Irritatie bij de SP over de beantwoording van vragen door minister-president Mark Rutte. Die laatste talmt al sinds april met het beantwoorden van Kamervragen van Ronald van Raak over prins Bernhard. Van Raak heeft woensdagmiddag in de Tweede Kamer premier Rutte opgeroepen de vragen zo snel mogelijk te beantwoorden.
SP-Kamerlid Ronald van Raak stelde begin april Kamervragen toen bleek dat prins Bernhard in 1995 de BVD zélf opdracht had gegeven iets uit zijn eigen verleden te onderzoeken. Een kleine vijf jaar voordat hij de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (DKDB) met klem verzocht om een onderzoek naar Edwin de Roy van Zuydewijn, vroeg hij de BVD opheldering over zijn eigen dossier dat de Amerikanen over hem in handen hadden. Dat bleek uit het boek Niets was wat het leek van Gerard Aalders dat in april uitkwam. Aalders weet dat zo zeker omdat de opdracht aan de geheime dienst op zijn bureau terechtkwam in de tijd dat hij werkzaam was voor het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD, tegenwoordig NIOD).
Het is vaste prik bij premier Mark Rutte: wanneer hij Kamervragen krijgt over prins Bernhard schiet hij in een kramp. De termijn van twee keer zes weken wordt per definitie overschreden. Deze keer maakte de minister-president het echter wel heel bont: “Het streven is erop gericht dat de beantwoording rond de zomer plaatsvindt”, schreef hij in mei dit jaar. Van Raak heeft een punt, hij stelde zijn vragen een half jaar geleden.
Prins Bernhard gaf vaker zelf opdracht aan veiligheidsdiensten
SP wil onderzoek over relatie prins Bernhard en geheime diensten
