie de transitie?’, vraagt website Kinderenjeugdpsychiatrie.help. Waarom gaan we zo ongelofelijk slordig om met onze kinderen?
Ik moet elke keer weer mijn tong afbijten om het niet nog eens te zeggen: wat van tevoren werd voorspeld door werkelijk iedereen die er verstand van heeft, is ook uitgekomen: de transitie van de jeugd-ggz heeft niet goed uitgepakt voor kinderen. Integendeel. Ze zijn van de regen in de drup beland. De psychische zorg voor kinderen moest anders, maar niet anders in de zin van: veel meer versnippering, veel minder privacy, veel langere wachtlijsten en een veel grotere administratieve last. En de psychische zorg moet zeker niet anders als dat betekent dat het ene kind wel goede zorg kan krijgen, maar het andere niet; gewoonweg omdat het in een gemeente woont waar geen expertise is en geen geld.
Het is onbegrijpelijk en onacceptabel dat we kinderen blootstellen aan deze willekeur, die schadelijk is voor hun gezondheid en ertoe kan leiden dat ze verkeerde hulp krijgen, of goede hulp te laat. O wat zou het allemaal verbeteren, die hulp dicht bij het kind! Al die dure expertise zou nauwelijks meer nodig zijn. De meeste psychische problemen zijn immers opvoedproblemen, dus laten we eerst eens eenvoudig beginnen: met ‘eigen kracht’, ‘ontzorgen’ en ‘normaliseren’. Fout, helemaal fout! Wie snel en goed wil kunnen helpen, zet een expert bij de ingang die meteen gaat schiften. Niks ‘stepped care’ en ‘watchful waiting’, maar onmiddellijk passende hulp voor elk kind.
De jeugd-gzz is sinds de invoering van de nieuwe Jeugdwet speelbal van de gemeenten. En daarmee zijn de kinderen dat ook. De transitie is veel te snel en ondoordacht uitgevoerd, en nu zitten de kinderen met de brokken – de kinderpsychiaters en -psychologen trouwens ook. Die moeten dealen met tientallen gemeenten die allemaal hun eigen administratieve regels en ICT-systemen hebben, hun eigen budgetplafonds, en hun eigen type inhoudelijke bemoeizucht met het werk van deze professionals. Met name dat laatste is een probleem; want de inhoud van een behandeling gaat een gemeente niets aan.
Niemand wil dat iemand namens de gemeente in de spreekkamer van de huisarts meekijkt of jij wel de behandeling mag krijgen die je volgens medische standaarden nodig hebt. Waarom zou dat dan wel een goed idee zijn als het om de geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren gaat? Omdat de transitie nou eenmaal ook een bezuinigingsdoelstelling heeft? Is dat een goede reden om de privacy van kinderen en jongeren te schenden en hun noodzakelijke hulp te ontzeggen?
Ik vrees dat twee cliché’s nog steeds leidend zijn als het om psychische hulp aan kinderen gaat. Een: ‘Kleine mensen hebben kleine problemen’. En twee: ‘Een probleem tussen je oren los je op met wilskracht’. Twee vrijbrieven om te sollen met de psychische gezondheid van kinderen, en hen over te laten aan mensen die én onvoldoende zijn gekwalificeerd én de opdracht hebben de zorgkosten terug te dringen. Geen wonder dat de zorg verslechtert en de problemen zich opstapelen. Dat had je van tevoren kunnen bedenken.