Reportage

De SP doet een parodie op partijdemocratie in de kleuren van een kinderdagverblijf

15-01-2017 12:28

Ooit stond de SP bekend om haar duidelijke merkbeleid. De SP was tegen van alles en nog wat en had als logo een rode tomaat om dat te symboliseren. Maar van deze geweldige branding is nog maar weinig over. De tomaat is gebleven maar de rode kleur is verdwenen. Op het SP-partijcongres laat de partij zich zien in de felle kleuren van een kinderdagverblijf: groen, geel, roze en oranje. Het decor van het partijcongres is in deze kleuren opgetrokken, waardoor de setting opvallend veel doet denken aan programma’s als Sesamstraat en Telekids.

De SP is een partij van de collectieve belangen, de sociale zekerheid en de publieke sector. De partij is nadrukkelijk gericht op het collectief. Dat blijkt in de zaal in Tilburg die in een halve cirkel is opgesteld rond een podium met een grote SP-tomaat erop. Dit is de enige tomaat die niet in de kinderdagverblijf-kleuren is geschilderd. Deelsessies zijn er bij dit congres niet, want bij de SP doet men alles samen. Hoe gaat dat in zijn werk?

Websites vermelden locatie van congres niet

Bij critici bestaat het idee dat de SP geen democratische partij is en in plaats daarvan wordt geleid door apparatsjiks die achter de schermen de dienst uitmaken. Dit congres toont aan dat dat beeld niet klopt. De SP is een democratische ledenpartij met een getrapte structuur. Waar bij andere partijcongressen de leden allemaal hun individuele stem mogen laten horen, werkt de SP met afgevaardigden van afdelingen. Dit systeem is democratisch, maar ook gesloten. Zó gesloten dat de exacte locatie van het congres op veel websites niet eens wordt vermeld. Gewone leden hoeven er toch niet heen.

Veel aanwezigen hebben een prompt antwoord op het veronderstelde gebrek aan partijdemocratie: er heeft de afgelopen maanden een langdurig proces plaatsgevonden van afdelings- en regiovergaderingen. De buitenstaander – zoals uw verslaggever – wordt bij het congres geconfronteerd met de uitkomst van dit alles: een boekwerk van een kleine 200 pagina’s ruim 700 wijzigingsvoorstellen. “Hoeveel bewijs voor partijdemocratie wil je hebben?”

Ongestructureerd geen lijn aanhouden

Gewone leden zouden zo’n boekwerk nooit doornemen, maar waarschijnlijk doen de SP-afgevaardigden dat wel. Zonder voorbereiding is het in ieder geval onmogelijk het grootste deel van het programma te volgen. Dit heeft alles te maken met de manier waarop de SP discussieert: zo ongestructureerd mogelijk. Het is moeilijk dit anders op te vatten dan als een manier voor de partijtop om het proces in de hand te houden en geen last te hebben van verrassingen.

Er zijn verschillende discussierondes met een behoorlijk ondoorgrondelijk karakter. Indieners van wijzigingsvoorstellen mogen inspreken. 45 personen doen dat achter elkaar over verschillende onderwerpen uit het programma. Ze noemen vaak de paragraafnummers, maar veel overzicht geeft dat niet. De SP voert geen redactie: soortgelijke voorstellen moeten door afdelingen zelf worden samengevoegd en als ze dat weigeren of vergeten, worden de voorstellen apart behandeld. Zo komen dezelfde thema’s terug bij verschillende sprekers op verschillende tijdstippen.

Van wie was dit voorstel ook alweer?

De programmacommissie vertelt vervolgens iets over alle wijzigingsvoorstellen samen. Een gewone aanwezige is de draad allang kwijt: wat was het voorstel van De Bilt ook alweer? En van Arnhem? Die hadden toch meerdere voorstellen? Over welk voorstel heeft Sadet Karabulut het nu? Na de programmacommissie mogen de insprekers weer reageren en volgt nog eens de programmacommissie. Soms worden punten overgenomen maar in de meeste gevallen wijst de commissie de voorstellen af. Dat gebeurt soms expliciet, maar meestal impliciet. De volgorde van bespreking is steeds weer anders en de verschillende thema’s lopen moeiteloos in elkaar over. Na twee uur is iedereen zeker de draad kwijt.

De dag eindigt met 500 stemmingen. Uw verslaggever mag van de SP-leden niet schrijven dat de leden altijd stemmen wat de partij als stemadvies geeft, maar feitelijk stemmen de leden maar twee keer (0.4 procent) anders dan de partij wenst. De ondoorgrondelijke manier van discussiëren maakt het bij de meeste voorstellen – die bij de stemming alleen worden aangeduid met een nummer – onmogelijk iets anders te doen dan de partijlijn te volgen. Hoeveel ruimte deze procedure in de praktijk geeft om nog iets te wijzigen laat zich raden, maar de leden hebben zeker gelijk dat in theorie heel veel mogelijk is.

Economie versus cultuur

Bij de SP domineren sociaal-economische thema’s: studeren moet goedkoper worden, bij zorg mag er geen eigen risico zijn, de AOW-leeftijd moet naar beneden en de huren moeten omlaag. En zo gaat het eindeloos door. De vraag dringt zich op of de SP zich echt onderscheidt van GroenLinks. Het antwoord is nee, behalve dat het publiek bij de SP veel representatiever is voor de Nederlandse bevolking dan de studenten die massaal op Jesse Klaver afkomen. Maar er is nog een verschil: GroenLinks heeft een standpunt over vluchtelingen.

GroenLinks wil meer vluchtelingen, maar die duidelijkheid heeft de SP niet in huis. Het woord valt de hele dag niet of nauwelijks. Er wordt alleen een voorstel over het afschaffen van de Turkije-deal aangenomen. Maar wil de SP Syrische vluchtelingen naar Nederland laten komen? Politici én afgevaardigden doen opzichtige pogingen migratie sociaal-economisch te benaderen: er is oneerlijke arbeidsmigratie uit Oost-Europa. Dat punt is volgens de SP het belangrijkst en moet worden tegengegaan.

Maar doorvragend over vluchtelingen weet niemand wat de SP echt vindt en lopen de antwoorden uiteen. Dat kan de SP nog duur komen te staan. Het zou zomaar kunnen dat burgers willen dat de SP daar iets over te melden heeft.