“Cor is dood. Kogel door zijn kop geschoten. Hij zat in de coke en was bang voor een afrekening.” Ik studeer inmiddels al een paar jaar in Amsterdam als dit noodlottige bericht me bereikt. Cor Schuurman, mijn koersmaatje uit Breukelen? Niet alleen het verkeerde pad opgegaan, maar ook nog eens de verkeerde mensen tegen gekomen.
Cor en ik zijn nieuweling, de wielercategorie tot achttien jaar, daarna word je amateur. We rijden criteriums door het hele land, van Voerendaal tot Soest. Maar ook wel eens een ‘klassieker’ of een nationaal clubkampioenschap op de weg. En zelfs in Duitsland behalen we overwinnigen in een meerdaagse wedstrijd.
Cor is bouwvakker en wordt uiteindelijk broodamateur, nadat hij een sponsor heeft gevonden. Ik zit op de HAVO en hang mijn fiets definitief aan de wilgen op mijn negentiende, omdat ik wil gaan studeren. Tot die tijd hangt mijn jongenskamer vol met wielerfoto’s van Eddy Merckx, promiment tussen de Rolling Stones. Mijn fiets heeft de kleuren van Merckx’s ploeg, Faema, een Italiaans bedrijf dat espressomachines produceert. En een shirt met die opdruk was sowieso een must, anders hoorde je er echt niet bij.
Eddy is het grote voorbeeld van Cor en mij. Ook wij dromen van een heldenrol en bij Cor gaat dat zover dat hij niet schroomt om af en toe een shotje amfetamine te nemen. Hij bewaart het spul keurig in de koelkast van de boerderij en maakt zijn moeder wijs dat het om “extra vitaminen” gaat.
Ik kende sowieso veel maatjes, ook van andere clubs, die al heel jong slikten en het zal me niet verbazen als dat tot op de dag van vandaag nog steeds gebeurt. Net zoals het alcoholmisbruik onder jongeren, maar over doping onder piepjonge wielertalenten hoor je helaas nooit wat.
Cor en al mijn herinneringen aan gezamenlijke trainingsritten kwamen weer voorbij toen ik maandagavond naar In Beeld keek, met Johan van der Velde in de hoofdrol. Een supertalent met een minderwaardigheidscomplex dat zich later wreekt door amfetamineverslaving en het stelen van postzegelautomaten en grasmaaimachines, om zo zijn honger naar drugs te stillen.
Over het wielrennen ligt sowieso een zweem van bedriegen, liegen en elkaar een kunstje flikken, zoals dat zo mooi heet in het jargon. Een typische volkssport, veel rauwer dan menig andere sportactiviteit.
In die zin was ik als havist een buitenbeentje tussen de jongens die allemaal op de ‘ambachtsschool’ zaten en daarna niet verder leerden,omdat ze vaak, volkomen naïef, over een professionele wielercarrière droomden. Een enkeling bij mij uit de buurt haalde ternauwernood die fel begeerde status.
Cor en ik stonden ook bovenop de Cauberg tijdens het wereldkampioenschap wielrennen toen Jan Raas in 1979 de zege pakte. De gouden tijden van het tijdperk Post, waarin Van der Velde eveneens schitterde, nadat hij was ontdekt door wielercoach Rini Wagtmans tijdens de Tour de L’Avenir, de Ronde van de Toekomst, de koers voor beloftes.
Als de ploeg van Post, TI-Raleigh, in de jaren tachtig uit elkaar valt en Post en Raas de renners verdelen over Kwantum en Panasonic, kiest Van der Velde voor een Italiaans avontuur. Hij valt vooral voor het geld, een vette Porsche en het gladgestreken imago van het wielermétier in een land waar wielrennen niet alleen een noodzakelijk kwaad is, maar een vitaal onderdeel uitmaakt van de volkscultuur. Een groot renner zoals Van der Velde beschikt daar over talloze privileges en wordt letterlijk op handen gedragen.
Onder de kenners die commentaar leveren in de documentaire houdt Mart Smeets zich weer eens van de domme, zoals we al eerder zagen tijdens de val van Armstrong, die ook al jaren stijf stond van de dope. Mart signaleerde het allemaal wel, maar het fijne rond Van der Velde kan hij niet reproduceren.
Opvallend voor een éminence grise in het wielermilieu, waar de keurige Smeets al decennia lang deel van uitmaakt. Zodra het over de zelfkant gaat, het afglijden en tenslotte het verval van een renner, geeft Mart niet thuis.
Want voor wie het programma gemist heeft, Johan gaat vanzelfsprekend ten onder, raakt geïsoleerd van zijn oude makkers en bouwt als ‘kruimeldiefje’ een even grote erelijst op als in zijn hoogtijdagen op de flanken van de Dolomieten.
Later op de avond zag ik Smeets in zijn rol van onberispelijk geklede gastheer van De Avondetappe. Als je goed kijkt een heertje, een Fremdkörper met een academische tongval die terecht werd gewantrouwd door het peloton tijdens het begin van zijn optreden bij de NOS. En het is nog maar de vraag of Mart na al die jaren nu wél gepruimd wordt door het peloton.
Mooi contrast tussen Marianne Vos, aan tafel bij Smeets, en Johan Van der Velde. De ultieme winnares contra de ultieme verliezer die het putje ingaat. Discipline is het toverwoord en dat kon Van der Velde niet meer opbrengen voor het beroep waar hij als jongetje al van bezeten was. Een droom die ten koste van alles bewaarheid moest worden.
Met in het geval van Cor een kogel uit je eigen pistool als finale afrekening met een illusie die je tevergeefs jarenlang hebt nagejaagd.