Niet praten met de pers, defensie doet het weer

19-12-2016 17:09

Op Facebook postte generaal Van Griensven zijn reactie naar aanleiding van aflevering 2 van de documentaire Onze missie in Afghanistan: De slag om Chora, die destijds op NPO 2 werd uitgezonden.

 

screen-shot-2016-12-19-at-17-03-35

 

De slag om Chora vond plaats in 2007. In de ochtend van 19 juni begonnen de Nederlanders de grootste tegenaanval in de naoorlogse vaderlandse geschiedenis, tevens de eerste sinds 1951. In dat jaar veroverden de militairen van het Nederlands Detachement Verenigde Naties in de Koreaoorlog Heuvel 325.

Militaire geloofwaardigheid

In perspectief deed de slag om Chora ‘recht’ aan de val van Srebrenica twaalf jaar eerder, althans zo hebben de militairen destijds dit ervaren en uitgesproken. Het belang van Chora voor de militaire geloofwaardigheid van de lead nation in de Afghaanse provincie Uruzgan, Nederland dus, was dan ook groot. Niet alleen met de kennis van nu.

Hans van Griensven, destijds kolonel, was als commandant van de Task Force Uruzgan de hoogst gegradueerde direct betrokkene bij de slag. Op Facebook reageert hij verongelijkt:

 

“Ze doen het weer. Dit was geen verslag van de slag om Chora. Dit is een eenzijdige, tendentieuze en slecht onderbouwde weergave van een dramatische gebeurtenis, vanuit de slachtoffer rol. Er zijn geen nieuwe feiten bekend geworden.”

 

Blijkbaar vindt Van Griensven het allemaal niet eerlijk wat de makers van Onze missie in Afghanistan hebben laten zien en vindt hij het nodig te schrijven:

 

“4 onafhankelijke onderzoeken en het Openbaar Ministerie hebben geconcludeerd dat, ondanks de vreselijke gevolgen, de Nederlandse militairen niets te verwijten valt.”

 

De eenzijdigheid die Van Griensven bedoelt is natuurlijk juist ook een gevolg van de weigering van Defensie om commentaar te geven.

Kans, geen bedreiging

Niettegenstaande de loftuitingen die de Task Force Uruzgan absoluut toekomen: had het Defensie niet gepast om wél commentaar te geven, al was het maar om de nu achteraf bekritiseerde eenzijdigheid de kop in te drukken? Instructiekaart 2-1251 geeft het nota bene aan: “Omgaan met de media is een kans, geen bedreiging.”

Niet reageren, zeker als dit ook nog eens wordt benoemd door de documentairemakers, kan bij de argeloze niet-militaire kijker juist de idee voeden dat Defensie iets te verbergen heeft, de feiten in de doofpot wil stoppen.

Openheid op het moment dat dit ertoe doet, dat hierom wordt gevraagd is altijd beter dan wachten tot onderzoeksjournalisten in voorkomend geval de onderste steen alsnog boven krijgen. Ik hecht eraan te benadrukken dat ik dus niet zeg dat met betrekking tot Chora de waarheid niet boven tafel is gekregen.

Positieve exposure

Breder getrokken: bij geslotenheid en ondoorzichtigheid is Defensie niet gebaat, behoudens uiteraard die omstandigheden waarin het operationele belang dit expliciet vraagt. Hoe je het wendt of keert: defensie moet het hebben van de positieve exposure van de kijker. Let wel: de niet-militaire kijker.

Het is niet primair de steun van haar militairen die Defensie keihard nodig heeft: wél de steun van de burger die, mits groter dan nu het geval is, de toekomst van de krijgsmacht mede kan borgen. De politieke wil om de krijgsmacht voort te stuwen in de vaart der volkeren berust in de eerste plaats op een electoraat dat nut en belang van haar krijgsmacht onderschrijft.

Nooit gebaat bij ‘geen commentaar’

Onverlet de door Van Griensven aangehaalde conclusies van vier onafhankelijke onderzoeken en het Openbaar Ministerie dat Nederlandse militairen in de slag om Chora “ondanks de vreselijke gevolgen niets te verwijten valt” is niet reageren op een vraag van de media juist in dit licht geen optie.

Sterker nog: ze kan onbedoeld de krijgsmacht in het verdachtenbankje plaatsen terwijl de kijkende militair dondersgoed weet dat hem of haar in dit dossier niets te verwijten valt. Ze is dus uiteindelijk contraproductief en doet geen goed aan het imago van de krijgsmacht. Onze militairen zijn nooit gebaat bij “geen commentaar”.

Negatieve framing

In dit voorbeeld had de generaal kunnen zeggen waarom commentaar geven eigenlijk niet nodig is: “Er zijn geen nieuwe feiten bekend geworden.”

Overigens deel ik de mening dat “onze militairen deden wat nodig was om de missie tot een succes te maken.” Maar het is al te gemakkelijk én een voorbeeld van negatieve framing om achteraf te proberen ‘gelijk’ te halen, terwijl dit niet nodig was geweest.

 

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op Defensie-Platform.nl