Kunst

Metallica laat Glastonbury trillen, Jack White te dronken om te presteren

29-06-2014 15:38

Dit weekend is het uitgestrekte land van de Britse boer Michael Eavis weer het decor van het grootste en oudste muziekfestival ter wereld: Glastonbury. Dagelijks doen Eke Bosman en Alice Boothby verslag via Twitter, Instagram en in tekst.

Het is zaterdagmorgen en het giet. De modderstromen wanen zich een weg door het boerenland en bezoekers ploegen zich met enig zichtbare moeite door de kleverige én glibberige ondergrond. Her en der zijn er wat tenten gesneuveld door de voorspelde ‘heavy showers’, maar de Britten laten zich niet uit het veld slaan. Zelfs niet de man die met twee pints in zijn handen om elf uur ’s ochtends het gevecht tegen de zwaartekracht verliest en faceforward de grond kust. Zijn bekers nog half vol. Hij lacht, neemt een slok en loopt met een door moddergekleurd gezicht door. (AB)

Jagwar Ma & Robert Plant

Psychedelica maakte in 2013 een welkome comeback en daar is het Australische Jagwar Ma er één van. Zij weten als geen ander deze muziekstroming te combineren met aanstekelijke beats wat naadloos samenvloeit tot een uitgebalanceerde combinatie tussen dance en indierock.

Het staat flink vol, voor Park Stage, het podium aan de voet van de grootste heuvel van het Glastonbury Festival. Wanneer de band opkomt en direct What Love inzet, verontschuldigen ze zich direct daarna voor het weer. Een wolkbreuk doet fans niets: met poncho’s aan wordt er door het publiek vrolijk ritmisch in de modder gestampt. Het is Engeland. Voor de opzwepende single Come Save Me wordt Stella Mogzawa van de band Warpaint erbij gehaald.

Knap: de band weet het publiek van begin tot eind te boeien met slechts één album.

Eenmaal terug van Jagwar Ma pakt ThePostOnline nog een staartje van het optreden van Led Zeppelin-zanger Robert Plant mee op het hoofdpodium. Plant, die na zijn Led Zeppelin periode nog een succesvolle solocarrière uit de grond heeft gestampt (met veel wereldmuziekinvloeden), schuwt niet nummers van de succesvolle rockband uit de seventies te spelen.

Sterker nog: vijf van de elf nummers van de set zijn van Led Zeppelin (respectievelijk: Babe I’m Gonna Leave You, Blackdog, Going to California, What it is and what should never be, Whole lotta love, Love en Rock and Roll).

En dat stemt het publiek blij: hoewel de Led Zepplin-frontman al jarenlang een reünie met de band afhoudt, steekt hij de oude hits in een nieuw jasje. En hoe: het is niet voor niets dat zijn stem verkozen is tot beste in rockgeschiedenis. (AB)

Jack White

Eén van de publiekstrekkers van deze dag is ook Jack White, de ex-frontman van The White Stripes en één van de bandleden van The Raconteurs. De ervaren muzikant heeft een repertoire van jewelste, en je zou kunnen verwachten dat zijn show (van een uur) een spetterend hitjesfestijn wordt.

Schijn bedriegt. Na een ijzersterk begin met Icky Thumb (single van het tweede album, The White Stripes) daalt het niveau al snel en begint het steeds meer op een jamsessie te lijken. Leuk als ze gaan jammen, maar na twee nummers is het verrassende effect eraf en begint het steeds meer op verveling te lijken.

Dat is het misschien ook. Jack White is namelijk knetterlam. Hij lijkt niet geïnteresseerd in het publiek te zijn en snauwt de bezoekers ook af als er niet luid genoeg wordt gejuicht en gesprongen. Ja, daar zorg je zelf voor, Jack. Daarnaast is het ook nog eens verdomd moeilijk om te springen in de kleverige modder.

Daarom eindigt het in een mineur, waarna de bezoekers snel het veld verlaten. Jack White zegt ook niks, maar komt tien minuten later terug met Seven Nation Army, dé hit van The White Stripes. Jack White valt op de drumstel en het publiek wordt tóch gek. Hiermee eindigt het concert enigszins goed, maar wel met een bittere nasmaak. (EB)

Metallica

Voor de mensen die het veld niet verlaten hebben rest Metallica. De headliner van de zaterdag. Vooraf was er veel commotie over de band als hoofdact, want Glastonbury ‘zou niet geschikt zijn voor heavy bands’. Metallica heeft daarop ludiek gereageerd met een nieuw uitgebracht t-shirt, met daarop de niet milde kritieken. Humor, daar houden we wel van.

Het publiek was veel minder massaal aanwezig dan bij Arcade Fire, een dag eerder, maar dat deert de band niet. Al gelijk met een spetterend begin laat leadzanger James Hetfield zien dat hij hier niet voor het geld of nieuwe fans komt. Hij komt voor de heilige grond. Het enthousiasme spat er vanaf. Krachtig, dat is wellicht het goede woord en dat is misschien nog wel een understatement.

Metallica was dus in een beste bui, met hits als Enter Sandman en Seek and Destroy als uitblinkers. Hetfield wil er nog bij zeggen dat hun optreden er hopelijk voor zorgt dat er meer ‘heavy bands’ naar het al zo brede festival komen, en hoopt dat zijn band het publiek heeft overtuigd.

De meningen daarover zijn nogal verdeeld. Wij hebben genoten, al snappen we de kritieken wel.

In ieder geval petje af voor het volgende filmpje, wat voorafgaand het concert werd afgespeeld naar aanleiding van de controverse over de voiceover van zanger James Hetfield in een documentaire over de berenjacht. Daar waren de Britten namelijk helemaal niet van gediend. (EB)