De dood van deskundigheid

05-04-2017 20:10

Deze column kwam mede tot stand dankzij donaties. Doneer vandaag nog voor meer, meer, meer Sietske Bergsma op TPO.nl!

 

Gesprekken voeren in de 21e eeuw kan soms gekmakend en vermoeiend zijn, niet alleen tussen experts en leken maar tussen iedereen, vanwege mensen die onvermoeibaar volharden in hun gelijk – soms gebaseerd op een beetje kennis, maar meestal op een in de watten gelegd gevoel. Het leukste hoofdstuk uit het onlangs verschenen boek van Tom Nichols, ‘The Death of Expertise’, gaat over die gesprekken. Nichols is een Amerikaanse professor politicologie, een expert dus, die het goed vindt dat mensen het oneens met hem zijn en ook begrip heeft voor het ridiculiseren van (zijn) expertise – want ‘it goes with the job’ –  maar de arrogante onwetendheid (‘noem het geen domheid’ zegt hij) van ‘the laypeople‘ zorgelijk vindt.

Mensen zijn tegenwoordig apetrots op hun onwetendheid, schrijft hij. Zelfs de deskundigheid van artsen – die beslissingen maken over leven en dood – roept tegenwoordig boosheid op bij mensen. Ze accepteren de kennis van een ander niet, en hoe minder ze weten, hoe minder ze dat doorhebben (een onderzocht fenomeen dat ‘De ‘Dunning-Kruger effect’ heet). Hij zegt verder dat het probleem groter is dan een natuurlijke scepsis tegenover deskundigheid: ‘we are witnessing the death of the ideal of expertise itself’. Het is een sociale handicap geworden om iets te weten.

Mensen zuigen liever dingen uit hun duim dan de ander te bevrijden

In Nederland of Duitsland is dit natuurlijk niet anders, op dit onderwerp is Nichols’ werk net alsof je een boek over het gedrag van vogels leest, het is om het even waar ze leven en hun nestjes maken, waar ze hun feestjes vieren en wie ze gijzelen in de hoek bij de bar, het is overal hetzelfde. Wie kent dat niet, op feestjes is er altijd wel iemand die met veel zelfvertrouwen audiëntie houdt en de gemoederen bezighoudt. Terwijl, mensen die iets te melden hebben (laten we de wereld niet alleen opdelen in ‘experts’ en ‘leken’ alleen) zitten meestal ergens in een hoekje of krijgen lollig commentaar op hoe ze eruit zien, welke auto ze rijden en waar ze in geloven. Nichols legt uit dat zelfverzekerde betweters de gave van ‘metacognitie’ missen, de bekwaamheid om naar zichzelf te kijken, en te begrijpen wat ze wel en niet weten. Leken die niet snappen dat ze het zijn zeg maar, de vogels met de opgeblazen borstjes. Ze zullen daarom nog liever dingen uit hun duim zuigen dan de ander bevrijden uit een zinloos tijdverdrijf dat met anderen wel leuk was geweest. “They would rather shoot the messenger than hear something they don’t like“, zegt psycholoog Jonathan Haidt daarover.

Leken trekken je mee in hun conversatie rabbit hole

Dan is er nog de confirmation bias die gesprekken bemoeilijkt en saai maakt. De meeste mensen horen alleen wat hun angsten bevestigt of hun hoop doet leven, heel primitief eigenlijk. Complot theorieën, ook daarmee trekken leken je graag mee in hun conversatie rabbit hole. Ze vinden expertise ‘elitair’, hebben geen interesse en geduld voor simpele, minder dramatische verklaringen waarom de wereld is zoals hij is, en doen dus geen moeite iets te begrijpen.

Zo gebeurt het, beschrijft Nichols, dat ieders mening over bijvoorbeeld de rol van Rusland in de wereld, inentingen tegen dodelijke ziektes, de schuld of onschuld van verdachten, even belangrijk is geworden. Het waren de mensen die Oekraïne niet op de kaart konden aanwijzen – en met hun vinger ergens bij Zuid-Amerika zaten, die een militaire interventie daar een goed idee vonden, bleek uit een onderzoek uit 2014. We worden ondanks die onzinnigheid geacht ‘to agree to disagree’, een term die in feite wordt gebruikt om een kansloze dialoog met een brandblusser uit te maken. En als experts erop staan dat sommige dingen juist zijn en andere niet, ‘dan zijn we gewoon klootzakken’, zegt Nichols.

Je mag niet generaliseren

Tel bij al deze psychologische oorzaken voor de dood van gezag en expertise nog op de invloed van internet, het hoger onderwijs (waar je tegenwoordig als klant van een wellnesscenter wordt behandeld en niets meer hoeft te weten), en je bevindt je al snel in conversatie la-la-land. Mensen die bijvoorbeeld zeggen dat auto’s al lang op zeewier kunnen rijden, maar dat oliemaatschappijen dat tegenhouden. Je kan me op een feestje niet depressiever maken.

Conversaties raken ook in een coma als mensen aanslaan op ‘generalisaties’ en daarmee denken de strijd te hebben gewonnen (ik vind niet dat praten een strijd is, maar het gedrag van anderen is soms niet anders te interpreteren). “Je mag niet generaliseren”, wordt er dan gezegd, als je bijvoorbeeld iets zegt over hoe jongens doen (ik heb twee zonen, dus een expert), over hoe gelovigen doen, over hoe Japanners doen, of mensen met rood haar. Wat ze dan eigenlijk bedoelen is dat je niet mag stereotyperen, wat je bijvoorbeeld doet als je zegt: alle jongens plagen meisjes, alle mensen met rood haar hebben een opvliegend karakter. Maar als ik zeg, jongens plagen graag meisjes, dan is dat niet stereotyperend, maar een zinvolle generalisatie. Hoe anders kun je de wereld beschrijven? Na een generalisatie kan een ander namelijk de uitzonderingen beschrijven. ’Nou mijn zoon van zes heeft een vriendinnetje waar hij heel lief voor is”. “Nou fantastisch, zo kan het ook”, kun je dan zeggen. Klaar. Dat is een gesprek.

 

Deze column kwam mede tot stand dankzij donaties. Doneer vandaag nog voor meer, meer, meer Sietske Bergsma op TPO.nl!