De PvdA en D66 willen de komende vier jaren miljarden extra investeren in onderwijs. De PvdA maakt hiervoor 5 miljard euro vrij, bij D66 gaat het om 4,5 miljard euro. Dat maakten ze maandag bekend.
De sociaaldemocraten willen het salaris van docenten in het basis- en voortgezet onderwijs verhogen en de werkdruk verminderen, te beginnen in achterstandswijken.
D66 wil bijna de helft van het geld gebruiken voor kleinere klassen en meer leraren. Een klas moet maximaal 24 kinderen tellen. ,,Als vader zie ik wat een plofklas voor kinderen en leraren betekent”, aldus D66-voorman Alexander Pechtold.
Beide partijen willen verder taalachterstanden voorkomen door onder meer alle kinderen tussen twee en vier recht te geven op vroege en voorschoolse educatie. D66 wil hier 150 miljoen in investeren.
Ook willen ze dat op de universiteit een tweede studie goedkoper wordt. Beide partijen maken ook extra geld vrij voor fundamenteel onderzoek.
Wel dient aangetekend te worden dat de cijfers moeilijk vergelijkbaar zijn. De investeringen van D66 zijn structureel. Bij de PvdA gaat de helft van het bedrag de komende vier jaren naar een investeringsbank die geld moet steken in “duurzame energie, in verduurzaming van de bebouwde omgeving, in zelfrijdende elektrische auto’s en in innovatieve energieconcepten”. Zo moet innovatie en wetenschap op deze terreinen worden gestimuleerd. En D66 betaalt de conciërge op elke basisschool uit de onderwijsbegroting, terwijl dat bij de PvdA uit een ander potje komt.
Anp