Het veld van Republican presidential hopefulls is bekend. De afgelopen dagen maakten twee gezichtsbepalende conservatie politici, gouverneur van New Jersey Chris Christie en Tea Party darling Sarah Palin, bekend definitief niet aan de verkiezingen deel te nemen. Uit onvrede over het deelnemersveld waren vooral conservatieve leiders nog opzoek naar een aansprekende kandidaat die het zowel Mitt Romney als Barack Obama moeilijk genoeg kon maken om een serieuze kans op het Witte Huis te hebben. Christie en Palin willen hun vingers er echter niet aan branden en daarom lijkt Republikeins Amerika het met deze opties te moeten doen.
Frustratie
Voor kandidaten als Bachmann en Perry moet de roep om Chris Christie en, in mindere mate, Sarah Palin frustrerend geweest zijn. Waar Mitt Romney voor de gematigde stem eigenlijk nauwelijks serieuze strijd krijgt van Jon Huntsman, strijden Perry, Bachmann, Santorum, Cain en Gingrich al met elkaar om de conservatieve stem en was de onvrede over de beschikbare opties dermate groot dat veel Republikeinen bleven roepen dat meer kandidaten nodig waren. Palin is een bekender alternatief voor Bachmann terwijl kandidaatstelling van Christie de kans groot zou maken dat Rick Perry’s populariteit even hard zou kelderen als hij slechts enkele weken geleden steeg. De roep om Christie en Palin was dus vooral kritiek op Perry en Bachmann.
Zowel Christie als Palin wist dan ook dat hun kandidaatstelling ze meteen een serieuze kanshebber voor de nominatie zou maken. Toen Perry zich verkiesbaar stelde werd hij meteen de frontrunner en een dergelijk vooruitzicht lag ook voor Palin en Christie in het verschiet. Toch is hun keuze, Christie zegt New Jersey niet in de steek te willen laten terwijl Palin haar familie boven de titel van president verkiest, evenzeer begrijpelijk als verstandig. Om te beginnen is het Republikeinse veld bijzonder wispelturig. In 2011 leken op enig moment Mike Huckabee, Tim Pawlenty, Mitt Romney, Donald Trump, Michelle Bachmann, Rick Perry en Sarah Palin allemaal afzonderlijk serieuze kanshebbers voor de nominatie. Veel van de kandidaten zijn even snel omarmd als weer laten vallen en Christie en Palin realiseren zich dat het helemaal niet gezegd is dat de roep om hun kandidatuur blijvend is na één of twee tegenvallers.
Campagne
Daarnaast lijken er nauwelijks kansen te zijn om nog een serieuze campagne op te zetten. Mitt Romney en Ron Paul zijn effectief al vier jaar bezig om de benodigde infrasturctuur aan te leggen om een presidentiële campagne op te bouwen. Perry en Bachmann worstelen nadrukkelijk met het verzamelen van voldoende middelen en mensen om een politieke machine van de grond te krijgen. Nu de eerste voorverkiezingen al in januari op de kalender staan, misschien zelfs met een Iowa caucus in december, zou het betekenen dat Christie en Palin in slechts een paar maanden een campagne moeten opbouwen die miljoenen Amerikanen bereikt en op hen inwerkt. Een schier onmogelijke opgave.
Christie en Palin hebben zich gerealiseerd dat het risico op schade veel groter is dan de kansen op succes. Als ze hun campagne nauwelijks van de grond krijgen en een stevige nederlaag leiden in de early states, is de kans dat ze daar op termijn ven herstellen niet erg groot. Natuurlijk zijn er vele presidenten en bijna-presidenten geweest die eerst verkiezingen hebben verloren, maar als je als favoriet aan de strijd deelneemt is verliezen geen optie meer. Nu Palin en Christie deze knoop hebben doorgehakt lijkt het erg onwaarschijnlijk dat een andere Republikein nog wel verleid kan worden om aan de verkiezingen deel te nemen. Men moet het dus met deze deelnemers doen en de komende maanden moeten uitwijzen of de onvrede van veel Republikeinen gegrond is.
Adriaan Andringa zal tot de presidentsverkiezingen in 2012 regelmatig verslag doen van het Amerikaanse politieke schouwspel.