Bladen

Tessa Schram treedt in voetsporen van ouders

22-09-2014 09:49

AMSTERDAM – Tessa Schram maakt met de Carry Slee-verfilming Pijnstillers, die maandagavond in Amsterdam in première gaat, haar speelfilmdebuut. De 25-jarige regisseur treedt hiermee officieel in de voetsporen van haar ouders, die hits als Kruimeltje en Spijt! op hun naam hebben staan. Zes vragen aan de jonge filmmaakster.

Waarom wil je per se in het voetspoor van je ouders treden?

”Dat is nooit een bewuste droom van mij geweest. Maar ik ben wel opgegroeid met film: als klein meisje al kwam ik op alle sets van hun producties. In eerste instantie had ik vooral interesse in de cateringwagen met snoepjes. Maar op een gegeven moment kreeg ik door wat zij deden, en dat vond ik fantastisch. Ik heb eerst nog een paar keer geacteerd. Maar ik ontdekte al snel dat ik liever achter de camera bezig was met het vertellen van verhalen.”

Is het een voordeel of nadeel dat je ouders zo bekend zijn in de filmsector?

”Ik denk uiteindelijk toch een voordeel. Ik denk dat andere filmmakers die net van de Filmacademie komen niet zo snel de kans zouden krijgen om nu al een speelfilm te maken. Er is normaal een vast traject dat je bewandelt: eerst een korte film, dan een One Night Stand, en daarna misschien eindelijk een speelfilm.”

Hoe rolde je in dit project?

”Eigenlijk is het me vooral overkomen. In eerste instantie zou mijn vader Dave de film regisseren – hij heeft ook de vorige paar Slee-titels gedaan. Maar doordat medeproducent Hans Pos door zijn ziekte niet meer kon werken, had Dave het veel te druk met runnen van het bedrijf. Daarom kwam hij met het idee om Pijnstillers aan mij te vragen. Alle andere betrokken partijen – Carry Slee, coproducent KRO en distributeur Dutch FilmWorks – vonden het een heel goed plan. En voor ik het wist was ik de opnames aan het voorbereiden.”

Wat voeg jij voor nieuws toe aan de reeks Carry Slee-films?

”Ik heb niet de ambitie om iets nieuws toe te voegen. Maar ik heb mijn best gedaan het verhaal zo mooi mogelijk naar het witte doek te vertalen. De helft van de crew is jonger dan die van bijvoorbeeld Spijt!. Ik heb een aantal klasgenoten gevraagd voor camera, geluid en productie. De andere helft zijn de vaste mensen waar Dave al jaren mee werkt. Ik denk dat je die nieuwe invloeden wel terugziet in de film.”

Dit soort films valt of staat vaak met de casting. Hoe moeilijk was het om je Casper te vinden?

”Het was best een lastig proces. We hadden 14.000 aanmeldingen gekregen van kinderen die mee wilden doen. Daarvan hebben er 3000 echt auditie gedaan. Al die opnames moet je terugkijken, en proberen te onthouden wie opvallen. We hebben daar wel een aantal bijrollen gevonden. Maar Gijs Blom was een acteur die Dave en Maria nog kenden van Sonny Boy, waar hij een kleine rol in speelde. We hebben hem gevraagd om te auditeren: zodra we hem zagen, wisten we dat hij hoofdpersonage Casper moest worden.”

Pijnstillers voelt als de meest volwassen Carry Slee-film tot nu toe. Is dat jouw verdienste?

”Ik denk dat dat vooral aan het verhaal ligt. Het boek gaat over een jongen die zijn moeder verliest en daarom op zoek gaat naar zijn verdwenen vader. De meeste Slee-verhalen gaan over problemen tussen jongeren onderling, en hoe ze dat op school en in de klas oplossen. Pijnstillers gaat over de problemen van Casper met zijn ouders. Zijn vrienden en klasgenoten zijn ditmaal meer de bijpersonages.”