Je kent dat kryptisch-creatieve woordgebruik wel: “Een bedrijf is ‘in de kern’ gezond”, gisteren nog in het kader van de tuinbouwperikelen uitgesproken door Bert Bruggink van Rabobank. Het betekent echter niet hetzelfde als “een bedrijf is kerngezond.” Daar ontbreekt het woordje ‘tot’ in zijn zinnetje: “in de kern gezond”, óf hij moet voorzetsel en lidwoord ‘in de’ achterwege laten. Een bedrijf kan met een piepklein gezond kerntje namelijk tóch ‘tot’ in diezelfde kern verrot zijn. Het omhulsel flikkert er dan al bijna door het eigen gewicht af. Het verrottingsproces heeft dan al aardig huisgehouden.
‘Tot’ in de kern klinkt dan eigenlijk óók niet zo positief. Het omhulsel mag er als een glimmend gepoetste sterappel uitzien, maar het klokhuis kan al aangevreten zijn door de pieren. Dat is veel alarmerender dan Brugginks’ uitspraak. Die suste de onrust in de tuinbouwsector die door de Oekraïnse situatie op apegapen ligt en even door een moeilijke periode heen moet worden geholpen.
Bruggink wil geen onrust zaaien. Of de indruk wekken dat hij de zaak niet in de hand heeft. Daarom stelt hij de ondernemers gerust met de melding dat bedrijven die “in de kern” gezond zijn op zijn steun kunnen rekenen. Bedrijven die dat niet zijn lijken reddeloos verloren. De optie om later te kunnen verklaren ‘kerngezond’ te hebben bedoeld, houdt hij open. Het kan hard gaan met zakenbanken en je weet maar nooit.
Nu geloof ik nog niet zo snel dat de Rabobank op omvallen staat. Maar de achteloosheid waarmee gemeld wordt dat er even 40 miljard euro aan stilliggend spaargeld (het complete eigen vermogen in 2013) van de ECB voor een hogere rente naar banken van non-eurolanden in de UK, de VS en Zwitserland wordt verhuisd, is verbijsterend. Hij bedoelt natuurlijk dat hij een scherpe koersdaling van de euro verwacht. Het lijkt er op dat hoe groter de bedragen zijn waarmee in het spraakgebruik en via de elektronische snelweg gegoocheld wordt, hoe gemakkelijker beslissingen over complete beroepsgroepen worden genomen; ten goede of ten kwade.
Met die 40 miljard losse Euro kan in één keer het tekort op het gezondheidszorgbudget gedekt worden. Als Rabobank het al niet edelmoedig zou dienen te schenken aan zorgend Nederland (bij een nettowinst van 2 miljard per jaar en een balanstotaal van 750 miljard Euro kan Rabobank die 40 miljard toch via de achterdeur weer terug lenen als de nood aan de man komt?), dan zijn er tegen de huidige rentestand en de royale subsidiemaatregelen van de EU toch genoeg investeerders te vinden die wel raad weten met zo’n kluit geld, en er de discussie over het prijskaartje aan een leven in de gezondheidszorg weer een paar decennia mee vooruit kunnen schuiven?
Kan hij dát niet maken, dan zou het hem sieren om de getroffen (glas-) tuinbouwers, (Glorie van Holland, glazen steden) zonder enige terughoudendheid gerust te stellen met de mededeling: “Rabobank helpt jullie door de moeilijke periode waar jullie zelf part nog deel aan hebben gehad. Whatever it takes“.
Mr. Draghi heeft Bruggink al voorgedaan hoe je de rust met één zin die maar voor één uitleg vatbaar is, kunt afdwingen.
Misschien moeten we weer terug naar de kleinschaligheid van de ouwerwetse Coöperatieve Raiffeisen bank (Boerenleenbank). Lokaal bankieren met een bankdirecteur die je hele hebben en houden persoonlijk kent en die zelfstandig beslissingen mag nemen, omdat hij precies weet welke risico’s hij neemt. De menselijke maat lijkt steeds verder zoek. Dat ook de bedrijven dan hun hang naar multinationalisering misschien moeten temperen ligt voor de hand. Kleine bedrijfjes krijgen kleine klapjes.
‘Kerngezond’ begrijpen we nu eenmaal als ‘zonder smetje, geen pilletjes nodig, geen makkes, geen vlekkies’.
Wie of wat kan dát nog zeggen. Zo gezien is ons financieel systeem tot in de kern verrot.