Deemoed, wanhoop, angst, dwaasheid, ijdelheid, bekoring, strijdlust; noem een emotie van Jeanne d’Arc van Het Nationale Toneel die Sallie Harmsen, de muze van regisseur Theu Boermans in deze nieuwe voorstelling, niet beheerst.
Filosoof, dichter en toneelschrijver Friedrich Schiller (1759-1805) voltooide Die Jungfrau von Orléans aan het eind van zijn korte, zeer vruchtbare leven, dat getekend was door drank en kaartspelen en bovenal een bijzonder vriendschap met Goethe. Ze vonden elkaar in de Romantiek, door de Klassieke Oudheid geïnspireerd.
Jean d’Arc past daarin. Het stuk speelt van 1428-1431, aan het einde van de Honderdjarige Oorlog. Dat was een reeks van veldslagen en belegeringen tussen Franse vorstenhuizen van wie er eentje ook Engeland regeerde. In het laatste deel en het toneelstuk is dat teruggebracht tot een oorlog tussen Frankrijk en Engeland, waarbij de bourgondische vorst de steun aan Engeland verruilt voor die aan de Franse Karel VII.
Boerenmeisje en maagd Jeanne komt, begeestert en overwint. Ze motiveert de troepen met heilige inspiratie en boezemt ontzag in bij de tegenstander. Karel VII, in het toneelstuk een rechtvaardige goedzak die kunst meer liefheeft dan oorlog, ziet dankzij Jeanne de kansen keren en voert zijn legers weer aan. Philips (De Goede) van Bourgondië verzoent zich met hem, Frankrijk is weer één en pakt de overwinning in een beslissende slag bij Orléans; reden voor de bijnaam de ‘maagd van Orléans’ voor Jeanne.
Schiller paste wat verdichting toe om deze verwikkelingen in één stuk te kunnen stoppen, en laat het nodige weg zoals het bloedstollende proces dat tot de tragische doodstraf van het meisje leidde (en goed voor een magnifiek stomme speelfilm in 1928, te zien op YouTube). En Schiller stopt er een ontluikende liefde op het slagveld in tussen Jeanne en Lionel, een Engelse aanvoerder.
Na Lionel verslagen te hebben op het slagveld moet Jeanne hem volgens haar heilige gelofte doden, maar verliefdheid weerhoudt haar ervan. Een dreigende tweede ontmoeting met Lionel doet haar zelfs smeken om ter dood gebracht te worden. Opdat ze niet ten prooi valt aan de aardse liefde die ze letterlijk heeft afgezworen ten behoeve van haar hogere doelen. Dan haat ze zichzelf Lionel in leven te hebben gelaten; het mooiste element in het weergaloze stuk van Schiller.
Jeanne heeft immers de Heilige Maagd beloofd om elke vijand die ze tegenkomt overhoop te steken. Typisch Boermans is het tonen van haar bloedig doorsnijden van kelen op het toneel onder het uitspreken van de religieuze inspiratie. De gelijkenis met de onthoofdingen door IS op video is evident, maar het publiek kan de beelden niet wegklikken en wordt aan het denken gezet: is de geromantiseerde Christelijke strijd van Jeanne d’Arc onder haar religieus fanatisme zo veel beter dan het religieus geïnspireerde doden door IS?
Een tweede parallel met het heden zijn de verschrikkelijke filmbeelden van voorbije oorlogen tussen fragmenten door, waarmee Boermans het probleem oplost om het heftige geweld en lijden van oorlog op de toneelvloer in beeld en geluid te brengen. Bovendien beschikt hij over een schitterende decor van Bernard Hammer, enorme houten deuren als een poort, en over fraai licht.
Een derde poging om heden in te brengen is het steken in jaren vijftig kledij van acteurs als Stefen de Walle, Jappe Claes en Tamar van den Dop in rollen aan het Franse hof in de Middeleeuwse oorlog. Zit je twee uur te kijken naar Tamar – als Agnes Sorel, geliefde van Karel VII – in een foeilelijke bruine terlenka broek. Tot na de pauze haar schoonheid weer in volle glorie tot uiting mag komen.
Theu Boermans zet weer een fraaie voorstelling neer met Jeanne d’Arc, al zou die best wat korter mogen gezien de fletse gespeelde dialogen van de overigens vaak prachtige, door Tom Klein vertaalde tekst die dicht bij het origineel blijft. Het vergt concentratie om van die mooie teksten en hoofse verwikkelingen te genieten terwijl het dramaturgisch wat mat is.
In het laatste uur, na de pauze, spettert Jeanne d’Arc van Boermans voluit. Dan wordt het de grootse, ontroerende en spannende voorstelling die is beloofd. Met wel wat hap snap, over elk buitelende scenes die Schiller schreef voor zijn eigen versie van de worstelingen van Jeanne die hier niet eindigen op de brandstapel zoals haar echte leven.
Jeanne d’Arc is daardoor bovenal een schitterende rol van Sallie Harmsen. In de publiciteit vooraf op TV en YouTube kwam ze bepaald niet over als die krachtige, maar op toneel gaat ze voluit, wat een prachtige rol oplevert. Alleen het zwaardvechten is haar niet op het fraaie lijfje geschreven, maar dat zal gedurende het spelen wel verbeteren.
De verdienste van de andere topacteurs in dit stuk is evenzeer dat ze zich ondergeschikt durven te maken aan de hoofdrol; vooral voor de mannen zit er weinig anders op, de een na de ander, om haar meerdere te herkennen in Jeanne. Fijn voor feministen, ware het niet dat zij zich koestert in het allesoverheersende schijnsel van de Heilige Maria. Zo complex is enerverend leven nu eenmaal; dat past niet in één sjabloon, maar wel in de rijke schakeringen van Theu Boermans.
Gezien: Jeanne d’Arc, 11 februari 2017 in de Koninklijke Schouwburg, nog te zien tot 24 februari in Den Haag, daarna tot eind april in het hele land.
Foto en Titelfoto: Kurt van der Elst