Op moord en terreur na is polariseren wel het ergste wat je de samenleving kunt aandoen. De term staat voor het vergroten van schijnbare tegenstellingen met als beoogd effect mensen tegen elkaar op te zetten.
In een samenleving die al strak staat van de spanningen wordt polariseren gezien als olie op het vuur. Onterecht, polariseren vermindert juist de spanningen in de samenleving. Het zorgt voor lucht om vrij te ademen. Zuurstof die nu aan de samenleving wordt onttrokken door het verstikkende evangelie van het verbinden.
POLARISATIE DREIGT DOOR REFERENDA kopte NRC Handelsblad vorige week groot als belangrijkste waarschuwing in het jaarverslag van de Raad van State. Vicevoorzitter Donner ziet de tegenstellingen toenemen als burgers zich mogen uitspreken over heikele kwesties.
Nou zeg! Natuurlijk denken we in Nederland heel verschillend over grote en kleine onderwerpen. En sinds wanneer is dat een probleem? Kruipt Piet Hein Donner ook van angst onder tafel als er heikele kwesties aan bod komen bij verkiezingen voor provincie, gemeenteraad en Tweede Kamer?
Het gaat hier niet om referenda, maar om de negatieve kwalificatie van het – mogelijk – vergroten van de meningsverschillen. Verschil van mening is eng, polarisatie is nog enger. Alsof er dreiging vanuit gaat, kans op ruzie en zelfs geweld. Polariseren is vragen om moeilijkheden.
Nogal wat generatiegenoten van Donner beoordeelden dat ooit heel anders. In de roerige jaren zestig waren provocatie en polarisatie juist geliefde methoden om het maatschappelijk debat van de grond te krijgen en los te breken uit een vastgeroeste consensus. Dat heeft ‘t een en ander gekost, maar het debat en de revolte hebben de samenleving ook veel opgeleverd.
Maar tegenwoordig vinden de provo’s van toen polariseren maar verdacht. Misschien omdat nu hún consensus wordt bedreigd. Ze waarschuwen dat er standpunten bestaan, die de vijandigheid in de samenleving kunnen vergroten. Om die reden is polariseren ongewenst en de standpunten die kunnen leiden tot polarisatie daarmee ook.
Tegenover de zonde van het polariseren staat de heiligverklaring van het verbinden. De meningsverschillen over heikele kwesties dienen naar de achtergrond te verdwijnen – het liefst helemaal uit beeld – en de nadruk ligt op het gezamenlijke. Verbinden blijft een vage term, maar je kunt er verkiezingsprogramma’s aan opgehangen en ook een hele nieuwe partij mee optuigen.
Omdat verbinden blijkbaar niet vanzelf gaat zijn er politieke partijen en maatschappelijke organisaties nodig die de doctrine aan de man brengen. Zo meent de directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam dat kunstenaars niet zomaar vanuit hun eigen opvattingen en inspiratie moeten werken, maar de opdracht tot verbinden hebben.
Net als de term polariseren wordt het begrip verbinden gebruikt om opvattingen onder te verdelen in gewenst en ongewenst. De ongewenste meningen dienen uiteindelijk te zwijgen, waarmee het open maatschappelijk debat om zeep geholpen is.
Sinds wanneer zijn grote meningsverschillen in Nederland een probleem? Missen we misschien het polderen, een eensgezinde oplossing na goed overleg? Of misschien heeft het open debat wel nooit echt tot ons erfgoed behoord? Waar de Britten een discussie altijd hard en scherp wensen te voeren, klagen wij liever over de toon van het debat.
De oproep tot verbinden en het taboe op polariseren verminderen de spanningen geenzins. In tegendeel, ze zorgen voor een waslijst aan ‘gewenste’ en ‘ongewenste’ opinies. De meningen die binnen de consensus passen zijn welkom, de anderen zijn polariserend, verbinden niet en maken de verschillen gevaarlijk groter. Maar zij die om hun mening buitenspel worden gezet dragen frustratie en opstandigheid met zich mee.
De echte oplossing is weer leren van mening te verschillen. Ik ben voor immigratiebeperking, u juist voor meer asielzoekers. U vindt Trump een gevaarlijke gek, ik geef hem het voordeel van de twijfel. Ik houd van Zwarte Piet, u vindt hem een achterhaalde stereotype. Grote verschillen van mening, maar als we akkoord gaan met die verschillen dan zijn we in gesprek.
Deze column werd eerder gepubliceerd op RTLZ.nl.