“It’s the economy, stupid!”. Met deze beroemde uitspraak maakte toenmalig presidentskandidaat Bill Clinton in 1992 duidelijk dat de economie cruciaal is voor het politieke lot van een regering. Zelden werd een Amerikaans president herkozen in economisch zwaar weer. Destijds moest ook Georg Bush senior na de recessie van 1991 plaatsmaken. Dit artikel illustreert aan de hand van deze wetmatigheid waarom Mark Rutte 15 maart wél herkozen wordt in Nederland. Het gaat simpelweg te voorspoedig voor een machtswisseling.
Sinds de jaren ’80 vorige eeuw kende Nederland vier premiers: Ruud Lubbers (CDA), Wim Kok (PvdA), Jan-Peter Balkenende (CDA) en Mark Rutte (VVD). Alle voorgangers van Rutte regeerden minstens acht jaar en woensdag wordt duidelijk of ook hij nog een termijn door mag. Hieronder worden de huidige economische omstandigheden vergeleken met die waarin Ruttes voorgangers niet meer herkozen werden. De machtswisselingen (1994, 2002 en 2010) vonden plaats na jaren van dalende groei en in tijden van stijgende werkloosheid. Mark Rutte hoeft zich geen zorgen te maken.
Allereerst bekijken we hoe de economische groei zich ontwikkelde in de jaren van de machtswisselingen. Figuur 1 illustreert de Nederlandse groei tussen 1980 en 2017. Ieder decennia kende haar economische pieken en dalen. Zo zien we de sterk stijgende welvaart tijdens het kabinet Kok II (1998-2002) en de recessie tijdens het kabinet Balkenende IV (2007-2010). De verticale lijnen geven aan wanneer respectievelijk Ruud Lubbers (1994), Wim Kok (2002) en Jan-Peter Balkenende (2010) niet meer herkozen werden. Het valt op dat er een sterke daling van groei plaatsvond in de jaren voor een machtswisseling.
Hoewel de groei alweer enigszins begon aan te trekken tijdens de machtswisselingen van 1994 en 2010, lijkt het kiezerssentiment na jaren van krimpende groei zich nochtans te keren tegen de zittende premier. Hoe zich dit verhoudt ten opzichte van de jaren waarin de premier wél herkozen werd laten we zien in figuur 2. Hierin plotten we het verschil in economische groei tussen het jaar voorafgaande aan de verkiezingen en drie jaar daarvoor. Hier zien we duidelijk dat machtswisselingen volgen op een sterke daling van de economische groei.
Fig. 1 – De economische groei (% bruto binnenlands product)
Fig. 2 – Het verschil in economische groei (% bbp) tussen het verkiezingsjaar -1 en verkiezingsjaar -4
Dan de werkloosheidcijfers. Deze houden natuurlijk sterk verband met de economische groei, maar weergeven nog duidelijker het effect van de economie op de verkiezingsuitslag. Figuur 3 laat het Nederlandse werkloosheidspercentage zien tussen 1980 en 2017 waarin we wederom de golvende beweging van de conjunctuur vinden. Het is overduidelijk dat machtswisselingen plaatsvonden wanneer de werkloosheid aan het toenemen was.
Dat banenverlies funest bleek voor de regeerperiodes van Lubbers, Kok, en Balkenende blijkt ook uit figuur 4. Deze weergeeft de toename van de werkloosheid gedurende alle verkiezingsjaren. Tijdens alle machtswisselingen nam de werkloosheid toe.
Fig. 3 – Het werkloosheidspercentage in Nederland
Fig. 4 – De toename van het werkloosheidspercentage in het verkiezingsjaar (in procentpunt)
Volgens deze cijfers hoeft Rutte zich dus geen zorgen te maken. De economische cijfers spreken in zijn voordeel. In tegenstelling tot de vorige machtswisselingen is de economische groei de afgelopen jaren toegenomen en is de werkloosheid dalende. Het is dan ook geen verrassing dat de VVD van Mark Rutte vooralsnog vooropgaat in de peilingen.
Waar kunnen de andere premierskandidaten hun verkiezingscampagnes dan op richten? Het migratiethema biedt enige houvast voor hen. Al decennia is Nederland sterk verdeeld met betrekking tot asiel en integratie en is het sinds de verkiezingen van 2002 een voornaam thema. Het belang van dit thema wordt onderstreept door de Eurobarometer, een jaarlijkse enquête onder Europese burgers. Waar 11% van de Nederlanders in 2008 migratie noemde als belangrijk politiek thema, steeg dit tot 46% in 2016. Voor de economische situatie nam dit cijfer daarentegen af van 64% naar 14%.
Toch blijkt uit de peilingen dat het migratiethema geen grote bedreiging vormt voor de populariteit van Mark Rutte. De economie speelt sinds jaar en dag een grote rol in de verkiezingen en juist deze statistieken staan aan zijn zijde. In zijn verkiezingscampagne benadrukt hij dan ook veelvuldig de behaalde economische resultaten onder zijn premierschap.
Als gevolg zal Mark Rutte herkozen worden als premier van Nederland, totdat de economie zich weer in een dal stort. Maar vandaag gaat het domweg nog te voorspoedig voor een machtswisseling.