Het kabinet wil haatzaaien door imams tegengaan en sleutelfiguren in de moslimwereld inzetten om te voorkomen dat jongeren radicaliseren. Dit zegt Minister Lodewijk Asscher, verantwoordelijk voor het integratiebeleid, in een interview in De Telegraaf. Hij reageert op de steunbetuigingen van een groeiende groep moslimjongeren voor de terreurdaden van IS (Islamitische Staat), onder meer tijdens demonstraties in de Haagse Schilderswijk.
Asscher en zijn collega Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) komen binnenkort met aanvullende maatregelen tegen radicalisering en jihadisme. Het waarborgen van de veiligheid staat daarbij voorop. “Daarnaast hebben we een grote taak om ervoor te zorgen dat de samenleving zich niet gek laat maken, dat de radicalen niet winnen”, zegt Asscher.
Het kabinet wil voorkomen dat de vrijheid van godsdienst wordt misbruikt door ‘haatimams’. “Als een imam uit Syrië hier wil gaan preken en hij heeft daar geen vredelievende bedoeling mee, dan krijgt hij geen visum. Maar ook Nederlandse imams, mensen die hier zijn opgegroeid en die helemaal geen gebruik maken van hun vrijheid, maar die haatzaaien, zullen we het leven moeilijker maken. Dat kan via burgemeesters die een gesprek met hen aangaan. Gematigde krachten moeten zich beschermd weten.”
Ook wil Asscher bekijken “hoe je mensen deradicaliseert. Je hebt een deel dat ronselt voor de jihad. Die zullen met het strafrecht te maken krijgen. Een ander deel zul je duidelijk moeten maken dat hun gedrag consequenties heeft. We kijken internationaal naar ervaringen die zijn opgedaan met deradicaliseringsprogramma’s en die gaan we inzetten om jongens weer naar de andere kant te laten gaan. Dat kan bijvoorbeeld door het trainen van sleutelfiguren. Zij hoeven heus niet bij te houden of jongens hun baard laten staan, maar ze kunnen er wel voor zorgen dat iemand niet de verkeerde kant op gaat.”
ANP/TPO