Het is een zonovergoten middag in Amsterdam. Er staan twee ME wagens aan de rand van het Museumplein tegenover het Concertgebouw. De politie controleert spandoeken die vanaf een hoek binnenkomen, maar je kunt ook makkelijk via een andere hoek naar het plein lopen. Op het gras van het Museumplein zitten veel mensen, maar anderen, vaak met een Palestijnse of vlag of shawl omgeknoopt, lopen naar de noordkant van het plein. Daar wapperen veel Palestijnse vlaggen. Politie alom aanwezig. “Ook in burger”, vertelt een collega. Waarschijnlijk zo’n paar duizend mensen autochtone en allochtone Nederlanders. Zo ongeveer half om half. Volgens collega Dirk van Wanrooij zijn het er zo’n drie á vierduizend.
Vanaf het podium wordt omgeroepen: “Wij hebben gehoord dat Ajax-supporters mogelijk deze kant op komen. Laat ze er gewoon door en zorg dat het rustig blijft. Er is ook de Gay Pride dit weekend in Amsterdam. Laten we zorgen dat het rustig blijft. Wij komen juist op voor een minderheid, laten we dat ook voor de anderen doen.”
“Ik ben trots op wat mijn vakbond heeft gedaan”, vertelt een spreekster vanaf het podium. De vakbond Abvokabo zou hebben opgeroepen tot een boycot van Israëlische producten. Er is ook kritiek op de Nederlandse regering. “Oprutte”, wordt er geroepen. En de “Israelische ambassadeur moet weg. We roepen op tot burgerlijke ongehoorzaamheid, we gaan gebouwen blokkeren!”
Dan klinkt het geluid van een bombardement vanaf het podium. Iedereen moet gaan liggen, alsof ze dood neervallem. Aan het einde het geluid van een huilend kind. “Dit gaan we ook twee keer doen tijdens de tocht”, zegt de spreker op het podium.
“NOS stop met witwassen Israëlische apartheid”. Een Nederlandse jongen houdt het bord vast. Wat is het probleem dan precies met de NOS?
“Ze openen het nieuws dat er Israëlische doden zijn gevallen en dan in bijzinnen dat er ook Palestijnse doden zijn gevallen. Volgens mij moet je daar juist mee beginnen”, zegt Thomas Hoogland. “En volgens mij snapt ook iedereen dat.”
“Ze laten het nieuws vanuit het Israëlisch perspectief zien”, zegt Kees Hogendijk. “Bijvoorbeeld een reportage waarin de correspondent op bezoek gaat bij een boer die vertelt hoe bang hij is dat er mogelijk een raket op zijn huis gaat vallen. Maar er komen geen vragen over de andere kant. Dat is geen kritische journalistiek, dat is het niveau Ivo Niehe gaat op reis. Journalistiek moet meer dan dat zijn”, aldus Hogendijk.
Het merendeel van de vlaggen is Palestijns. Maar er zijn ook een paar Turkse, Egyptische, Nederlandse, Marokkaanse en een Pakistaanse vlag te zien. Ik zie ook een aantal Egyptische Rabaa vlaggen, ter herinnering aan de in ieder geval zeshonderd doden die vorig jaar veertien augustus in Egypte vielen bij de ontruiming van de Moslim Broeders sit-ins in Cairo. Ook duiken er toch een paar zwarte vlaggen op, ik tel er drie. La Ilaha illa-llah, wa Mohamed rasoel Allah: ‘Er is geen God dan Allah, en Mohamed is zijn profeet’ staat erop, de islamitische geloofsbelijdenis.
Ik vraag aan een van de jongens die hem draagt waarom want “je weet vast dat Nederlanders hier toch van kunnen schrikken”.
“Ik draag hem omdat ik moslim ben. Dit is de geloofsbelijdenis. En of Nederlandse mensen er van schrikken, kan me niet schelen, ik draag hem voor de Palestijnen”, antwoordt hij.
Een eindje van het groepje van drie zwarte vlaggen vandaan loopt een Nederlands uitziende man in Salafi kleding. Hij draagt de enige witte vlag met exact dezelfde tekst. Na afloop komt hij naar mij toe. “Gefeliciteerd met uw vlucht uit Egypte. Ik ben Aboedallah en ik heb uw verhaal gevolgd.”
Ik wil hem een hand geven, maar die neemt hij niet aan. “Sorry hè, ik geef vrouwen geen hand.”
Dat had ik kunnen weten, gezien zijn Salafi outfit.
De mars gaat beginnen. Eigenlijk best een gezellige boel. Er wordt flink wat op lost getrommeld door een aantal trommelaars.
Marokkaanse en Turkse meiden lopen met Palestijnse vlaggen omgeknoopt vanaf het Museumplein richting Overtoom.
Maar ook een Nederlandse vrouw met een bakfiets met daarin haar twee kinderen van een jaar of vier en vijf. “Ik heb in Ramallah gewoond, en ik ben ook in Gaza geweest. De praktijken die we nu zien gebeuren op de Westbank eigenlijk iedere dag in het klein. Continue acties van de politie daar. Ik wil dat mijn kinderen weten wat er gebeurt, daarom heb ik ze meegenomen. Een vriend van ons heeft van dichtbij meegemaakt hoe een Amerikaanse – Rachel Corrie – in Gaza door de Israeli’s is gedood. We wonen nu in Groot-Brittannië en zijn op vakantie in Nederland.”
“Boycott Israel!”, wordt er gescandeerd, ondersteund door tromgeroffel. “Free Palestine!”
“Wij zijn allemaal Palestijnen!” wordt er geroepen. “Zionisten zijn terroristen!” en “NOS stop met het uitzenden van Israelische propaganda.”
“Timmermans schande, je hebt bloed aan je handen!”, is de volgende leus achter in de demo.
En dan:”Sisi schande, je hebt bloed aan je handen!” “Sisi is een moordenaar!”
Zo spelen alle conflicten in het Midden-Oosten ineens ook in Amsterdam. Degene die door de luidspreker spreekt achteraan in de mars blijkt een Egyptische Nederlander te zijn.
De enige Arabische leuze die ik hoor is: Bi-rooh bi-damm, nafdiek ya Filasteen. ‘Met spirit, met bloed, zullen we je verdedigen, oh Palestina.’
Een groepje vrouwen, gemengd Marokkaans-Egyptische blijkt later, zingt een liedje in het Arabisch. “Dit is een lied dat ze zongen toen de profeet van Mekka naar Medina ging”, vertelt een Marokkaanse.
Ondertussen lopen twee Egyptisch Nederlandse tienermeisjes iets te dicht achter twee paarden van de politie. Een politieagent legt hen heel sympathiek uit dat de paarden dan bang worden. Een van de meisjes vraagt waarom er eigenlijk twee paarden achter elkaar lopen. “Als er één loopt voelt hij zich eenzaam”, vertelt de agent, “net als jij liever met meerdere mensen loopt dan alleen. Als de paarden met zijn tweeën zijn, zijn ze rustiger.”
Ze begrijpen het en bedanken de agent voor zijn uitleg.
Media en politiek hebben het imago van Gaza-demonstraties gered