“Paul Aalbers heeft geen benul waar hij het over heeft. Heeft geen idee waarom mensen Trump hebben gestemd en waarom zij Wilders zullen stemmen. Zijn aanklacht dat het allemaal de schuld is van het internet is kinderachtig en zelfs gevaarlijk.
Trump heeft nauwelijks meer stemmen getrokken dan de Republikeinse kandidaten in 2008 en 2012. Hillary heeft dramatisch veel minder stemmen getrokken en dat is de voornaamste reden dat Trump heeft gewonnen. Je kunt je dus blindstaren op alle capriolen die Trump heeft uitgehaald maar dan sla je de plank volledig mis.
De vraag is dus waarom heeft Hillary zoveel minder stemmen getrokken dan normaal voor een Democratische kandidaat? Simpel. Niemand vertrouwt haar. De meeste mensen zien Hillary als een door en door corrupte politicus die te koop is via de Clinton foundation. Alle lekken, en hoe de DNC met Bernie Sanders is omgesprongen heeft dat beeld versterkt. Deze zaken zijn nauwelijks belicht door de media die nog nooit zo partijdig is geweest tijdens een verkiezing en waarvan sommigen zelfs donateur waren aan de campagne van Hillary Clinton.
Paul Aalbers’ dedain voor het gewone volk en het internet is volkomen misplaatst. Juist door het internet zijn zaken onder de loep gelegd die eigenlijk door de journalistiek aangekaart hadden moeten worden. Amerikanen hebben nog nooit zo weinig vertrouwen gehad in de “mainstream media” (MSM). Uit een recent onderzoek blijkt slechts zes procent. Dit komt omdat de media en de politiek zo verweven zijn dat er van neutrale berichtgeving nauwelijks sprake is. Alles is partijdig en Fox (Republikeins) is geen haar beter dan CNN (Democratisch). CNN staat inmiddels zelfs bekend als de Clinton News Network.
De boosheid waar Paul Aalbers over rept komt voor een deel voort uit het feit dat de media een propaganda-arm is geworden die dagelijks lulkoek spuit en verwacht dat iedereen het maar slikt. De hypocrisie van de MSM om “fake news” te gaan roepen is echter begrijpelijk. Het is een poging om de concurrentie uit te schakelen.
Het internet is gevaarlijk geworden voor gevestigde belangen. De complottheoretici die zo nu en dan opduiken worden aangedragen om aan te tonen dat het internet slecht en onwaar is en aan banden gelegd moet worden. Hier hebben we een heel mooi woord voor en dat heet ‘censuur’. De EU en andere overheden willen niets liever dan de informatievoorziening van de burgers controleren en eisen inmiddels al het recht op om te bepalen wat waar is en wat niet. George Orwell heeft 1984 niet als handleiding bedoeld!
Maar is er dan geen ellende op internet? Ja natuurlijk wel. Er is veel onzin, er worden mensen uitgescholden, bedreigd en persoonlijke informatie wordt verspreid, levens worden kapot gemaakt. Net als in het echt. Zijn mensen onaardiger op internet? Deels. Het gebrek aan direct persoonlijk contact zorgt ervoor dat mensen wel anders met elkaar omgaan. Wat het vooral onaangenaam kan maken is het feit dat potentieel miljoenen mensen kunnen reageren op je. Als maar genoeg dat doen dan zullen daar ook doodsbedreigingen tussen zitten. De schaal van de reacties doet slechts lijken dat er meer hufters zijn. Het zijn er niet meer, vroeger sprak of hoorde je ze alleen niet.
Het gevaarlijke aan het stuk van Paul Aalbers is dat het een verholen pleidooi is voor censuur. Iedereen is zo naar op internet en er is zoveel onwaar, daar moet wat aan gebeuren. Laat het allemaal maar over aan ons, de media, de elite. Wij weten wel wat goed voor u is burgertje. Het is echter een voorwaarde voor democratie om een vrije uitwisseling (en uiting van) ideeën te tolereren. Maar misschien vindt men democratie al niet meer relevant.
Bastiaan Uijttewaal “
Volledige naam gepubliceerd met toestemming.