Het pittoreske Veluwse dorpje Kootwijkerbroek ligt nogal afgelegen (het nabijgelegen Radio Kootwijk * is zelfs één van de donkerste plekken van Nederland omdat er zo weinig bebouwing met verlichting in de omgeving is). Om die reden is Kootwijkerbroek een geliefd doelwit van inbrekers, dieven en ander crimineel gespuis omdat je er ongezien je slag kunt slaan en het zo lang duurt voordat de politie komt, als die al komt, dat je al even ongezien weer kunt maken dat je wegkomt. Dat waren de inwoners van Kootwijkerbroek dus spuugzat waardoor ze vier jaar geleden besloten het recht in eigen hand te nemen en een burgerwacht op poten te zetten.
Resultaat: een team van 50 man (beslist geen mietjes) voorzien van stevige zaklamp, portofoon en kogelvrije vesten inclusief ondersteuning door honden en luchtsteun met maarliefst drie (particuliere) helikopters heeft Kootwijkerbroek in no time gespuisvrij weten te krijgen. En dat in samenwerking met politie en gemeente Barneveld waar Kootwijkerbroek onder valt. “Als er tegelijkertijd een incident is aan de andere kant van de gemeente, is de politie niet vaak niet in staat om op tijd te komen”, laat een gemeentewoordvoerder aan het AD weten.
Natuurlijk is er ook kritiek: zo laat in het AD een socioloog (dat is een, niet zelden links ideologische, sociaalwetenschapper die nog nooit een kogelvrij vest van dichtbij heeft gezien, laat staan dat hij ooit een agressieve inbreker heeft moeten overmeesteren) weten dat “de politie is er om zijn burgers te beschermen” en dat “de politie moet voorkomen dat burgers het heft in eigen handen nemen”.
Maar je hoeft natuurlijk geen socioloog te zijn om te begrijpen dat als de rechtsstaat het stelselmatig laat afweten, burgers vanzelf een keer het recht in eigen hand zullen nemen. Het geweldsmonopolie mag dan bij de overheid liggen, als die overheid afwezig is worden burgers ertoe gedwongen dat geweldsmonopolie te doorbreken. Burgers zijn misschien dom, en je kunt blijven proberen ze dom te houden, maar ze zijn niet gek. Al helemaal niet als lijf, leden, vrouw, kinderen, have en goed in het geding zijn.
En in Kootwijkerbroek lijkt dat doorbreken van het geweldsmonopolie behalve met veel succes ook met zoveel mogelijk respect voor mensenrechten en (wat er nog over is van) de regels der rechtstaat te gebeuren. Zo worden de inbrekers niet mishandeld en voert de burgerwacht ook niet zelf de straffen uit: gepakte inbrekers worden stevig vastgehouden en netjes overgedragen aan de politie, als die een keertje komt. Over het risico van geweld bij vigilantes zeggen de burgerwachtleden zelf dat je “niet teveel over geweld moet lullen” en dat er natuurlijk wel eens iets “mis kan gaan in het heetst van de strijd”.
Maar de risico’s nemen deze burgerwachtleden voor lief want het werkt: de afgelopen jaren is het aantal inbraken in het Gelderse dorpje enorm afgenomen. Een bedrijfseigenaar uit de buurt, die al twaalf (!) keer te maken heeft gehad met brandstofdiefstal door Poolse dieven, bijvoorbeeld laat aan het AD weten dat “de twee dieven de laatste keer veertig man achter zich aan kregen. Ik heb nooit meer last van ze gehad.”
Dat het geteisem Kootwijkerbroek met burgerwacht inmiddels liever vermijdt heeft een reden: “Een groep boze boeren schrikt meer af dan de politie. Gepakte inbrekers komen hier niet meer terug. Criminelen geven natuurlijk ook aan elkaar door wat hier gebeurt. Ze weten dat ze zich hier beter niet meer kunnen vertonen”, aldus een anoniem burgerwachtlid.
De vraag is nu hoe lang het duurt voordat ook burgers in andere plaatsen het falen, en leegroven, van de rechtstaat zat zijn en het heft in eigen handen nemen. Of, beter nog, de overheid dit voorkomt door daadwerkelijk de burgers te beschermen, daadwerkelijk misdadigers te bestraffen en de rechtstaat in ere te herstellen.
* Yep het is inderdaad ‘rechtstaat’, zonder dubbele s.