Column

Enige wenken voor de vrienden van Israël

16-07-2014 15:00

Laat ik beginnen met een bekentenis: ik ben geen grote vriend van Israël. Nooit geweest, ook. Ik kan ook niet anders, als ik zie hoe landjepik, kolonisatie en feitelijke opsluiting levens van duizenden mensen al decennia steeds verder fnuiken, en hoe de welvaart van het ene volk ook nu nog steeds in direct verband staat met de verdrijving en de geclusterde armoede van het andere.

Ik wil vaak ook eigenlijk niet anders, als ik me realiseer hoe volstrekt compromisloos en vooral compassieloos haviken als Sharon en Netanyahu de afgelopen twintig jaar hebben opgesteld. Zoals u vorige week nog heeft kunnen lezen, ben ik overigens ook geen vriend van Hamas. Mijn hart en sympathie ligt bij die mannen, vrouwen en kinderen die ondanks alles zoveel mogelijk een gewoon menswaardig bestaan willen leiden, maar opgesloten zitten op een paar vierkante kilometer land en essentiële vrijheden ontberen. Vanwege Israël, ja, en van wege Hamas. In die volgorde.

Bloemetjes en liefde

Leest u nog? Mooi. Waar het om gaat is dit: hoewel mijn intuïtieve voorkeur dan niet bij Israël ligt ben ik, en ik denk velen met mij, niet dom, achterlijk of stekeblind, en ik ken de geschiedenis van Europa, en de gevoeligheden die die met zich meebrengt. Ik ken ook de geschiedenis van de diverse intifada’s, en van de terroristische aanslagen op bussen. Ik weet hoeveel raketten Hamas afvuurt, en op wie ze gericht zijn. Ik ben, net als wel meer mensen, links en progressief, dus ik wil graag een wereld met voor ieder gelijke kansen op welvaart, vrijheid en respect. Bloemetjes en liefde, zeg maar, en geen haat. Haat is stom. Sterker nog: haat gericht tegen groepen mensen, gebaseerd op wie ze zijn (of wat ze geloven), moeten we niet willen. Groeiende aanwijzingen voor systematische haat van sommige groepen jegens andere groepen zouden aanleiding moeten zijn voor zorg en oplettendheid.

Antisemitisme

Bij dat laatste wilde ik even stilstaan. Jodenhaat is, vrees ik, nog altijd een zeer reëel fenomeen, en iets waar we ons terecht druk over zouden moeten maken. Waakzaamheid is geboden, ook in Europa. Wel is de discussie vervuild. Er zijn mensen die zich slechts druk lijken te maken om antisemitisme als het uit Islamitische hoek komt, en voor het gemak figuren als Jean-Marie Le Pen en Harry Mens maar even over het hoofd zien. Dat soort selectiviteit is ronduit schadelijk: het politiseert een probleem dat van ons allemaal is. Niet van links, niet van rechts, maar van iedereen. Net als moslimhaat een probleem van iedereen is. Maar er is nog iets dat ik gevaarlijker vind dan dat, en daarvan hebben we deze week twee glasheldere voorbeelden gezien.

Pogrom

Allereerst was daar de demonstratie in Den Haag waar een paar volidioten het nodig vonden om Israël te vergelijken met het Derde Rijk. Beide vlaggen stonden afgebeeld op de meegebrachte spandoeken, het hakenkruis incluis. Walgelijk, zonder enige twijfel, maar met antisemitisme heeft het hoegenaamd niets van doen. Toch was dat wat rondgonsde op het internet, en in delen van opinieland. Ten tweede was daar het incident in Parijs, waarbij een groep oververhitte jongeren het bestond twee synagogen te bestormen. “POGROM!”, zo klonk het her en der. De voorzitter van het Europese Joodse Congres hield het op een ‘poging tot pogrom’. Het was een ronduit akelige gebeurtenis, waarbij de parallel met het historische fenomeen maar al te begrijpelijk is. Toch staat wat er in Parijs gebeurde in werkelijk geen enkele verhouding tot historische pogroms als die van Warschau (1881) en Odessa (1905). Om niet te spreken van de Kristallnacht.

Gevaarlijk

Ik begrijp dat het gebruik van Grote Woorden voortkomt uit oprechte betrokkenheid en ongerustheid. Ik erken dat er enige reden is tot zorg naar aanleiding van de gebeurtenissen van dit weekend. Wat storend en in mijn ogen gevaarlijk is, is dat gesmijt met superlatieven en uitroeptekens. De gebeurtenissen zijn zonder de historisch beladen labels al naargeestig genoeg. Sterker: die historisch beladen labels roepen vooral de herinnering op aan een verleden dat er nooit meer precies zo zijn zal, en verhinderen goed en kritisch te kijken naar het heden zoals dat zich aan ons manifesteert. Dat vind ik eng.

Het stoot ook af. De grote woorden bereiken namelijk vooral een klein publiek: het publiek dat eigenlijk toch al vond wat de spreker ook vindt, en dat eigenlijk gelijk nog maar al te graag even met een stukje retoriek omlijst. Grote woorden vinden geen twijfelaars, zeker niet als ze zo apert onterecht gebruikt worden. En dat is jammer, want vrienden van Israël kunnen hun vriend, lijkt me, geen grotere dienst bewijzen dan juist de grote groep redelijken en gematigden te bereiken. Dat lukt op deze manier vermoedelijk maar mondjesmaat.

Gretta Duisenberg

Dat iedere nieuwe episode in het Israëlisch – Palestijnse conflict voor sommigen aanleiding vormt hun Jodenhaat rond te bazuinen is walgelijk. Dat sommige vrienden van Israël gebeurtenissen uitvergroten en er ten onrechte suggestieve labels op plakken doet afbreuk aan hun geloofwaardigheid, en lijkt me uiteindelijk vooral schadelijk voor de zaak waar men voor staat. Mocht u het niet begrijpen: het opkloppen van een relletje tot een pogrom is ongeveer hetzelfde als Gretta Duisenberg die voortdurend riep dat er in Gaza een genocide aan de gang was. Daar luisterde ook niemand serieus naar.