Moet men het in een democratie gedogen dat een dictator, of één van zijn dienaren, reclame komt maken voor zijn bewind? Dus stel een lid van Saoedische koningshuis wil in Nederland komen uitleggen dat de sharia met lijfstraffen en amputaties toch beter is dan ons wetboek van strafrecht. Of een politicus uit Noord-Korea wil ons de zegeningen van een dictatoriaal systeem komen voorhouden. Moeten die mensen een podium krijgen hier te lande?
Een voor de hand liggend antwoord is: nee, want zij verschaffen ons ook geen toegang om reclame voor de democratie te komen maken in hun land. Maar veel ‘democraten’ vinden dat een ongerijmd standpunt. We zijn toch democraten? Wel dan, dan mag ook de mening worden gehoord dat de democratie kan worden afgeschaft.
Op dit moment zien we onze politici en schrijvers van hoofdredactionele commentaren in kranten heftig worstelen met deze vraag. Toch is deze in wezen niet ingewikkeld te beantwoorden: een democratie kan aan alle meningen een podium geven, behalve aan de mening dat de democratie moet worden afgeschaft. Men behoeft niet tolerant te zijn tegenover de intoleranten, zoals Karl Popper het formuleerde. Een democratie moet ‘weerbaar‘ zijn, als we de Amsterdamse staatsrechtgeleerde G. van den Bergh volgen.
Het enige stapje dat nu nog moet worden genomen in de gedachten is dat dit niet alleen een regel is voor intern gebruik, maar ook extern. Dat betekent dus dat een democratie niet behoeft te gedogen dat democratie in Nederland wordt afgeschaft, maar ook niet dat democratie wordt afgeschaft in een ander land van de wereld (bijvoorbeeld Turkije).
Wie ons het recht wil afnemen de democratie op deze manier te verdedigen, wil ons beroven van onze soevereiniteit, van ‘wat we zijn’, een democratie.
Nu doet zich deze discussie voor op het moment dat we woensdag mogen kiezen. Kiezen over de toekomst van Nederland. De Turkse kwestie is wat dat betreft een godsgeschenk (bestaat Hij toch?), want u kunt de stemwijzer in de prullenbak gooien. Het enige wat u hoeft te doen, is scherp opletten op wat onze politici zeggen over deze kwestie. Als een politicus een moeilijk-moeilijk-gezichtje trekt, goed, dan weten we dat ook: die politicus zal ook in de toekomst in een vergelijkbare kwestie (en heus, die komen er) stemmen voor de afschaffing van Nederland. En als die politicus zegt: over mijn lijk, goed, dan weten we dat ook.
