Racisme moet je gewoon accepteren; wie dat niet wenst te doen “jammert” en geeft anderen de schuld van zijn eigen onvermogen. De krampachtige reactie van ‘personal coach‘ Willem van Oostvoorn op mijn opiniestuk in de Volkskrant (naar aanleiding van een SCP-rapport, PDF) is er een die menig zwarte- en zandkleurige Nederlander bekend in de oren zal klinken.
Er is hier uiteraard helemaal geen sprake van onvermogen: de feitelijke situatie is dat het slechts één mailtje kost om mij te vestigen in het zonovergoten Silicon Valley. Visum, vliegticket, huisvesting en een jaarsalaris van tenminste 200.000 euro plus aandelen; alles wordt voor me geregeld. Dat is het resultaat van jarenlang zwoegen en offers maken. Ik bleef doorgaan, wat voor hobbels er ook op mijn pad kwamen. Ik greep elke kans die ik ooit heb kunnen nemen met beide handen. Daar pluk ik nu de vruchten van. Ik heb, zoals premier Rutte het noemt, mezelf ingevochten en nu ligt de wereld aan mijn voeten. Maar dat betekent niet dat alles pais en vree is.
Ondanks het racisme waarmee ik dagelijks wordt geconfronteerd, peins ik er geen seconde over om in te gaan op de mooie Californische voorstellen en eerloos met de staart tussen de benen uit mijn land te vertrekken. Het behaagt mij niet om de grond waar ik ben geboren en getogen te verlaten omdat een aanzienlijk deel van mijn landgenoten de principes, die verankerd zijn in onze Grondwet, verloochent. Ik neem slechts mijn verantwoordelijkheid als burger wanneer ik de mede-eigenaars van mijn land er aan herinner waar onze natie voor staat.
Het is daarom spijtig dat de heer van Oostvoorn, als zovelen, mijn commitment aan onze constitutionele waarden omschrijft als “jammeren”. Het is namelijk dankzij “jammerende” mensen dat hijzelf (en de rest van zijn sociale klasse) überhaupt naar school kon en niet vanaf zijn twaalfde in een fabriek hoefde te werken. Het is dankzij “jammerende” mensen dat vrouwen mogen stemmen en zich verkiesbaar stellen. Het is dankzij “jammerende” mensen dat iedereen die van elkaar houdt, ongeacht diens geslacht, in ons land met elkaar kan trouwen. Het is dankzij “jammerende” mensen dat wij nu een Grondwet hebben waar wij trots op mogen zijn. Als dit soort prachtige verworvenheden het resultaat zijn, dan heb ik graag dat meer mensen beginnen met “jammeren”.
Het schrijven van de heer van Oostvoorn staat symbool voor een status quo die weet dat haar dagen geteld zijn. Hij vertegenwoordigt de aristocratie, en niét degenen die haar ten val brachten. De slavernij, en niét degenen die het ten val brachten. Het grootkapitaal, en niét degenen die het ten val brachten. Het patriarchaat, en niét degenen die het ten val brachten. U kiest de verkeerde kant van de geschiedenis, landgenoot, waarom sluit u zich niet aan bij hen die de toekomst van ons land vertegenwoordigen? Het ten val brengen van deze racistische sociale orde is van existentieel belang voor iedere zwarte- en zandkleurige Nederlanders. Zij zullen zich daar niet in laten stoppen.
Tweederde van de jongeren in onze grote steden is van allochtone afkomst en de gewelddadige arrestatie van Quincy Gario in 2013 heeft bewegingen in gang gezet die niet meer gestopt kunnen worden. De geest is uit de fles; zélfs de academisch geschoolde allochtone middenklasse is het zat. Waar het R-woord vijf jaar geleden nog een groot taboe was, wordt het nu openlijk besproken. Onze samenleving kan niet langer ontkennen dat het een racismeprobleem heeft: zij verkeert in staat van etnische crisis.
De geïmporteerde Amerikaanse politieke correctheid is een vibe waar ik geen gevoel bij heb. Wij hebben oplossingen van eigen bodem nodig voor problemen van eigen bodem. Ik kom op plekken waar ik de ontwrichtende werking van (institutioneel) racisme van dichtbij kan aanschouwen. Quota voor topfuncties, diversiteitscommissies en safe spaces komen vanuit dat referentiekader slechts op mij over als een cynische grap. Ik heb niks aan solidariteitstatta’s die hun privileges checken om hun geweten te sussen in hun exotische multiculturele dierentuin.
Het is voor mij niet zinvol om een gesprek aan te gaan waar het uitgangspunt slachtoffer versus dader is. Ik wil een nationale dialoog als gelijken; als landgenoten; als burgers die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en stappen zetten naar de verzoening die onze natie hard nodig heeft. Het goedpraten, relativeren, herinterpreteren of ontkennen van het leed en de onvrede van de zwarte- en zandkleurige Nederlander is daarin geen juist vertrekpunt. Het gaat hier om de grondrechten van bijna twee miljoen inwoners van dit land. Die zijn voor mij niét onderhandelbaar, en daarop doe ik géén concessies.
Racisme is een reëel en ernstig maatschappelijk probleem. Het is ons aller verantwoordelijkheid een einde te maken aan dit kwaadaardige fenomeen, dat een diepe, pijnlijke stempel zet op de levens van honderdduizenden inwoners van dit land.
Dus aan het eind van de dag heeft iedereen gewoon twee keuzes: je bent aan of uit.