De geheime dienst AIVD heeft in vier gevallen te snel onderzoek naar webfora gedaan. Dat concludeert toezichthouder CTIVD in een onderzoek. Volgens deze Commissie van Toezicht betreffende Inlichtingen- en VeiligheidsDiensten heeft de AIVD deze onderzoeksmethode in de meeste gevallen wel terecht toegepast. Er zijn enkele tientallen operaties onderzocht.
Verantwoordelijk minister Ronald Plasterk heeft de bevindingen van de CTIVD donderdag naar de Tweede Kamer gestuurd.
De AIVD heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het onderzoek op internet. Deze investering leidde tot een groot aantal inlichtingenoperaties op sociale media, onder meer voor terrorismebestrijding. In 2004 bleek dat de dienst ‘geen goede informatiepositie’ op internet had, zo concludeerde men naar aanleiding van het onderzoek naar Mohammed B. van de Hofstadgroep.
De CTIVD concludeert nu dat het onderzoeken van internet een vast en effectief onderdeel van de werkwijze van de AIVD is geworden. Wel werden er enkele onrechtmatigheden geconstateerd. Het gaat hierbij om de motivering voor onderzoek op bepaalde webfora en de verslaglegging van deze operaties. Ook is het onderzoeken van een aantal algemene webfora ‘disproportioneel’ geweest, meent de CTIVD. Hierover stelt de commissie in een bericht dat het gaat
“om grotere algemene webfora waar een radicale of extremistische signatuur ontbrak en waarbij het aanwezige aantal targets en de te verwachten opbrengst in geen verhouding stond tot de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de overige gebruikers van de webfora”
In de meerderheid van de gevallen zijn de inlichtingenoperaties wel rechtmatig geweest. Het CTIVD hierover:
“Het aantal geconstateerde onrechtmatigheden moet worden bezien in het licht van het totale aantal inlichtingenoperaties van de AIVD op sociale media. Beleid en praktijk zijn in de meerderheid van de gevallen rechtmatig. Op onderdelen is dat niet het geval en dat moet worden rechtgezet”
De AIVD heeft volgens Plasterk waar nodig maatregelen getroffen en procedures aangescherpt. Hij benadrukt dat de dienst niet lichtvaardig heeft besloten tot onderzoek van webfora’s. Bovendien is door dit werk “een groot aantal targets naar voren gekomen die anders niet zichtbaar waren geworden”. De minister concludeert dat het onderzoek op internet “noodzakelijk” blijft voor de AIVD om de “ongekende dreiging te onderkennen”.
(TPO/ANP)