Terwijl in Nederland de jaarlijkse discussie woedt over wie, wat en waarom we op 4 mei herdenken, bestaat er bij Joden in hun thuisland Israël en in de Diaspora geen twijfel over. De 40.000 die er na de gratis treinreis over zijn en hier met verscheurde familiebanden leven weten het zeker: zij herdenken de moord op hun familieleden. Wat het Nationaal Comité 4 en 5 mei ook bedenkt in haar drang naar politieke correctheid, de mensen die iets te herdenken hebben doen dat desnoods op eigen houtje. Alleen in Israël, waar de discussie als vorm is uitgevonden, is die deze weken volledig afwezig. Nederland heeft sinds het terugkeren van het handjevol Joden uit de concentratiekampen nooit goed raad geweten met die verweesde vreemdelingen. Na de soepel verlopen transporten had men ze niet terugverwacht. Ouderen herinneren zich de naoorlogse verwensing: ‘Ga terug naar Palestina’. Huis en bezittingen waren ze al kwijt, daar wist men wel raad mee. Sommigen volgde dat advies op en zo ontstond het nu bloeiende Israël.
Mijn generatie is opgegroeid met het simpele feit dat er ondanks de uitgeroeide familieleden nu een veilige plaats bestaat. Dat hadden die familieleden niet en dat verklaart die genocide. Israël viert nu haar Onafhankelijkheidsdag na de treurnis vorige week over de Shoa, die niet had plaatsgevonden als Israël destijds had bestaan.
Tijdens Yom Hashoa, de herdenking van de Jodenvervolging door de Nazi’s, staat er een erewacht van het IDF (Israel Defense Forces) als symbool voor het feit dat zij Israël nu verdedigen en als het nodig is ook de Joden in Diaspora. Die laatste toevoeging is behoorlijk geruststellend kan ik uit eigen ervaring zeggen. Het voelt met het klimmen der jaren kort geleden dat de Shoa mogelijk werd gemaakt en ik ben er niet gerust op. Wij accepteren gelaten dat religieuze Joden zich verbergen door geen uiterlijke kenmerken te dragen en eventueel hun keppeltje verhullen onder een hoed of met een pruik. Het is het volk er niet naar om daar over te klagen terwijl anderen zich de openbare ruimte steeds verder toe-eigenen. Het nieuwe antisemitisme heeft zich ondertussen vermomd in antizionisme, maar in feite is er geen vooruitgang geboekt sinds de Shoa.
Ik ben 16 jaar gedoogd door de KRO. Ik mocht met mijn achternaam niet verwachten dat ik de hiërarchische ladder zou mogen beklimmen, zo werd mij door Meneer Pastoor meegedeeld. Daar had ik vrede mee. Mijn laatste jaren daar versleet ik bij televisie. Ik moest een sleets programma van nieuw elan voorzien. Dat deed ik succesvol door het te actualiseren met behulp van jong talent uit het comedy circuit. Sinds mijn vertrek word ik jaarlijks uitgenodigd voor een etentje met oud-collega’s. Vorig jaar gebeurde dat tijdens Israëls Onafhankelijkheidsdag. Op die dag worden eerst de doden herdacht en om 20:00 uur ondergaat het een metamorfose naar een ongekend onafhankelijkheidsfeest. Ik was mij er op de achtergrond van bewust. Het Hilversumse gezelschap waarin ik verkeerde uiteraard niet. Het zijn redelijk gearriveerde vrijgezellen, die voornamelijk keuvelen over arbeidsverleden en de wereldreizen die ze nu maken. Ze spreken met gemak over plaatsen aan de andere kant van de aarde waar ze beiden zijn geweest en waar ze de plaatselijke kruidenier gezamenlijk blijken te kennen. Eén ervan was net geland, deed dit etentje en vertrekt dan voor een maand naar vrienden in Zuid Afrika. De ander vertoeft graag in Aziatische landen waarbij ik mij niet wil voorstellen wat hij daar doet. Ik ervaar het als loze vulling in een betekenisloos bestaan, maar gun ieder zijn plezier. Ik volg de zich ieder jaar herhalende euforie over verre oorden met geveinsde interesse. Het dedain over mijn Haagse honkvastheid neem ik op de koop toe.
Ieder jaar krijg ik de onvermijdelijke vraag waar ik naartoe op vakantie ga. Als ik dan opnieuw antwoord dat ik mij prima thuis voel op de uitzonderlijke plek waar ik woon zijn de plichtplegingen volbracht. Maar niet deze keer. Om 20:00 uur begon mijn GSM hinderlijk te zoemen en dansen op de felicitaties vanuit Israël. Ik gebruikte de zojuist uitgeschonken wijn om daar op te proosten. Dat had ik niet moeten doen. De oudere dame die op het punt stond naar Zuid Afrika af te reizen weigerde de toost en de globetrotter naast mij begon een tirade. Beiden kwamen met niet mis te verstane argumenten waarom zij nooit Israël zouden bezoeken. Het was de meest autoritaire autocratie en deed niet onder voor de Nazi’s wat betreft genocide op Palestijnen. Ik kreeg mijn dansende GSM ondertussen niet stil terwijl ik het woeste schuim in de mondhoeken van mijn tafelgenoot gadesloeg. Het is iemand die als beroep zalen bespeelt en mensen met humor vermaakt. Vooral de oude woede, die je tegenwoordig via in Panama gehoste websites in de vorm van Jodenlijstjes tegenkomt, herken ik. Het gebeurt mij zo nu en dan. Ik observeer het met een mateloze interesse, plaatsvervangende schaamte en een soort repressieve tolerantie. Het gaat meestal gauw over. Maar het blijft mij mateloos boeien.
In discussie ga ik niet. Tijdens zo’n gezelschapswoede formuleert mijn brein wel feiten, zoals de plaasmoorde en de verkrachtingen van Pakistaanse straatkinderen die plaatshebben op de vakantiebestemmingen van deze tafelgenoten. Ik observeer en onderga. Ik reageer niet. Ik sla de nieuwe gegevens op om later te verwerken. Jarenlange Oosterse vechtkunsten hebben mij geleerd een vijandige situatie direct nuchter en concreet te observeren. Terwijl de eerste woede was overgegaan in cynisch antisemitisme met kwalijke humor bedacht ik mij een houding die nodig was om met deze komiek terug te rijden naar Den Haag. Hij haalt en brengt mij jaarlijks en onderweg ‘lullen we bij’.
Ik denk er vaak over na en ik ben er nog niet achter:- is het moedwil de feiten niet te willen kennen over deze geschiedenis? Onkunde? Of onwil? Zelfs als de dagbladen vol staan met historische onjuistheden en politiek vertroebelde berichtgeving als voldongen feiten, kan iedereen met een zo uitgesproken antipathie die houding alleen verdedigen met voldoende kennis van zaken. Die ontbreekt doorgaans en daarom vertrouw ik deze woede bij mensen niet. In mijn politieke loopbaan heb ik regelmatig woordvoerders op dit punt – het Midden Oosten – onderuit getrokken. Zij permitteren zich politieke standpunten zonder feitenkennis en dat is onacceptabel. Van in hun carrière vastgelopen ex-collega’s accepteer ik het makkelijker. De Haagse komiek heeft mij die avond uit het Gooi teruggereden naar Den Haag. We namen afscheid alsof er niets was gebeurd. Op de verzoeken voor dit jaar heb ik niet gereageerd, daarop ben ik door de komiek ontvolgd op Twitter.
Zo kan het ook.