Naar schatting 3 miljoen vrouwen in de wereld zijn de straat op gegaan tegen vrouwenhaat. Eindelijk. Het initiatief lag in Amerika en er waren solidariteitsmarsen in Europa en Australië; maar ook in India en Kenia. Het was het grootste vrouwenprotest in jaren. Maar waarom liet dit massaprotest zo lang op zich wachten?
Want vrouwenhaat is een gruwelijke realiteit van alle dag, waarbij de seksistische reputatie van de hork Trump nogal mager afsteekt. Bron van vrouwenhaat is de angst bij mannen om controle te verliezen over zichzelf en hun bestaan door toedoen van vrouwen. Mannen met die angst neigen er voortdurend naar vrouwen duidelijk te maken wie er de baas is. Met woorden, met wetten, met systematisch geweld.
Zo is het in grote delen van de wereld de gewoonste zaak dat het leven van vrouwen volledig gecontroleerd wordt door mannen en dat meisjes zijn uitgesloten van onderwijs en iedere maatschappelijke ontwikkeling. Om niet te zwijgen over vrouwenhaat die uitmondt in verkrachting, slavernij, marteling en moord.
Gegevens van de Verenigde Naties hierover schetsen een weerzinwekkende werkelijkheid. Een paar cijfers: een derde van alle vrouwen in de wereld heeft te maken (gehad) met seksueel of ander lichamelijk geweld, 700 miljoen vrouwen en meisjes zijn als kindbruid verhandeld en 200 miljoen vrouwen en meisjes zijn aan hun genitaliën voor het leven verminkt.
Het VN-onderzoek geeft aanleiding om élke dag een massaprotest te organiseren. Maar als het wachten was op de inauguratie van Trump, dan ontgaat de woedende menigte in Washington, New York, Londen en Parijs nogal wat.
Was het de westerse demonstranten vooral te doen om één man, de vrouwen in New Delhi ging het om aanzienlijk meer. In India – maar ook in Pakistan en Bangladesh – zijn vrouwen hun leven niet zeker. Moord, verkrachting, eerwraak en aanvallen met zoutzuur zijn daar aan de orde van dag. Aanleiding kan een woordenwisseling zijn, het afwijzen van een huwelijksaanzoek of seksuele avances, een blote wang of alleen het noodlot. Vrouwen in India zijn zo goed als vogelvrij.
Met gevaar voor eigen leven durven steeds meer vrouwen demonstraties te organiseren tegen dit geweld. In India, Pakistan en Bangladesh welteverstaan. De straten van Washington, New York, Londen en Amsterdam blijven leeg. Hier geen solidariteitsmarsen voor de vrouwen in Azië.
Ook de oorlog tegen vrouwen door de islamitische terreurclub Boko Haram krijgt de Amerikaanse en Europese protestgroepen niet uit hun luie stoel. De gruweldaden die de losgeslagen islamisten in Nigeria al met duizenden meisjes en jonge vrouwen hebben begaan, leveren bij actiegroepen in het Westen hooguit een hashtag op en bij lange na niet de menigte die tegen Trump te hoop loopt.
Ook geen wereldwijde vrouwenmars voor het lot van de Yazidi-vrouwen in ISIS-gebied. Zij zitten al bijna drie jaar gevangen en worden sindsdien verhandeld, verkracht en velen worden uiteindelijk vermoord. Geen women’s march tegen de slavendrijvers van ISIS; geen massa’s op de been tegen Saoedi-Arabië, waar vrouwen leven als tweederangs burgers en waar lijfstraffen en steniging de dagelijkse praktijk is voor vrouwen die zich niet houden aan wat mannen hen toestaan en verbieden.
Voor de Amerikaanse en Europese vrouwen die zaterdag eindelijk de noodzaak voelden in groten getale de straat op te gaan, bestaat er geen grotere bedreiging dan Donald Trump.
Tegen de achtergrond van wat vrouwen elders in de wereld ondergaan was hun mars zaterdag een kleinburgerlijk protest. Eigen onrecht eerst. Niet het leed van de vrouwen in India, Pakistan, Nigeria, Mali, Saoedi-Arabië of waar dan ook dreef hen naar de straat, maar het ‘onrecht’ opgezadeld te zitten met de ongewenste uitkomst van democratische verkiezingen. Laten we het onvermogen die uitslag te accepteren niet verwarren met internationale solidariteit.
Deze column werd eerder gepubliceerd op RTL Z.