Eindeloze hoeveelheden tweets over Gaza komen mijn timeline binnen. Maar ik weet lang niet altijd wat ik zie, in deze oorlog die ook een publiciteitsoorlog van formaat is. Ik besloot daarom van begin af aan nauwelijks iets te retweeten, maar deed het toch een paar keer als ik op een in mijn ogen wel heel afschuwelijke situatie werd geattendeerd. Onmiddellijk werd ik beide keren gecorrigeerd: de foto’s van dode kinderen of een neergeschoten hulpverlener waren van een andere oorlog – op een andere plek, of van wel tien jaar geleden. Dat is vast waar, maar niemand ontkent dat er in Gaza veel, heel veel doden en gewonden vallen, en dat er veel, heel veel mensen zijn die geen kant meer op kunnen omdat zelfs hun ziekenhuizen en schuilplaatsen worden gebombardeerd.
Er zijn journalisten die beweren dat er ook Hamasraketten op een Palestijnse school en een Palestijns ziekenhuis zijn gevallen, en ik las ergens dat bijna een derde van de Hamasraketten de eigen bevolking treft – maar of dat waar is, weet ik niet. Verreweg de meeste journalisten, politici en ook de artsen die in Gaza werken, wijzen met hun vinger naar Israël, voor wie meer dan anderhalf duizend doden nog niet genoeg zijn. Maar dat zijn ze voor Hamas kennelijk ook niet. Ik ben geschokt door het grote aantal doden – nu al meer dan 1800, en vrijwel allemaal Palestijnen – dat is gevallen, en ik ben geschokt over het feit dat deze mensenlevens niet lijken te tellen voor de partijen die dit conflict over hun ruggen heen uitvechten.
Ik ben niet voor de Israëlische regering, die volgens critici succesvol grossiert in ‘angstpropaganda’ en ‘holocaustretoriek’ en ervoor zorgt dat Israëlische Joden een ‘moreel superioriteitscomplex’ hebben ontwikkeld. En ik ben ook niet voor Hamas, dat zijn eigen burgers lijkt te gebruiken als menselijk schild, en zijn wapens opslaat in woonhuizen, ziekenhuizen en scholen.
Ik ben voor de Arabische en Joodse jongeren die elkaar kussen en samen verder willen. Voor de mensen die een hand uitsteken naar hun buren, die willen dansen en vrijen met wie ze willen, die willen lachen en grappen maken en vertellen wat ze vinden, zonder daarbij het risico te lopen dat ze sociaal geïsoleerd worden, monddood gemaakt, bedreigd, gemarteld of ‘gewoon’ in elkaar geslagen. Ik ben voor de mensen die aan geen enkele onderhandelingstafel zitten, voor de jongeren die geen toekomst hebben omdat hun toekomst voor niemand telt.
De meer dan 1800 doden zijn erg, heel erg. Op termijn is het misschien nog wel erger dat de Palestijnen die een vreedzame uitweg wilden vinden, die kritiek leverden op de heersende machten buiten én binnen Gaza, die niet wilden kiezen tussen twee kwaden, dat nu wel doen. Want de Gaza Youth Breaks Out die tot voor kort Hamas stevig bekritiseerde en pleitte voor geweldloos protest, stelt zich nu haars ondanks achter Hamas op: ‘Do we support the resistance? Normally we don’t but in cases like now, WE DO.. The only thing that will stop Israel from killing our people is when they know that they have something to lose.. We never liked hamas and we wrote a manifesto criticizing it but today, We are Hamas and hamas is us until this over…’ .Intussen durven vredesdemonstranten in Israël de straat nauwelijks meer op, bang dat ze in elkaar worden geslagen.
Hoeveel doden moeten er nog vallen?