Eigenlijk is het een raadsel waarom we zulke grote hersenen hebben. In principe hebben we ze, in tegenstelling tot allerlei theorieën, voor de meeste dingen die we doen helemaal niet nodig. Je kunt het iedere dag op televisie zien: of je nou een politicus, een rapper, een roodkeelkolibrie of een blauwe vinvis bent, het schema is hetzelfde. Beetje semi-tonaal zingen, beetje je concurrenten dissen en je ‘hood’ verdedigen, je voortplanten, op wereldtour…
Een roodkeelkolibrie kan met zijn breintje van minder dan een gram min of meer hetzelfde als een blauwe vinvis. Die laatste heeft blijkbaar al zijn 6 kilo hersenen nodig om zijn enorme lichaam aan te sturen. Bij ons is dat anders, zoals je vast wel weet. Onze drie pond hersens staan op ons lijf als een soort neurofysische vlag op een modderschuit. Om te bewegen hebben we ze niet nodig. Voor taal ook niet: prairiehonden met hersentjes zo groot als een walnoot hebben ook al een soort taal. Na een statistische analyse van fossiele schedels kwam een stel onderzoekers in 2009 met een opmerkelijke hypothese: het hangt allemaal samen met populatiegrootte en sociale competitie. Met andere woorden, ons brein is zo raar groot geworden, door een wedstrijdje met andere breinen. Met zichzelf dus, eigenlijk. Het is totaal losgezongen van de natuur. Kijk maar naar spelende kinderen. Ooit wel eens een jong dier met drie op elkaar geplakte closetrollen op zijn hoofd zien doen alsof hij een buitenaards wezen is?
Ministers als pokerspelers
Gelukkig heeft het brein daar zelf iets op gevonden. Een vriendin vertelde me laatst dat bijna de helft van alle hersenverbindingen die we leggen als kind, tijdens de puberteit weer wordt afgebroken. Een onderdeel waar zwaar op beknibbeld wordt, is het stuk dat de consequenties van je daden overziet. Daarom nemen pubers ook enorme risico’s. Ze weten dat wat ze doen onverstandig of zelfs levensgevaarlijk is, maar het boeit ze gewoon niet.
Het zou kunnen dat dat proces zich bij politici ook na de puberteit voortzet. Beetje kip en ei: durf je zoveel omdat je risico-inschatting minder goed werkt, of werkt je risico-inschatting minder goed, omdat je zoveel hebt gedurfd en het nog steeds na kunt vertellen? Ik heb Geert bovenaan dit stukje gezet, maar ik bedoel ze eigenlijk allemaal. Kijk naar Gerrit Zalm, met zijn blije eikel image en zijn flipperkast. Is dat een overjarige puber of niet? ‘Grote risico’s nemen, zelfs al weet je dat iets gevaarlijk of onverstandig is’, is die man op het lijf geschreven. Hij was minister van Financiën toen we overgingen naar de euro. Nou, hij zat er bovenop hoor. Beetje stoer doen, beetje Italië dissen. Misschien moest hij nog iets inhalen van het schoolplein… Maar Gerrit is absoluut niet dom. Dus hij moet het geweten hebben van Griekenland. Van die bodemloze put. Zijn collega’s idem. En het dan toch doen hè. Ballen van staal. Ik zie ze zitten, die Europese ministers van Financiën. In dat achterkamertje tijdens een gesloten deurtjes overleg. Cool als pokerspelers, ieder met een berg fiches voor zich die het totale kapitaal van hun land vertegenwoordigt. “Jullie kennen de risico’s hè. Gaan we all-in?” En dan, maniakaal lachend als een stel treinsurfende pubers, hup alles inzetten.
Je eigen hersenen opeten
En je kunt nog verder, wat hersenverbindingen afbreken betreft. Het manteldier, een soort zeeanemoon, is kampioen. De larve van dat beest zwemt vrij rond en heeft oogjes en een ruggengraat. Allemaal prima en nuttig. Tot hij een eigen plekje gevonden heeft. Dan zet hij zich vast en eet zijn eigen hersens op. Hij heeft ze niet meer nodig, hij gaat toch niet meer bewegen. Blijft over: een zakvormige filtervoederaar met een maagdarmstelsel en twee buizen: eentje voor de instroom en eentje voor de uitstroom. Prima strategie, als je toch alleen maar op je eigen plekje wilt zitten vegeteren. Misschien had-ie in deze tijd een paar hersencellen behouden om te kunnen gamen en YouTubefilmpjes te kijken. Maar helemaal zonder gaat ook.
Ik denk nu niet per se aan Geert Wilders. Ik denk meer aan een tendens die ik steeds meer zie in dit land. Behoudzucht, reactionair denken, meer bezig zijn met je eigen klompje wereld dan om je heen kijken. Ik zeg niet dat Nederland op een ponton moet en dat we samen de wereldzeeën over moeten zwerven hoor. Ik zeg ook niet dat je je Playstation en je tv bij het oud vuil moet zetten. Maar laten we in ieder geval een deel van ons enorme cumulatieve hersenenmassaoverschot gebruiken, om te voorkomen dat Nederland voor de buitenwereld steeds meer op een manteldier gaan lijken.