Het onderzoek naar de omstreden overname door de voorzitter van de VVD bij uitvaartbedrijf de Facultatieve heeft op een pijnlijke wijze de zwakke plekken van het toezicht houden in organisaties bloot gelegd. Er zijn drie taken van een raad van toezicht of een raad van commissarissen vastgelegd in wet en regelgeving. De toezichthouder als werkgever van bestuurders, als klankbord voor het bestuur en als orgaan om toezicht op het bestuur en de organisatie te houden. En die laatste taak zou feitelijk de belangrijkste moeten zijn maar is dat vaak niet. Zo wijst de praktijk uit.
De klankbordfunctie wordt in de praktijk door veel toezichthouders als de belangrijkste taak beschouwd om te voorkomen dat men teveel als een boeman wordt gezien. Als het accent teveel op de klankbordfunctie wordt gelegd geeft dat bestuurders meer ruimte om zich aan toezicht te kunnen onttrekken. En hoeven commissarissen en toezichthouders minder de strenge werkgeversrol te vervullen waarin de gezagsverhouding tussen werkgever en werknemer centraal staat. Dat is een vervelende rol als je partijgenoten bent of bekenden van elkaar. In de klankbordfunctie kunnen bestuurders en toezichthouders meer als bekenden van elkaar omgaan en samenwerken. Zonder het risico te lopen om als lastig te worden afgeschilderd.
Het is naïef te veronderstellen dat stevig toezicht zoals de governance codes( voorschriften voor een goed bestuur van een organisatie) voorschrijven in werkelijkheid ook goed toezicht is. Zeker zolang de accenten van de drie toezichthoudende taken door de toezichthouder zelf bepaald kunnen worden. Nu de klankbordfunctie vaak als de meest belangrijke taak wordt gekozen door de toezichthouders kan de handhaving van integriteitsnormen in het gedrang komen. Voor gedegen toezicht op integriteit moet men immers een geheel andere bril op hebben. Een bril die primair mismanagement en integriteitskwesties in beeld kan brengen. En dat vraagt om een raad van commissarissen of raad van toezicht die voldoende afstand heeft en bewaard tot de door haar aangestelde bestuurders. Toezichthouders die onafhankelijk zijn en het ook aandurven om bestuurders de wacht aan te zeggen als ze tekortschieten.
De overheid treedt tot nu toe heel terughoudend op tegen falende toezichthouders. Wet en regelgeving is er wel om ook toezichthouders verantwoordelijk te houden en aansprakelijk te stellen voor falend toezicht. Een betere handhaving en snellere sanctionering van tekortschietende toezichthouders kan een waarschuwingsfunctie zijn voor toezichthouders die vanuit de optiek van een goed betaald bijbaantje toezichthouder willen zijn. En niet primair als werkgever en toezichthouder waarbij soms ook hard optreden tegen falende bestuurders behoort. Van die laatste groep kun je er nooit genoeg van hebben.