Hoeveel onwaarheid kan een maatschappij verdragen? Liegen doen we allemaal in meer of mindere mate want de waarheid soms wat aanpassen maakt het leven mooier en communicatie makkelijker. Als een collega trots als een pauw mijn kamer binnenkomt om nieuwe schoenen te showen, dan vind ik ze per definitie mooi, ook al zou ik niet dood willen worden met haar pragmatische stappers.
Er bestaat echter een kritische verhouding tussen de mate van waarheid en onwaarheid. Anders gezegd, als de werkelijkheid teveel is losgezongen van de stoffelijke realiteit dan worden mensen onrustig. De Frans-Roemeense toneelschrijver Eugene Ionesco schreef rond de jaren ’50 van de vorige eeuw een aantal absurdistische toneelstukken, geïnspireerd door de waanzin van het dagelijks leven. In Rhinoceros, één van zijn bekendste toneelstukken, beschrijft hij de metamorfose van de bewoners van een Frans stadje in neushoorns. Op één persoon na ontkomt niemand aan de groepsdruk om in neushoorns te veranderen. Een aardig gedachte-experiment, maar als je na de voorstelling de schouwburg uitloopt, dan wil je dat de werkelijkheid buiten de zaal weer is zoals we met elkaar hebben afgesproken. De tram moet op tijd rijden, een kaartje moet ongeveer drie euro kosten en de tram wordt niet bestuurd door een ooievaar.
Patiënten die lijden aan een psychose door een ontregeling van hun brein worden continue geconfronteerd met een werkelijkheid die op losse schroeven staat, en niet overeenkomt met de grootste gemene deler. Albert Heijn blijkt geen supermarkt maar een satanisch drugshol en als de NS vertragingen omroept dan roepen ze eigenlijk op tot slutshaming.
Als niet-psychotische burger staat de perceptie van onze werkelijkheid steeds meer op de tocht. Nieuws dat niet blijkt te kloppen, politici die gespindokterde nonsens verkopen, het wordt steeds lastiger om grip te houden op de realiteit als leugens onze maatschappij toenemend vergiftigen.
Ooit was de maatschappij relatief overzichtelijk; notabelen waren verantwoordelijk voor het reilen en zeilen en maakten zich bij tijd en wijlen uiteraard ook schuldig aan misstappen. Maar een buitechtelijk kind of een financiële uitspatting is nog wel te bevatten en dus te vergeven. Wij leven in een tijd waarin zowel complexiteit als het aantal leugens exponentieel is toegenomen, waardoor de werkelijkheid zo glibberig als een aal is geworden. Hedendaagse notabelen, zoals commissaris van de Koningin in de provincie Drenthe, Jacques Tichelaar, illustreren dit pijnlijk duidelijk.
De aanbesteding voor de herinrichting van een monument wordt aan het bedrijf van zijn schoonzus toegespeeld, ten koste van een tweede bedrijf dat een offerte zou opstellen. Tichelaar geeft deze complexe vorm van corruptie niet gewoon toe, maar schrijft ‘dat hij niet sturend heeft willen optreden in de opdrachtverlening, en de ambtelijke organisatie heeft zijn advies ook niet als sturend ervaren’.
Complexiteit in combinatie met leugens: de burger hapt naar adem, zeepbellen uit de oren en men haakt massaal af. Mensen voelen het namelijk haarfijn aan als ze bedot worden en dat staat los van opleiding en achtergrond.
Populaire politici, zoals Pim Fortuyn destijds, weigerden om mee te doen aan het leugencircus. Fortuyn benoemde de feiten zoals ze waren, inclusief zijn seksuele activiteiten en dat verklaarde een groot deel van zijn succes what you see is what you get. Ook Henk Krol doet het goed omdat hij feiten en fouten niet verdoezeld achter een gespindokterd rookgordijn, maar zijn fouten gewoon toegeeft.
Onze samenleving heeft inmiddels de kritische grens van onwaarheden bereikt en de enige manier waarop het establishment nog iets van zetelwinst kan bewerkstelligen is middels een nationale biecht. Een coming out bij Pauw en Jinek waarin wordt toegegeven dat de werkeloosheid minder hoog lijkt, maar dat er gerommeld is met definities, waardoor iedereen die slechts een uur werkt niet meer als werkeloos wordt geturfd. Politici die openlijk eerlijk zijn over de massa-immigratie: aantallen, kosten en samenstelling van de vluchtelingen. ‘Nee, het zijn niet allemaal apothekers en chirurgen en we weten niet goed wie nou écht vluchteling is en wie niet’.
Het opbiechten van leugens is de eerste stap naar vergeving en die kans zou ik als establishment niet laten liggen.