De Koran is niet aardig voor Joden, maar de Profeet noemt ze geen apen. Dat kwaadaardige verhaaltje moet de wereld uit. Juist ongelovigen horen geen leugens te verspreiden. Kijk, daar heeft men het weer. In de column van Max Pam deze zaterdag in de Volkskrant. Over islamitisch antisemitisme. Het is een beetje een schreeuwerig stukje. Een opmerking als: ‘Het antisemitisme in Europa is helemaal terug’ verraadt ófwel een volstrekte niets weten van het Europese antisemitisme anno, zeg 1900, ófwel Max Pam heeft een beetje last van een goedkope hijgerige mentaliteit.
Maar waar het me nu om gaat is de opmerking:
‘… als je bedenkt dat de Koran regelmatig joden voor apen en varkens uitmaakt.’
Kijk, zoals ik al eerder hier schreef is de Koran bepaalt niet vrij van anti-joodse opmerkingen, vooral ontleend aan de vroegchristelijke anti-Joodse propaganda. (Het woord ‘antisemitisch’ dateert van dertien eeuwen later.) Joden zijn inhalig en onbetrouwbaar, het zijn leugenaars en (voor wie daar belang in stelt) ze hebben God verloochent en de profeten vermoord. Maar de Koran noemt ze nergens (laat staan ‘regelmatig’) apen of varkens.
Het gaat om drie passages in de Koran. Ik citeer (en ja, dit is knap lastig leesvoer, maar wie hierover wil meepraten, moet er gvd ook maar eens voor gaan zitten):
[God zegt tot de Profeet:]
‘Gij hebt toch hen leren kennen onder u
die ongehoorzaam waren
betreffende de sabbat
immers Wij zeiden tot hen:
Weest opgejaagde apen.’
(2:65)
De Koran verwijst heel vaak naar verhalen uit allerlei bronnen – Arabische, Joodse en christelijke. Hier verwijst ze naar een anekdote waarin God mensen die zich niet aan de sabbat hielden, strafte door ze te veranderen in apen. God noemt dus de Joden geen apen; hij veranderde een stel aan Hem ongehoorzame joden in ‘opgejaagde apen’. Dergelijke verhaaltjes, bedoeld om simpele gelovigen angst aan te jagen, circuleerden er in die tijd onder de Joden (want het gaat hier om een waarschuwing tegen het schenden van de sabbat). De Koran verwijst daar naar om de Joden te waarschuwen wat er zal gebeuren als ze de Koran afwijzen. Dergelijke verhaaltjes (‘gelovige trapt op hostie, werkt op zondag, schendt de Koran, en verandert in beest’) zijn trouwens op vele plaatsen in de wereld nog steeds te beluisteren.
Hetzelfde verhaaltje komt voor in de zevende soera, vers 166.
En dan is er een derde verwijzing. Na de zoveelste waarschuwing aan het adres van de Joden, omdat ze weigeren de openbaring van de Profeet te accepteren (5:59), noemt de Koran twee groepen mensen die door God straks nóg harder dan de Joden zullen worden aangepakt:
‘Zal ik u iets aanzeggen
dat bij God
nog slechter beloond wordt dan dat?
Zij die door God vervloekt zijn
en op wie Hij vertoornd is
en van wie Hij er heeft gemaakt
tot apen en zwijnen
en die de Taghut [een lokale afgod]
dienen
diegenen hebben de slechtste plaats
en dwalen het verst af
van de gebaande weg.’
(5:60)
Het gaat hier dus alweer niet om de Joden, maar weer om diegenen die de sabbat schonden en veranderd werden in apen (en deze keer ook: zwijnen), en om de aanhangers van de Thagut.
Dat ‘regelmatig apen noemen’ slaat dus nergens op. Het gaat om drie verwijzinkjes naar een dom, vermoedelijk van origine Joods volksverhaaltje bedoeld om gelovigen schrik aan te jagen.
Het verhaal dat de Koran Joden ‘apen’ zou noemen, is wijd verbreid. Het is te vinden op menige anti-islam haatsite waar men elke kwaadaardige opmerking over de islam graag uitgebreid als ‘feit’ herhaalt. Het verhaaltje werd in ons land helaas ook verspreid door de arabist Hans Jansen. En dat is een kwalijke zaak. Juist Jansen, die mede-auteur is van de Koranvertaling die ik hierboven heb gebruikt, heeft toegang tot alle literatuur en hoorde beter te weten. Maar zoals iedereen weet heeft het provoceren bij hem op een gegeven moment het gezond verstand verdrongen. (Hij zit zoals u weet inmiddels voor de PVV in het Europees Parlement.) Een dergelijk verhaal verdient geen verdere verspreiding. Het islamitisch antisemitisme is een gevaarlijke leugen die met alle macht bestreden moet worden. Maar niet met andere leugens.